100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Motivatie en de zelfsturende mens boeksamenvatting €5,69   In winkelwagen

Samenvatting

Motivatie en de zelfsturende mens boeksamenvatting

 12 keer bekeken  0 keer verkocht

volledige boeksamenvatting van de hoofdstukken die van belang zijn voor het tentamen: Motivatie en de zelfsturende mens H1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13

Voorbeeld 4 van de 47  pagina's

  • Nee
  • 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13
  • 24 oktober 2023
  • 47
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (51)
avatar-seller
yasmin_koujil
1. Introductie
Motivatie
Motivatie is het willen. Het is een conditie dat verlangt naar verandering in het zelf of de omgeving (ik
wil mijn gedrag veranderen). Twee hoofdredenen waarom motivatie van belang is, is ten eerste; leren
over motivatie is erg interessant om te doen. Alles dat ons vertelt over wat we willen en verlangen,
waarom we willen wat we willen en hoe we onze levens kunnen verbeteren is interessant. Ten tweede
is leren over motivatie waardevol, nuttig en een zeer waardevolle zaak om te doen. Het studeren van
motivatie en emotie is een kans om theoretische inzicht en praktische knowhow te verwerven. De
studie van motivatie en emotie is een gedragswetenschap. De term wetenschap wijst dat antwoorden
tot motivationele vragen vereisen objectieve, data-gebaseerde, empirische bewijs opgedaan uit goed
uitgevoerde en peer reviewed onderzoeksresultaten. Om de aard van iets te begrijpen en verklaren hoe
het werkt, moet een theorie twee dingen doen. Ten eerste moet zij de relaties identificeren die bestaan
tussen natuurlijk voorkomende en observeerbare fenomenen. Ten tweede moet het verklaren waarom
die relaties bestaan. Onderzoekers ontwikkelen een diepgaand begrip van motivatie en emotie door
hun theorieën voor te stellen en te testen. En door deze te verfijnen en toe te passen, ontwikkelen
onderzoekers werkbare oplossingen voor motivatieproblemen in het leven. De studie focust op het
bieden van de best mogelijke antwoorden op de vragen: wat veroorzaakt gedrag en waarom varieert
gedrag in intensiteit.

Gedrag
Om uit te leggen waarom mensen doen wat ze doen, moeten we uitleggen wat gedrag zijn energy,
richting en persistentie geeft. Energy geeft aan dat gedrag kracht heeft dat sterk, intens en
veerkrachtig is. Richting geeft aan dat gedrag een doel (purpose) heeft. persistentie geeft aan dat
gedrag uithoudingsvermogen heeft. Een motief is een intern proces dat gedrag stimuleert, stuurt en
in stand houdt. Het verschil tussen algemeen motief en een specifieke behoefte, cognitie, of emotie
is het analyse niveau. Behoeften zijn voorwaarden binnen het individu die essentieel en noodzakelijk
zijn voor instandhouding van het leven en voor het voeden van groei en welzijn (twee biologische
behoeften zijn honger en dorst). Behoeften dienen het organisme, en dat doen ze door (1) het
genereren van wensen, verlangens die het gedrag motiveren dat nodig is voor de instandhouding van
het leven en de bevordering van groei en welzijn en (2) het genereren van een diep gevoel van
behoeftebevrediging door dit te doen. Cognities verwijzen naar mentale gebeurtenissen. Cognitieve
bronnen van motivatie hebben betrekking tot iemands manieren van denken. Emoties zijn complexe
gecoördineerde gevoel-arousal-doelgericht-expressieve reacties op belangrijke gebeurtenissen in ons
leven. Er zijn vier onderling verbonden aspecten van ervaring; (1 )Gevoelens: Subjectieve, verbale
beschrijvingen van emotionele ervaringen. (2) Arousal: Lichamelijke mobilisatie om met de eisen van
de situatie om te gaan. (3) Doel: Motiverende drang om op dat moment iets specifieks te bereiken.
(4) Expressie: Non-verbale communicatie van onze emotionele ervaring aan anderen.

Expressie van motivatie
Er zijn vijf manieren waarop je motivatie kunt herkennen als je het ziet; (1) gedrag, (2)
betrokkenheid, (3) psychofysiologie, (4) hersenactivaties, (5) zelfrapportage. (1) Zeven aspecten van
gedrag drukken de aanwezigheid, intensiteit en kwaliteit van motivatie uit; moeite, persistentie,
waarschijnlijkheid van antwoord, latentie, keuze, gezichtsuitdrukkingen, lichamelijke gebaren. (2)
Betrokkenheid verwijst naar hoe actief betrokken iemand is in een taak. Het is een
multidimensionaal construct dat bestaat uit de vier verschillende, maar onderling gecorreleerde en
elkaar ondersteunende aspecten van gedrag (mate inspanning), emotie (aanwezigheid positieve
emoties), cognitie (hoe strategisch iemand info probeert te verwerken) en agency (mate van
proactieve en constructieve bijdrage aan de activiteit bijv. vragen stellen). (3) de term verwijst naar
het proces waarbij psychologische toestanden veranderingen veroorzaken in iemands fysiologie. (5)

,hierbij wordt er simpelweg gevraagd over aanwezigheid, intensiteit en kwaliteit van hun motivatie.
Deze moet worden ondersteund door een van de andere meetniveaus.

Kader om motivatie en emotie te begrijpen
Tien bindende thema’s
Tien bindende thema’s kunnen worden vastgesteld om alle informatie aan veronderstellingen,
hypothesen, theorieën, bevindingen en toepassingsgebieden samen te brengen op een zinvolle en
samenhangende manier;

1. Motivatie en emotie komen aanpassing en functioneren ten goede
2. Motivatie en emotie sturen de aandacht
3. Motivatie en emotie zijn ‘interveniërende variabelen’
4. Motieven variëren in de tijd en beïnvloeden de lopende stroom van gedrag
5. Er bestaan soorten motivaties
6. We zijn niet altijd bewust van de motivationele basis van ons gedrag
7. Motivatiestudie onthult wat mensen willen
8. Om te groeien heeft motivatie steunende voorwaarden nodig
9. Het is makkelijk om te doen wat zelden werkt wanneer je anderen probeert te motiveren.
10. Niets is zo praktisch als een goede theorie

2. Motivatie en emotie in historisch perspectief
Filosofische oorsprong van motiverende concepten
De wortels van motivatie en emotie studie danken hun oorsprong aan de oude Grieken; (1) Plato, (2)
Aristoteles, (3) Socrates. (1) Plato stelde voor dat motivatie voortkwam uit een driedelige, hiërarchisch
geordende ziel. Op biologisch niveau droeg het apetetieve aspect bij aan lichamelijke eetlust en
verlangens. Op sociale niveau droeg het competitieve aspect bij aan sociaal erkennende normen en op
hoogst niveau droeg het berekeningsaspect bij tot het vermogen om beslissingen te nemen. het
appetitieve aspect komt overeen met Freuds ID, competitieve aspect met superego en het berekende
aspect met ego. (2) Aristoteles was het eens met dit model, hoewel hij voorkeur gaf aan een andere
terminologie (voedend, gevoelig en rationeel). Dit werd gereduceerd tot dualisme van het lichaam en
de rede van de geest. De tweedelige psyche behield de hiërarchische aard van de Grieken omdat het
zijn belangrijkste onderscheid maakte tussen wat irrationeel, impulsief en biologisch was (het lichaam)
versus wat rationeel, intelligent en spiritueel was (de geest). In het post renaissance tijdperk voegde
Descartes wat toe aan dit geest lichaam dualisme. Hij maakte onderscheid tussen passieve en actieve
aspecten van motivatie. Dit stuurde geleerden naar de biologisch gebaseerde studie van anatomie en
fysiologie. Om actieve en doelgerichte drijfveren te begrijpen was een intellectuele analyse van de wil
wat geleerden stuurde naar de studie van filosofie. Voor Descartes was de ultieme motiverende kracht
de wil. De wil was een vermogen van de geest die de lichamelijke eetlust en passies beheerst in het
belang van deugd en verlossing door het uitoefenen van zijn macht om te kiezen. Door toekennen van
exclusieve bevoegdheden van motivatie aan de wil, stelden de filosofen de eerste grote theorie van
motivatie door.

Grote theorieën
‘De wil motiveert alle actie’ is een grote theorie van motivatie. Het identificeert een enkele
allesomvattende oorzaak die een fenomeen volledig verklaart. Filosofen vonden de wil even lastig uit
te leggen als motivatie. Filosofen schilderden zichzelf in de hoek door het probleem te
vermenigvuldigen in plaats van te verkleinen. Darwins biologische determinisme had twee belangrijke
effecten op het wetenschappelijk denken. (1) het voorzag biologie met evolutie wat de blik van
mentale motivatie concepten naar mechanistische en genetische concepten wendde. (2) het eindigde
mens-dier dualisme en kwam met instinct als oorzaak van dierlijk gedrag. Genetisch begaafdheid

,creëerde instinct. In de 19e eeuw werden biologische en lichamelijke driften, impulsen, eetlusten
behouden van het dualisme. William James kwam met de instinct theorie van motivatie; de
aanwezigheid van een passende stimulus vertaalde instinct in een impuls voor actie. Een generatie
later kwam McDougall met een instinct theorie; Instincten beïnvloeden waarneming, genereren
emotionaliteit en wekken doelgericht gedrag in de richting van inherent gewenste doelen. Het verschil
tussen James en McDougall’s theorieën is dat de theorie van McDougall vertelt dat zonder instincten
mensen geen actie zouden ondernemen. Motivatie is te danken aan verzameling genetisch bepaalde
instincten. Na onderzoek bleek dat mensen op manieren handelen die hun unieke levenservaringen
weerspiegelen en niet hun gedeelde instincten. Het eindigde als de wil. Vervolgens ontwikkelde de
drive (gedrevenheid); de functie van gedrag is om lichamelijke behoeften te dienen. Twee meest
omarmde drift theorieën kwamen van Freud en Hull.
Freuds drive theorie
Al het gedrag is gemotiveerd en het doel van gedrag is om verzadiging van biologisch gebaseerde
lichamelijke behoeftes te dienen. Biologische driften zijn voortdurend en onvermijdelijk terugkerende
omstandigheden in het lichaam die energieophoping in het zenuwstelsel produceren. Volgens Freud
was drive een psychologisch waarschuwingssysteem dat actie moest worden ondernomen. Gedrag
dient lichamelijke behoeften terwijl angst (drive) functioneert als een tussenpersoon om ervoor te
zorgen dat behoefte dienend gedrag plaatsvond als en wanneer nodig. Er zijn vier componenten binnen
Freuds’ drive theorie; bron (ontstaan lichamelijk tekort, laag bloedsuikerspiegel) > impuls (groeiende
tekort wordt psychologische drang; angst) > doel (angst verminderen) > object (verzadiging voor een
periode).
Huls drive theorie
drive is een gebundelde energiebron samengesteld uit alle huidige lichamelijke tekorten/stoornissen.
Een opvallende nooit eerder benoemde motivatie theorie kenmerk is dat hoge vs. lage motivatie
voorspeld en experimenteel gemanipuleerd kan worden. Beroofd worden van eten laat de drive
toenemen in verhouding tot duur van deprivatie. Dit betekende het begin van wetenschappelijke studie
van motivatie. Gewoonte leidde gedrag, niet drive, wat het stimuleert. Om dit aan te tonen
ontwikkelde hij een formule; sEr (sterkte gedrag)= sHr (habit sterkte) x D (drive), zonder drive (d)
gewoonte (h) is er geen gedragsactiviteit (e). samenvatting door Neal Miller; drive > cue > response >
reward. Later kwam de K (externe stimulerende motivatie) erbij. sEr = sHr x D x K. d (interne
stimulatie door verstoringen/interne drive) en k (externe stimulatie via kwaliteit
prikkel/omgevingsprikkel) zijn motivatie termen.
Verval van drive theorie en post drive theorie jaren
Drive theorie van Freud en Hull waren gebaseerd op drie fundamentele assumpties; (1) drive ontstaat
uit lichamelijke behoeftes, (2) drive activeert gedrag, (3) drive reductie is versterkend en leidt tot
leren. Na tests in jaren 50 ontstond steun als beperking; motivatie kan voortkomen uit andere bronnen
dan iemands’ lichamelijke stoornissen (anorexia), externe bronnen van motivatie kunnen gedrag
stimuleren (toegevoegde K in Hulls theorie), leren vindt vaak plaats zonder vermindering van
motivatie. Uiteindelijk moesten onderzoekers weer hun zoektocht uitbreiden en verbreden. Vroeg
jaren 50 waren de heersende motivatietheorieën de bekende theorieën. Naarmate motivatiestudie en
nieuwe bevindingen opdoken, moest het veld buiten grenzen van de grote theorieën treden om
vooruitgang te boeken. In 1970 ontstonden mini-theorieën van motivatie. Stimulans (externe
gebeurtenis die benadering en vermijdingsgedrag activeert en leidt) en opwinding waren twee
motivatieprincipes in die tijd. D moest worden verwijderd uit formule. Hedonisme; organismen
benaderen signalen van plezier en vermijden signalen van mijn. Zo ontstonden 3 nieuwe kenmerken;
(1) nieuwe motivatie concepten, (2) motivatie toestanden kunnen worden verworven door ervaring
i.p.v. uitsluitend geërfd door biologie, (3) een beeld van motivatie die verandering van moment tot
moment benadrukt (opwinding). Hierbij nam afkeer van motivatietheorie toe. Basis daarvan is
neurowetenschappelijke vondst dat een arousal systeem in de hersenstam. Centrale ideeën hiervan

, waren; (1) arousal steunt een verscheidenheid aan processen die alertheid, waakzaamheid en
activering regelen. (2) arousalniveau van individu is meestal functie van hoe stimulerend omgeving is.
(3) gematigd niveau arousal = ervaring van plezier en optimale prestaties. (4). Men onderneemt
strategisch gedrag om arousalniveau te verhogen/verlagen. (5) wanneer onderprikkeld, wordt gezocht
naar manieren arousal te verhogen. (6) wanneer overprikkeld, wordt gezocht naar manieren arousal te
verminderen. Deze principes worden samengevat in de omgekeerde U curve; Hoge stimulatie = stress
en spanning, lage stimulatie = verveling en rusteloosheid.

Opkomst van de mini theorieën
Mini theorieën zoeken naar begrip van één bepaald motivationeel fenomeen (prestatiemotivatie),
omstandigheid die motivatie beïnvloedt (rolmodellen), theoretische vraag (relatie cognitie en emotie).
Het verklaart sommige gemotiveerde gedragingen. Mini theorieën; prestatiemotivatietheorie,
attributietheorie van prestatiemotivatie, cognitieve dissonantietheorie, cognitieve evaluatie theorie,
effectieve motivatie, verwachting x waarde theorie, flor theorie, intrinsieke motivatie,
doelstellingentheorie, aangeleerde hulpeloosheidstheorie, reactiviteitstheorie, zelfeffectiviteitstheorie,
zelf-schema’s. Drie historische trends verklaarden waarom de motivatiestudie de grote theorieën
achter zich liet om de nieuwe traditie van mini theorieën te omarmen; (1) actieve aard van de persoon ,
(2) cognitieve revolutie, (3) maatschappelijk relevante vragen.

Hedendaags tijdperk
Thomas Kuhn beschreef geschiedenis met de gezegde; discipline boekt zowel continue (geleidelijke
ontwikkeling) als discontinue (ondermijning door ideeën) vooruitgang. In de pre paradigmatische fase
wortelt primitieve begin van een discipline als deelnemers verschillende vragen stellen, verschillende
methoden gebruiken, verschillende problemen nastreven, en het in principe oneens zijn en veel
discussiëren. Uiteindelijk ontstaat een nieuwe paradigma.

Korte geschiedenis van emotiestudie
De studie van emoties loopt parallel met en vult die van motivatie aan maar heeft ook een eigen unieke
ontwikkeling doorgemaakt. Emotie is recent (begon met ‘tumult; onhandelbaar, krachtige, sterke
lichamelijke reactie’, vervolgens Descartes; de ziel en passie). Waarom mensen zo reageren op
belangrijke gebeurtenis werd gedebatteerd. Bijvoorbeeld; de evolutionisten stelden dat de reacties
aangeboren waren en dienden voor individuele verandering aan kansen en uitdagingen in de
omgeving. Een centrale vraag is hoe specifiek vs. algemeen emoties zijn. De studie focust
gemeenschappelijk op de zes blijvende vragen; wat is een emotie?, wat veroorzaakt een emotie?
Hoeveel emoties zijn er? Zijn emoties constructieve activa of disfunctionele passiva? Kunnen we onze
emoties controleren? Wat is het verschil tussen emotie en stemming? Wat is de relatie tussen emotie
en cognitie? Wat is de relatie tussen emotie en motivatie?

Conclusie
Motivatieconcepten hebben een filosofische oorsprong. vanaf de oude Grieken tot aan de Europese
Renaissance werd motivatie begrepen binnen de twee thema's van wat rationeel, immaterieel en actief
en wat impulsief, biologisch en reactief is. Wil was doodlopend. Vervolgens focus op biologisch-
fysiologische analyse van motivatie door te richten op mechanistische, genetisch bepaalde concept van
het instinct. Hierbij werd niet aangeleerd gedrag dat energie en doel had verklaard door gebruik van
een concept waarvan de oorsprong kon worden geïdentificeerd. Instinct bleek ook doodlopend te zijn.
De derde theorie was drive met focus op Freuds en Hulls theorie. hierbij werd gedrag gemotiveerd in
de mate dat het de behoefte van het organisme diende en een homeostase herstelde. Voorspelling van
motivatie maakte deze theorie nog veelbelovender. Uiteindelijk bleek dit ook beperkt te zijn.
Vervolgens kwamen kandidaten stimulans en opwinding naar voren, maar werd duidelijk dat voor
vooruitgang in het begrijpen van motivatie, het veld buiten de grenzen van de grote theorieën moest
treden en minder ambitieuze, meer vruchtbare mini theorieën moest omarmen. Drie trends verklaarden
deze overgang; motivatiestudie haar toewijding aan een passieve kijk op de menselijke natuur

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yasmin_koujil. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,69. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75323 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,69
  • (0)
  Kopen