Motivatie en de Zelfsturende
Mens Samenvatting Boek
Hoofdstuk 1 – Introducti e
Wat is motivatie? Waarom is het belangrijk?
Motivatie is willen. Motivatie is een toestand in ons die een verandering in het zelf of een
verandering in de omgeving verlangt. Het bevat dus een actieve component (verandering willen).
Motivatie wetenschap
De term motivatie wetenschap betekent dat antwoorden op motivatie vragen objectief, data-
gebaseerd, empirisch bewijs verkregen uit goed uitgevoerd en peer-reviewed onderzoeksbevindingen
nodig hebben. Over het algemeen ontwikkelen onderzoekers een diep begrip van motivatie en
emotie door hun theorieën op te stellen en te testen. Door het verfijnen en toepassen van hun
theorieën, ontwikkelen onderzoekers werkbare oplossingen voor de motivatieproblemen van het
leven.
Twee eeuwige vragen
Wat veroorzaakt gedrag?
We zien mensen gedrag vertonen, maar we kunnen de onderliggende oorzaak die het gedrag
genereerd niet zien. Het is handig om deze algemene vraag uit te breiden in 5 specifieke vragen:
1. Waarom begint gedrag?
2. Eenmaal begonnen, waarom blijft gedrag in de loop van de tijd behouden?
3. Waarom is gedrag gericht op sommige doelen en toch weg van andere?
4. Waarom verandert gedrag zijn richting?
5. Waarom stopt gedrag?
Waarom varieert gedrag in intensiteit?
Gedrag varieert zowel binnen een individu, dus per situatie of tijd, maar ook tussen individuen. Als de
motivatie varieert, varieert ook het gedrag. Mensen delen allemaal dezelfde basis motivaties en
emoties, maar mensen verschillen duidelijk in wat hen motiveert.
Onderwerp
1
,Om te verklaren waarom mensen doen wat ze doen, moeten we de interne processen uitleggen die
het gedrag zijn energie, richting en vasthoudendheid geeft. Deze interne processen zijn het
onderwerp van het onderzoek naar motivatie.
- Energie Impliceert dat gedrag kracht heeft – dat het relatief sterk, intens en veerkrachtig
is.
- Richting Impliceert dat gedrag een doel heeft – dat gericht is op of wordt geleid naar een
bepaald doel of resultaat.
- Persistentie Impliceert dat gedrag weerstandsvermogen (endurance) heeft – dat het
zichzelf in stand houdt in tijd en verschillende situaties.
Interne motieven
De drie interne processen die gedrag zijn kracht, doel en weerstandsvermogen geven (i.e. zijn
energie, richting en persistentie) zijn behoeften, cognities en emoties. Behoeften, cognities en
emoties zijn allemaal specifieke typen van interne motieven.
- Behoeften zijn omstandigheden in het individu die essentieel en noodzakelijk zijn voor het in
stand houden van het leven en voor het koesteren van groei en welzijn.
o Bijv. honger, dorst of er toedoen.
- Cognities verwijzen naar mentale gebeurtenissen, zoals gedachten, overtuigingen,
verwachtingen, doelen en het zelfconcept, die de manieren van denken representeren.
Cognitieve bronnen van motivatie hebben betrekking op de manier van denken van een
persoon.
- Emoties zijn complexe maar gecoördineerde gevoel-arousal-doelgerichte expressieve reacties
op belangrijke gebeurtenissen in ons leven. Ze genereren korte, aandachttrekkende
uitbarstingen van noodachtig adaptief gedrag. Ook synchroniseren ze vier met elkaar
samenhangende aspecten van ervaring tot een geheel, wat ons in staat stelt om adaptief te
reageren.
1. Gevoelens: Subjectieve, verbale beschrijvingen van emotionele ervaringen.
2. Arousal: Lichamelijke mobilisatie om met situationele eisen om te gaan.
3. Doel: Motiverende drang om op dat moment iets specifieks te bereiken.
4. Expressie: Non-verbale communicatie van onze emotionele ervaring aan anderen.
Externe gebeurtenissen en sociale contexten
Externe gebeurtenissen zijn omgevings-, sociale en culturele aanbiedingen die de interne motieven
van een persoon beïnvloeden. Externe motieven zijn op zichzelf geen directe bronnen van motivatie.
De motiverende kracht van stimulansen en beloningen is namelijk terug te voeren op de dopamine-
ontlading die optreedt in de hersenen wanneer een waardevolle beloning wordt verwacht.
Motivatie versus invloed
- Invloed: Het sociale proces waarin de een de ander verzoekt om zijn of haar gedrag of
gedachten te veranderen.
2
, - Motivatie: Geeft iemand de energie en richting die nodig is om op een open, adaptieve,
probleemoplossende manier met de omgeving om te gaan.
Het verschil tussen invloed en motivatie houdt in dat bij het beïnvloeden van iemand, je die persoon
zover krijgt dat hij of zij doet wat jij wilt dat hij of zij doet. Wanneer je iemand motiveert, geef je
energie en sturing aan hun gedrag, betrokkenheid en coping.
Uitingen van motivatie
Motivatie is een persoonlijke en niet-waarneembare ervaring. Toch zijn er 5 manieren waarop je
motivatie uitgedrukt kan worden:
Gedrag
7 aspecten van gedrag drukken de aanwezigheid, intensiteit en kwaliteit van motivatie uit:
1. Inspanning: Inspanning tijdens een taak. Gebruikte percentage van de totale capaciteit.
2. Persistentie: Tijd tussen wanneer het gedrag begint en eindigt.
3. Latentie: Tijd die het duurt voordat er aan de taak wordt begonnen.
4. Keuze: Wanneer er twee of meer handelwijzen worden aangeboden, waarbij de voorkeur
wordt gegeven aan de ene handelwijze boven de andere.
5. Waarschijnlijkheid van reactie: Aantal (of percentage) keer dat de persoon een bepaalde
doelgerichte reactie uitvoert, gegeven het totale aantal mogelijkheden daartoe.
6. Gezichtsuitdrukkingen.
7. Lichamelijke gebaren.
Bij hoge inspanning, lange persistentie, korte latentie, hoge waarschijnlijkheid van reactie, gezichts- of
gebarenuitdrukkingen, is er bewijs voor een relatief intense motivatie. En vice versa.
Betrokkenheid
Betrokkenheid verwijst naar de mate waarin een persoon actief betrokken is bij een taak. Het is een
multidimensionaal construct dat bestaat uit vier aspecten:
1. Gedrag. Is synoniem met de gedragingen hierboven genoemd.
2. Emotie. Emotionele betrokkenheid verwijst naar de aanwezigheid van positieve emoties
tijdens de activiteit en de afwezigheid van negatieve emoties.
3. Cognitie. Cognitieve betrokkenheid verwijst naar de mate van strategische
informatieverwerking en diepgaand leren.
4. Agentschap. Agentische betrokkenheid verwijst naar de mate van de proactieve en
constructieve bijdrage aan de stroom van activiteit (bijv. vragen stellen).
3
, Psychofysiologie
Psychofysiologie: De studie naar de interactie tussen lichamelijke en mentale toestanden.
Motivatie en emotie kunnen zichzelf ook uitdrukken door veranderingen in psychofysiologie zoals
veranderingen in hartslag, bloeddruk, ademhalingssnelheid en de uitscheiding van hormonen zoals
adrenaline en cortisol.
Hersenactivaties
Motivatie en emotie kunnen zichzelf ook uitdrukken door breinactivaties zoals toegenomen activiteit
in bepaalde regio’s van het corticale en subcorticale brein. Hersenactivaties markeren stijgingen,
dalingen en instandhouding van motiverende en emotionele toestanden.
Zelfrapportage
Door vragenlijsten of interviews die mensen naar hun subjectieve ervaringen vragen. Zelfrapportage
kan bruikbaar en nuttig zijn, maar moet altijd worden ondersteund en geverifieerd door het gedrag,
de betrokkenheid, de psychofysiologie en hersenactiviteit.
Kader om motivatie en emotie te begrijpen
4