H2 – Rechtsstaat
Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Met
Nederland wordt het Europese deel van het Koninkrijk bedoeld, samen met de drie bijzondere
gemeenten die hieronder vallen. Dit zijn Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. De samenwerking van de
vier genoemde staten vind je het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden. In de praktijk is de
Grondwet belangrijker in Nederland, wat ook de uitgangspunten van de overheidsorganisatie bevat.
Een staat wordt gekenmerkt door drie kenmerken:
- Bewoners -> 17 miljoen in Nederland, NL-nationaliteit of een verblijfsvergunning.
- Grondgebied -> duidelijke grenzen, macht uitoefenen binnen die grenzen.
- Staatsgezag met soevereiniteit -> onafhankelijk gezag, regering op rijksniveau.
Nederland is lid van de Europese Unie en heeft hiermee een stuk van haar soevereiniteit
weggegeven. Om dit samenwerkingsverband te onderhouden zijn er verdragen gesloten die staan
vastgelegd, zoals de VEU en de VWEU. Hierin staan verordeningen en richtlijnen.
Wie Nederlander is, wordt geregeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap. Het geeft het recht om
in Nederland te verblijven en rechten zoals kiesrecht, uitkeringen en scholing. Nederlanderschap
ontstaat door geboorte en kan ook verkregen worden door naturalisatie: hoofdregel is dat men
minimaal 5 jaar in NL woont er in het bezit is van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Je
krijgt dan dezelfde rechten en plichten als de rest, maar wel het verzoek om indien mogelijk afstand
te doen van de oude nationaliteit. Als dat niet kan, dan uiteindelijk twee nationaliteiten.
Burgers van andere EU-lidstaten kunnen zonder voorafgaande toestemming van de nationale
overheid een ander EU-land reizen. Ze hebben het recht om in NL werk te zoeken of te studeren. Dit
is terug te zien in art. 21 lid 1 VWEU. Vreemdelingen van buiten de EU mogen dit niet zomaar en dan
wordt er beoordeeld of deze mensen hier bijvoorbeeld mogen werken of dat het niet nodig is. Deze
regels staan vastgelegd in de Vreemdelingenwet.
Omdat de overheid zoveel macht heeft, moet die macht goed worden gebruikt. Er kan zo geen
machtsmisbruik plaatsvinden en alle machten controleren elkaar. De democratische rechtsstaat kent
kenmerken om de macht zuiver te laten uitoefenen:
- D.m.v. de Trias Politica wordt de overheid in drie machten verdeeld.
1. De wetgevende macht maakt wetten en bestaat uit de regering (koning en ministers) en de
Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer). Bij de provincies is de wetgevende macht de Provinciale
Staten en bij de gemeenten is dit de Gemeenteraad.
2. De uitvoerende macht passen de regels toe en bestuurt het land. Dit bestaat uit de regering en die
worden geholpen door ambtenaren en uitvoeringsdiensten zoals de Belastingdienst en DUO.
3. De rechterlijke macht bestaat uit onafhankelijke rechters die zich uitspreken over juridische
geschillen tussen burgers onderling en tussen burgers en overheidsinstanties.
- Het legaliteitsbeginsel zorgt ervoor dat elk overheidsoptreden gebaseerd moet zijn op de wet. Dus
elk overheidsoptreden is gelegitimeerd door de volksvertegenwoordiging.
- Klassieke grondrechten zijn grondrechten van een burger die de overheid moet respecteren,
oftewel waarborgnormen tegen de overheid. Sociale grondrechten zijn instructienormen voor de
overheid, waarbij ze dus actief moeten optreden.
Nederland is een monarchie, dus heeft een koning die zijn functie krijgt door erfopvolging. Het volk
heeft hier dus geen invloed op. Het tegenovergestelde van een monarchie is een republiek waarbij
een president aan het hoofd staat. Dit kan rechtstreeks zijn gestemd door het volk of door middel
van een kiessysteem met kiesmannen zoals in de VS.
, H3 – Betrokkenheid van de burgers
In een democratische rechtsstaat is dat burgers invloed op het bestuur kunnen uitoefenen. In
Nederland kan dit door kiesrecht, wij hebben twee vormen:
- Actief kiesrecht -> het recht om een stem uit te brengen bij verkiezingen.
- Passief kiesrecht -> het recht om kandidaat te zijn bij verkiezingen en gekozen te worden.
Nederland heeft een systeem van evenredige vertegenwoordiging waarbij elke stem even zwaar
telt. Hierdoor kunnen ook kleine partijen vertegenwoordig worden en een rol spelen binnen de
overheid. Er zijn ook landen waarbij een kiesdrempel geldt en een partij een bepaald percentage van
de stemmen moet hebben behaald om een zetel te krijgen.
Nederlanders mogen leden van vijf volk vertegenwoordigende organen kiezen.
Bestuursorgaan waarvoor gekozen wordt Vereisten kiesrecht (naast leeftijd 18+)
Europees Parlement Nederlander of EU-burger met de nationaliteit van
een andere lidstaat die in Nederland woont.
Tweede Kamer Nederlander
Provinciale Staten Nederlander
Gemeenteraad Nederlander of EU-burger met de nationaliteit van
een andere lidstaat of vreemdeling van buiten de EU
met verblijfsvergunning.
Waterschap Ingezetenen
* Ook te vinden in de Kieswet. Daarnaast worden leden van de Eerste Kamer niet rechtstreeks door
de burgers gekozen maar getrapt door de leden van de Provinciale Staten, dus indirect.
Een mogelijkheid om een hele bevolking invloed te geven is een referendum. Dit is een stemming
onder kiesgerechtigden om zich over een bepaald onderwerp uit te spreken.
Gemeenten en provincies zijn verplicht een inspraakverordening op te stellen. Daarin wordt
vastgelegd hoe burgers en betrokkenen een rol kunnen spelen in de voorbereiding van besluiten.
H4 – Organen van het Rijk
De macht en de bevoegdheden van de centrale overheid zijn over een aantal organen verdeeld.
De Koning heeft in Nederland vooral een representatieve en ceremoniële functie. Hij vormt samen
met de ministers de regering. Wekelijks vindt er overleg plaats tussen de minister-president en de
Koning en daarnaast is hij voorzitter van de Raad van State, waarvan de troonopvolger vergaderingen
bezoekt om zich in te werken voor het koningschap. Wie deel uitmaakt van het koninklijk huis wordt
geregeld in de Wet lidmaatschap koninklijk huis. Leden hiervan vallen onder de ministeriële
verantwoordelijkheid en de regering wordt dus aangesproken op daden van het koninklijk huis. De
taken van de Koning zijn het oplezen van de troonrede op Prinsjesdag en het beëdigen van nieuwe
ministers en staatssecretarissen bij de vorming van het nieuwe kabinet.
De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers en bijna elke afdeling heeft ook een
staatssecretaris. De ministers en staatssecretarissen samen vormen het kabinet. Formeel gezien
staat de staatssecretaris onder de minister, maar in de praktijk heeft hij veel ruimte binnen zijn eigen
taken. Op het ministerie werken weer ambtenaren die het beleid voorbereiden. Een minister met
een portefeuille heeft een eigen ministerie waar ambtenaren voor hem werken. De minister zonder
heeft een werkruimte bij de andere minister en kan een beroep doen op die ambtenaren. De werking
van de ministerraad wordt geregeld in het Reglement van orde voor de ministerraad. Wekelijks zijn
, hier vergaderingen en staatssecretarissen zijn alleen aanwezig indien hun portefeuille aan de orde is.
De minister-president is voorzitter maar heeft geen bijzondere rechten. Hij is formeel gelijk aan de
andere ministers, maar is wel de woordvoerder van de regering en houdt de persconferenties.
De kabinetsformatie is de procedure van het vormen van een nieuw kabinet, wat je terugvindt in het
Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De informateur gaat in gesprek
met fractievoorzitters en doen verslag aan de Tweede Kamer. Die stellen weer een formateur aan die
de kabinetsformatie afrondt, wat de beoogde minister-president is. De kandidaten voor het
ministerschap of staatssecretaris worden voorgedragen voor fractievoorzitters en gaan in gesprek
met de formateur. Als het kabinet gevormd is, wordt het beëdigd door de Koning en vervolgens
wordt het regeerakkoord gepubliceerd. De eerste vergadering van het nieuwe kabinet is het
constituerend beraad, ook wel de oprichtingsvergadering genoemd.
Het parlement is in Nederland ook wel de Staten-Generaal en bestaat uit de Eerste en Tweede
Kamer. Kamerlidmaatschap valt niet te combineren met de functies minister en staatssecretaris.
Belangrijkste taken van het parlement zijn het samen met de regering vaststellen van de wetten en
het controleren van de regering. Beide Kamers hebben een Reglement van Orde, waarin
gedetailleerd is geregeld hoe vergaderingen verlopen en besluitvorming plaatsvindt. Jaarlijks stelt het
parlement de begroting vast (Tweede Kamer budgetrecht), wat bestaat uit een serie wetten. Op de
derde dinsdag van september wordt de ontwerpbegroting gepresenteerd op Prinsjesdag.
- de Tweede Kamer heeft 150 leden, gekozen door volk, elke 4 jaar nieuwe verkiezingen.
- de Eerste Kamer heeft 75 leden, gekozen door Provinciale Staten, elke 4 jaar nieuwe verkiezingen.
De Raad van State is het belangrijkste adviesorgaan van de Rijksoverheid. De twee hoofdtaken zijn:
advies geven over alle wetsontwerpen en het is onze hoogste bestuursrechter. De Raad van State
bestaat uit 12 personen die zijn geselecteerd aan de hand van hun juridische kennis. Deze leden
worden voor het leven benoemd en het lidmaatschap eindigt bij een leeftijd van 70 jaar. Formeel
gezien is de Koning de voorzitter, maar in de praktijk wordt het geleid door de vicevoorzitter. De
werking van de Raad van State staat in de Wet op Raad van State.
De Algemene Rekenkamer bestaat uit drie personen die bij koninklijk besluit op voordracht van de
Tweede Kamer worden benoemd. Zij houden zich beter met de rechtmatigheid en doelmatigheid
van de uitgaven van de regering. Ze brengen jaarlijks een verslag uit over het gevoerde financiële
beleid van de Rijksoverheid. Daarnaast brengen ze gevraagd en ongevraagd adviezen uit.
De Sociaal-Economische Raad (SER) is het belangrijkste adviesorgaan van de regering en het
parlement voor sociaal-economisch beleid. Ook zij geven gevraagd en ongevraagd advies en hun
werking kan gevonden worden in de Wet op de Sociaal-Economische Raad. De SER bestaat uit
vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers uit vakbonden en kroonleden (= door de overheid
benoemde onafhankelijke personen die deskundig zijn op sociaal-economisch gebied).
De Nationale ombudsman is de instantie waar burgers terecht kunnen met klachten over het
optreden van de overheid. Het gaat dan niet over de inhoud, maar over de wijze waarop een burger
behandeld is. Gemeenten kunnen kiezen voor een eigen ombudsfunctie of zich aansluiten bij de
Nationale ombudsman, maar ze zijn verplicht om een klachtenprocedure te hebben. De ombudsman
en zijn vervanger zijn door de Tweede Kamer benoemd voor een periode van zes jaar.