Hoorcollege week 1 en 2
Bestuur – en organisatiewetenschap
KBO: kernthema’s B&O
Bestuur:
dicht op bestuurders, beleidsmakers, overheid
Macro: het systeem, het grotere plaatje
Richting: wat we willen
Voorschrijvend en normatief: hoe het zou moeten werken
Organisatie:
dicht op managers, professionals, uitvoerders
Meso/micro: interne organisatie. Mens + zijn sores
Inrichting: hoe we het doen
Beschrijvend en begrijpend: hoe het feitelijk werkt
Macro perspectief dat je bijvoorbeeld globalisering via internationaal opererende
organisaties als VN, rode kruis. Micro/meso perspectief is meer 1 product zoals nutella of
pringles.
1. Organisaties zin dus knooppunten of de spil waar alles om draait: zij ordenen onze
contacten, reguleren onze dag, regeren ons leven.
2. de rol als spil in de samenlevingis in de afgelopen eeuw almaar toegenomen: wij leven in
een organisatie-samenleving.
3. wij weten over het algemeen geen moer van organisaties en hun werking.
Want georganiseerd leven is vaak volkomen vanzelfsprekend.
Organisaties zijn belangrijk (1 en 2) terwijl we niet veel weten van hun werking (3 en 4), maar
zijn ze wel interessant om te bestuderen?
5. bestuurs – en organisatiewetenschap is buitengewoon boeiend en belangrijk.
6. Nederlanders (en zelfs studenten KBO|) denken dat het om je privéleven draait, maar in
de praktijk draait het (minstens evenzeer) om je werk
Nederland ten opzichte van andere europese landen:
Arbeidsethos: onderaan (t.g.v. hobbies, quality time, mantelzorg)
Deeltijdwerken: koploper (gemiddeld 30.6 uur per week, vgl België (37.1)
Arbeidsproductiviteit: hoog
Werk = geld + spullen
= identiteit + status
= uitdaging + betekenis
= sociaal netwerk
, = bijdragen a/d maatschappij
= plezier + geluk
Stelling 7 tot 10 meer gericht op praktijk van KBO.
Cultuurmanagement en zelfsturing grey 2 organizational culture and selfmanagement
Postbureaucratie en verandermanagement grey 4 post-bureaucracy and change
management (hoofdstuk 5 alleen lezen, geen tentamenstof)
Cultuur en symboliek martin organizational culture theory
Macht en politiek young on the naming of the rose
Overzichtje grey conclusion
Gofman op canvas
Doelen van KBO
Kennis en begrip: de student verwerft kennis van en inicht in theorieën, begrippen en
benaderingen op het terrein van het sociaal-wetenschappelijk denken over bestuur
en organisaties
Toepassing en communicatie: de student is in staat om de verschillende theorieën en
benaderingen te verwoorden, met elkaar te vergelijken en toe te passen op een
praktijksituatie
Oordeelsvermogen: de student ontwikkelt een kritische blik op de theorie en praktijk
van bestuur en organisatie/organiseren
Human relations theory and people management (p. 51 t/m 58 doorlezen)
Bureaucracy and scientific management (p. 25 t/m 31 komt aan bod in college 4)
Wat is eigenlijk een “organisatie”?
Organization happens when people work together to accomplisch some desired end state or
goal. It can happen through intentionally, designed activity, spontaneous improvisation, or
some combination of the two, but it always depends upon coordinated action. The
coordination of human interests and activities can range from the simple to the massively
complex, and it goals from the mundane to the exotic.
Een organisatie is een doelgerichte samenbundeling van kennis, vaardigheden en kracht
tussen enkele (meestal drie of meer) personen die primair middelen en activiteiten
aanwendt om te voorzien in de behoefte aan producten en/of diensten in haar omgeving.
Organisatie = orde en wanorde. Daar waar het misgaat, hoe kan dat en hoe lossen we het
op?
Vaststaand ding/ product of een proces?
, Organisaties zijn niet per sé dingen, zoals mensen. Maar het bestaat bij de gratie van de
gedachte erbij dat het bestaat als organisatie.
7. het fenomeen organisatie is (net als bestuur) niet eenduidig. Het is van alles tegelijk. Orde
en wanorde, proces én product.
8. elke ordening (historisch, theoretisch, thematisch) van het gebied B&O is per definitie
onvolmaakt en onvolledig en dus een tikje willekeurig.
Rationele versus humanistische sturing 1900 – 1940, jaren 60
De formele versus de informele organisatie jaren 50 en 60
Organisatie en omgeving jaren 60 en 70
Structuur versus cultuur jaren 80 en 90
Bureaucratie versus postbureaucratie jaren 90 tot nu
*cursushandleiding voor toelichting
Bestuur/management de B-lijn.
- Scientific management
- ‘humanistisch’ management
- Cultuurmanagement en zelfsturing
- Postbureaucratie en verandermanagement
Mens & organisatie de O-lijn:
- Bureaucratiestudies, besluitvormingsstudies
- Contingentietheorie, institutionele theorie/enactmenttheorie
- Organisatiecultuur, macht en politiek en identiteit
Paradigmastrijd in de organisatiewetenschappen
Managerialistisch, positivistisch (organisatie als rationeel systeem), kritisch-afstandelijk,
constructivistisch (organisatie als sociale constructie/ leefwereld)
Oftewel:
Positivisme vs constructivisme:
De positivist gaat uit van een objectief bestaande, en objectief te observeren werkelijkheid
(een wetenschapper ‘meet’ de ‘objectieve’ kenmerken).
De constructivist gaat uit van een werkelijkheid die door mensen wordt geconstrueerd (een
wetenschapper bestudeert hoe mensen hun wereld interpreteren en construeren).
Managerialisten versus critici
Managerialisten richten zich op de vraag hoe organisaties effectiever zijn te besturen (zij
hebben dezelfde belangen en belangstelling als managers).
Critici blijven op kritische afstand en schrijven over, in plaats van voor management en
organisaties. Vaak zijn zij ook partijdig door sympathie voor wie wordt ‘gemanaged’. Waarbij
sommigen een organisatie neerzetten als instrument van onderdrukking/ overheersing.