Dit document is een samenvatting van de toetsmatrijs van ASW-V2ONDERZ1-18. Dit is een vak gegeven in het tweede jaar van de opleiding social work van de Hogeschool Utrecht. Dit vak is gegeven in het jaar 2023/2024
Democratische rechtsstaat en mensenrechten.
Recht: een verzamelnaam voor alle overheidsregels die in onze samenleving gelden.
Recht heeft een tweeledig doel:
- Het ordent het menselijk gedrag door het stellen van regels.
- Het zorgt ervoor dat er bij conflicten een rechtvaardige oplossing komt.
4 rechtsbronnen:
- Wet: rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid.
- Jurisprudentie: wanneer de rechter een onduidelijke regel uitlegt en hij een nieuwe
regel formuleert/maakt. Als de andere rechters deze regel in latere
meningsverschillen ook toepassen is er sprake van jurisprudentie.
● ECLI-code: European Case Law Identifier.
- Gewoonte: een vaststaand en door iedereen erkend fenomeen dat in een bepaalde
sector ook als bindende rechtsregel wordt beschouwd.
- Internationaal verdrag: afspraken tussen 2 of meer staten die op schrift zijn gesteld
en gelden in de staten die partij zijn bij het verdrag.
● Het Europees Verdrag Tot Bescherming van de Rechten van de Mens.
● Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind.
Rechtsgebieden:
- Publiekrecht: regels voor de juridische verhouding tussen burgers en overheid.
● Staatsrecht, strafrecht en bestuursrecht.
- Privaatrecht: regels over de rechtsrelaties tussen burgers onderling.
- Internationaal recht: regels voor de verhouding tussen staten onderling.
Staatsrecht: de organisatie van de staat.
- Rechtsbronnen: de vindplaatsen van het recht.
- Grondrecht: de belangrijkste wet van het staatsrecht. Dit begint met grondrechten,
rechten die burgers hebben ten opzichte van de overheid.
- Organieke wetten: als er nadere regels moeten worden gemaakt in een wet, is de
uitwerking daarvan een organieke wet.
- Jurisprudentie: zie rechtsbronnen.
- Internationale verdragen: hebben veel invloed op onze nationale wetgeving.
- Gewoonte: een belangrijke rechtsbron. Veel staatsrechtelijke regels zijn in de praktijk
ontstaan en een gewoonte geworden.
- 3 kenmerken van een staat:
● Een staat heeft grondgebied.
● Er zijn inwoners
● Er is een regering die het gezag uitoefent.
- 3 kenmerken van een democratie en rechtsstaat:
● Vrije verkiezingen]
● Een parlementair stelsel: betrekking tussen regering en parlement.
● Respect voor de grondrechten.
- Rechtsstaat: zowel burgers als de overheid moeten zich aan de wet houden.
- Grondrechten: de fundamentele rechten van de burger.
● Klassieke grondrechten: hierin mag de overheid geen inbreuk in maken, tenzij
de wet haar die bevoegdheid geeft.
, ● Sociale grondrechten: leggen de overheid een bepaalde taak op.
- Botsende grondrechten: vb artikel: “verbod van discrinatie” En artikel 7 “vrijheid van
meningsuiting”. Hierbij bepaald de rechter of er sprake was van discriminatie.
Het strafrecht: regels die de overheid voor de veiligheid van de burgers belangrijk vindt.
Het bestuursrecht: regels waarvan de overheid zich moet houden als deze het land
bestuurd.
Het burgerlijk recht/civiel recht: regels voor de rechtsverhouding tussen burgers
onderling. Dit zijn zaken waar we dagelijks mee te maken hebben, zoals: kopen, trouwen,
scheiden, werken etc.
Internationaal recht: dit is voornamelijk in internationale verdragen vastgelegd.
Materieel recht: de inhoud van rechten en plichten.
Formeel recht: regels die aangeven op welke wijze het proces gevoerd moet worden.
Trias Politica: De verdeling van de macht in de wetgevende, uitvoerende en
rechtsprekende macht.
Wet in materiële zin: als een wet een algemeen verbindend voorschrift inhoudt.
Wet in formele zin: een wet die door samenwerking van de regering en Tweede en Eerste
Kamer tot stand is gekomen.
Hiërarchie van wetgeving:
Verdragsrecht en het Europees gemeenschapsrecht
→ Grondwet.
→ Wetten in formele zin.
→ Algemene maatregelen van het bestuur.
→ Ministeriële regelingen.
→ provinciale regelingen.
→ gemeentelijke verordeningen.
Absolute competentie: de bevoegdheid om over een bepaalde zaak te oordelen.
Kantonrechter: is bevoegd om te oordelen over vorderingen die geen hogere waarde
vertegenwoordigen dan €25000 en over huur- en arbeidsgeschillen.
Relatieve competentie: de regels over bij welke rechtbank, bij welk gerechtshof of bij welke
bestuursrechtelijke beroepsinstantie de zaak voorgelegd moet worden.
Kinderrechtenverdrag: Het doel hiervan is de positie van kinderen in de gehele wereld te
verbeteren.
4 kernbepalingen van het kinderrechtenverdrag:
- Artikel 2: het recht om in gelijke gevallen gelijk behandeld te worden.
, - Artikel 3: de verplichting om het belang van het kind de eerste overweging te laten
zijn.
- Artikel 6: het recht op leven en ontwikkeling naar volwassenheid.
- Artikel 12: het recht om gehoord te worden.
Sociale veiligheid: de bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat
veroorzaakt wordt door of dreigt van de kant van menselijk handelen.
Wat zijn mensenrechten?
- Een extreem belangrijke waarden voor individuen.
(Geloof, seksuele uiting, autonomie, waardigheid)
- Dat van verschillende kanten bedreigd kan worden.
(Geweld, spot, beperking, uitsluiting)
- Moet gelden voor iedereen of een bepaalde kwetsbare groep.
(Vluchtelingen, kinderen, zwangere vrouwen)
Mensenrechten: internationaal.
Verenigde Naties: (193 landen) een internationale organisatie.
Voordelen:
- Werkzaam in een groot gebied.
- Duidelijke wetgeving.
- Geschreven voor staten, bedrijven en individuen.
- Populair bij het grote publiek.
Nadelen:
- Staten hoeven zich er niet aan te houden.
- Het is te westers.
- Interpretatie van rechten en beperkingen wordt door de staten zelf gedaan.
Raad van Europa: (47 landen) een internationale organisatie.
Voordelen:
- Werkzaam in een groot gebied.
- Duidelijke wetgeving.
- Geschreven voor staten, bedrijven en individuen.
- Uitspraken hebben gewicht.
- Individuele klachtmogelijkheden.
- Grond voor schadevergoeding.
Nadelen:
- Traag.
, - Gaat slechts in op marges.
- Enkel overheden mogen aangeklaagd worden.
- Staten kunnen niet gedwongen worden.
- Enkel slachtoffers & staten mogen klagen.
- Natuurlijke rechtsmiddelen moeten worden beoordeeld.
Europese Unie (27 landen): politieke en economische unie.
Bij wie moet je aankloppen bij een schending?
- Het college voor de rechten van de mens.
- De politie → alleen bij ernstige discriminatie gevallen en misdrijven.
- NGO’s.
Kenmerken van een democratische wetstraat:
- De overheid mag slechts optreden op grond van algemene regels die democratisch
tot stand zijn gekomen.
- De macht van de overheid is verdeeld over verschillende organen of personen in de
staat.
- Een onafhankelijke rechter biedt burgers beschermingen tegen overheidsoptreden
dat willekeurig is of op een andere manier in strijd is met het recht.
- Burgers hebben fundamentele rechten die de overheid moet eerbiedigen.
Rollen van de overheid:
- Mensenrechten stellen grenzen aan wat de overheid mag doen.
● Recht op huisvesting betekent dat de overheid je niet zomaar uit je huis mag
zetten.
- Mensenrechten vragen om acties van de overheid.
● Het recht op onderwijs betekent dat de overheid ervoor moet zorgen dat alle
kinderen toegang hebben tot onderwijs.
- De overheid moet bescherming tegen inbreuken op je rechten voor anderen.
- De overheid moet geweld tussen mensen tegen gaan, ook in privésituaties.
Beperkingen van de rollen van de overheid:
- Vereiste dat de inbreuk berust op het wettelijke gedrag.
- Vereiste dat de inbreuk strekt tot bescherming van een legitieme doelstelling.
- Vereiste dat het beschermende recht niet in de kern is aangetast.
- Vereiste van het zoeken naar een redelijke middenweg tussen tegenstrijdige
belangen.
Wie controleert de overheid?
- Toezicht op de naleving van mensenrechten in Nederland: de rechter, politie, de
nationale ombudsman en het college van de rechten van de mens.
- Via de verdragen zijn er ook internationale toezicht procedures.
● Het Comité van onafhankelijke deskundigen onderzoekt hoe de Nederlandse
overheid zorgt voor naleving van de mensenrechten. Zij bestuderen
rapportages en behandelen klachten van individuen.
- Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nikitawouda. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.