Deze samenvatting gaat over het boek Talentgericht ontwikkeling op de basisschool. In deze samenvatting worden de hoofdstukken 3 t/m 7 beschreven met de daarbij behorende kernbegrippen.
ISBN: 9789046905494
Zorg Sociale Wetenschappen Samenvatting Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool
Hoofdstuk 3: Een dynamische visie op talent
3.2 Wat is talent?
In de literatuur wordt talent vaak gezien als een eigenschap of begaafdheid: daar waar het ene kind er veel van
heeft, heeft het andere er minder van, echt talent is uiteindelijk maar heel zeldzaam (begaafheidsbenadering).
Volgens theorie van complexe dynamische systemen ontwikkelt talent zich uit de interacties tussen een lln en
de ontwikkelings- en schoolcontext. Hier geldt: talent is een eigenschap van het hele systeem.
Daarnaast wordt talent gezien als iets wat in principe bij elk kind aanwezig is en door de juiste interactie met de
omgeving tot uiting kan komen.
De literatuur over talent neemt vaak retrospectief standpunt in t.o.v. talent. Dit kenmerkt zich door beschrijving
van eindresultaat als uitgangspunt te nemen. Men zet van hieruit stappen achteruit om te kijken welke
gebeurtenissen tot de uitkomst hebben geleid. De meerderheid van ontwikkelingsstudies kenmerkt zich door
de zoektocht naar de aan- of afwezigheid van kennis of vermogens op verschillende leeftijden.
In dit boek wordt er voor een prospectief standpunt gepleit. Kenmerkend is dat pril gedrag wordt gevolgd en
dat mogelijke trajecten vanuit de startpositie worden beschreven. Dit past bij de onderwijscontext waarbinnen
talent tot uitdrukking komt. De leerkracht moet vanuit de huidige situatie talentvol gedrag stimuleren. Zij
richten zich op de mogelijkheden van het kind.
In het boek wordt talent gedefinieerd als: het vermogen van een kind tot hoge ontwikkeling op een specifiek
gebied te komen. Talent wordt gekenmerkt door:
- Een hoog leerpotentieel op het betreffende gebied.
- Het vermogen om aan de omgeving een hoge kwaliteit van ondersteuning en hulp te ontlokken.
- Een grote diepte van verwerking.
- Constructie van nieuwe verklaringen en handelingen.
- Een hoge waargenomen leercompetentie.
- Een sterke betrokkenheid en neiging tot exploreren.
- Een positieve waardering voor de nieuwheid van de ontdekkingen.
Hoe hoog/hoe sterk dit geldt kan normatief beoordeeld worden: een individuele lln wordt vergeleken met een
groep/groepsgemiddelde. Maar kan ook door ipsatieve benadering: wanneer je een lln vergelijkt met zichzelf.
3.3 Dynamisch denken over de ontwikkeling van talent: de basisprincipes
1. Leerproces verloopt iteratief: De uitkomst van de vorige toestand is de oorzaak van de volgende toestand
-> Elk gedrag is het gevolg van het gedrag op een moment eerder. En elk gedrag veroorzaak het gedrag op
het volgende moment. Het is belangrijk dat elke stap in een tijdreeks het gevolg is van alle voorgaande
interacties in het hele systeem. Maar oorzaak en gevolg liggen niet op voorhand vast, iets kan een meer
gunstig of remmend effect hebben op de ontwikkeling.
2. Transitie: Door de herhaalde stappen (de iteraties) kan er een overgangstoestand ontstaan waarin het
systeem zichzelf herorganiseert. Vb. Leerling kan steeds op een hoger niveau rekenen.
3. Leren loopt niet lineair: Er is meestal geen sprake van een continue opgaande lijn. Vaak is er namelijk niet
alleen sprake van vooruitgang, maar zijn er ook steeds kleine terugvalletjes en kan er ook opeens sprake
zijn van een sprong.
4. De prestaties van een lln zijn vaak niet stabiel: Dit heet intra-individuele variabiliteit: De variatie in
gedragingen die kan worden waargenomen bij een individu. Dit heeft ook een functie. Juist als er sprake is
van veel variabiliteit staat een lln op het punt om een nieuwe ontdekking te doen of naar een hoger
prestatieniveau te gaan.
5. Ieder kind heeft niet één niveau van functioneren, maar een bandbreedte (range) aan prestaties. I.p.v.
prestaties van lln uit te drukken in één waarde is het beter op dit uit te drukken in een range, die zich in de
loop van de tijd uitbreidt. Belangrijk te bedenken is dat een lln een repertoire heeft aan verschillende
prestaties en dat de prestaties op bepaald moment afhankelijk kan zijn van context.
, 6. Prestaties zijn contextgevoelig. Prestaties zijn afhankelijk van de directe omgeving waarin ze plaatsvinden.
Dit zorgt ook voor een deel voor de variabiliteit in gedrag.
3.4 Talent als een opwaartse spiraal
Leerkracht en lln beïnvloeden elkaar voortdurend. Het proces kan eigenlijk alleen maar per stap worden
bijgestuurd of beïnvloed. Dat bijsturen/beïnvloeden leidt weer tot een volgende stap. Het proces heeft een
zelforganiserend karakter -> het ontstaat spontaan uit de interactie tussen de partners in het proces. Dit is te
illustreren in een opwaartse spiraal. Hierbij versterken allerlei factoren (binnen en buiten lln) elkaar. Lln
waarvoor deze opwaartse spiraal werkt, zullen zich onderscheiden -> excelleren. Excellentie is geen begaafdheid
(wat er altijd als was), maar een eigenschap van het hele systeem.
Echter bij lln kan de spiraal ook tot stilstand komen te staan of tot neergang. Opwaartse spiralen worden vaak
afgebroken als er interesses ontstaan die in concurrentie zijn met de oorspronkelijke belangstelling.
Er zijn veel oorzaken waarom een opwaartse spiraal doorgaat, stagneert of verdwijnt. De spiraal wordt gevoed
door een factoren. Deze factoren versterken en verzwakken elkaar in de vorm van een netwerk van invloeden.
3.5 De talentdriehoek
Dit is de basisvorm van een netwerk van invloeden. Het is de meest eenvoudige weergave van het netwerk, met
drie hoofdcomponenten: leerling, leerkracht en taak. Zij beïnvloeden elkaar. De driehoek is gebaseerd op de
didactische driehoek van Johann Herbart.
De driehoek speelt zich af op het microniveau in de les: het niveau van de afzonderlijke uitingen van leerkracht
en lln -> Hier ontstaat in het interactie het leerproces, hier ontstaan kennis en vaardigheden.
3.6 De punten van de talentdriehoek
Leerling: Zij moeten nieuwsgierig zijn. Een onderzoekende houding van lln geeft de interacties een belangrijke
impuls. Lln stelt vragen of exploreert met materiaal. Wanneer lln nieuw inzicht verwerft, motiveert dit om een
nieuw denkkader te ontwikkelen.
Leerkracht: Zij moet talentvol gedrag van lln zien. En inspelen op de initiatieven van de lln en hen op het juiste
moment genoeg info geven. Zij stelt prikkelende vragen.
Taak: Die moet interessant zijn. Met materiaal speel je in op de nieuwsgierigheid van de lln, deze biedt ook
handelingsmogelijkheden.
Als er sprake is van een optimale interactie ontstaan er talentmomenten -> momenten waarop leerkracht en lln
samen een optimaal niveau weten te bereiken.
3.7 Principes van talentontwikkeling
Vijf principes (richtlijnen) van talentontwikkeling om mee te werken:
1. Iedereen is talentvol en de ontwikkeling van een persoon kan alleen tot stand komen door deze als
talentvol te benaderen.
2. Jonge lln zijn van nature nieuwsgierig, hebben grote belangstelling voor wereld om hen heen en hebben
een onderzoekende houding.
3. Het zien van talentvol gedrag van lln, dit kunnen plaatsen in een ontwikkelingsperspectief en het daarnaar
handelen is een motor achter de verdere ontwikkeling van talent bij lln.
4. Het is belangrijk dat leerkracht zich ontwikkelt tot talentexpert. Hij kan talenvol gedrag van lln zien, dit
plaatsen in een ontwikkelingsperspectief en ernaar handelen.
5. Casusgestuurd leren is beste manier om als leraar oog te krijgen voor talentvol gedrag van lln en van jezelf.
Hoofdstuk 4 Leerling
4.2 De twee principes van talentontwikkeling bij de leerling
Principe 1: Iedereen is talentvol en de ontwikkeling van een persoon kan alleen tot stand komen door deze als
talentvol te benaderen.
Door de wisselwerking lln en omgeving, maakt dat lln op een bepaald moment een bepaalde mate van talent
laat zien, in de context waarbinnen het zich bevindt. Een lln heeft dus een repertoire aan verschillende
prestaties en de context bepaalt wat hij toont.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hoogeveendian. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.