Medische Kennisgebieden
BLOK 1
KLINISCHE PATHOLOGIE
Inhoud
Klinische pathologie H.3 p.35-42................................................................................................................1
Klinische pathologie H.4 p 54-56.................................................................................................................2
Klinische pathologie H.7 p 99-101...............................................................................................................4
Klinische pathologie H.8 p 131-134.............................................................................................................5
Klinische pathologie H.9 p 168-170.............................................................................................................7
Klinische pathologie H.12 p 245-257...........................................................................................................8
Klinische pathologie H.14 p294----315........................................................12
294-295.....................................................................................................................................................12
298-299.....................................................................................................................................................12
300-306.....................................................................................................................................................13
312-315.....................................................................................................................................................15
Klinische pathologie H.17 p 401-404.........................................................................................................17
,Klinische pathologie H.3 p.35-42
Ziekteoorzaken kunnen worden onderverdeeld in:
- Endogene factoren van binnenuit, erfelijke factoren
- Exogene factoren van buitenaf, omgevingsfactoren
Endogene factoren zijn vanaf de bevruchting vastgelegd in de genen. Erfelijkheid.
Autosomaal recessieve aandoeningen: hier wordt een kind alleen ziek als het van beide ouders
het afwijkende gen krijgt. DD 25% (Gezond), Dd 2x 50% (drager) en dd 25% (afwijkend/ziek).
Autosomaal dominante aandoening: de zieke ouder heeft Dd, de gezonde ouder dd. Hier wordt
het kind ziek als het Dd krijgt. Dd 50% (ziek) of dd 50% (gezond).
X-gebonden recessieve aandoeningen: hierbij kunnen vrouwen drager zijn en zijn mannen ziek
omdat Y het niet kan compenseren. 25% kans op zieke zoon, 25% kans op gezonde zoon, 25%
kans op dragende dochter en 25% kans op gezonde dochter.
Exogene ziekteoorzaken zijn omgevingsfactoren.
Micro-organismen en wormen: slechts een klein deel van de micro-organismen is pathogeen
(ziekteverwekkend). Sommige zijn met name ziekteverwekkend bij mensen met een verzwakte
afweer, andere maken vrijwel ieder besmet persoon ziek, of deze nu een verzwakte afweer heeft of
niet. Micro-organismen worden in vier hoofdsoorten onderverdeeld met ieder hun eigen
tegenmiddel: bacteriën (antibiotica), virussen (virostatica), gisten of schimmels (antimycotica) en
protozoën (antiprozotica). Tegen wormen helpt anthelmintica.
Chemische factoren: het gaat hier om stoffen die inwerken op het menselijk lichaam. Denk aan
teer uit sigaretten, uitlaatgassen en bestrijdingsmiddelen. Ook ziekten die ontstaan door
bijwerkingen van geneesmiddelen berusten vaak op een chemische reactie.
Fysische factoren: veroorzaken letsel door bijvoorbeeld een ongeval of door mishandeling:
mechanische letsels (ongevallen), thermische letsels (hoge/lage temperaturen), elektriciteitsletsels
(stroomdraden ed), stralingsletsel (zon/röntgen) en geluidsoverbelasting (te hard geluid).
Voedingsgebrek versus overvoeding: voedingsgebrek en overvoeding kunnen beide ziekte
veroorzaken. Het kan gaan om tekort aan brandstoffen en/of tekort aan bouwstoffen. IJzergebrek en
vitaminegebrek komen in Nederland veel voor. Bij overvoeding is de oorzaak het eten van te veel
verzadigd vet en te veel calorieën of joules per dag.
Stressfactoren: psychosociale teleurstellingen die iemand te verwerken krijgt. Kinderen worden
gepest, pubers zijn onzeker, adolescenten moeten op eigen benen gaan staan, partners kunnen
elkaars leven verzieken en ouderen raken minder betrokken bij het arbeidsproces en zien veel
dierbaren sterven. Wanneer de draaglast die dit met zich meebrengt groter is dan de draagkracht
van een persoon, kan een ziekte ontstaan.
Multifactoriële aandoeningen. De meerderheid van ziekten wordt veroorzaakt door zowel endogene
als exogene factoren. Bij deze multifactoriële aandoeningen gaat het om het inwerken van
omgevingsfactoren op zwakke plekken. Bijvoorbeeld: hart- en vaatziekten, roken, verzadigd vet,
gebrek aan lichaamsbeweging, huisstofmijt, pollen, kattenhuidschilfers, rook infecties, ouderdom,
vetzucht, carcinogenen (kankerverwekkende stoffen), straling, oestrogeentekort, slikken van
corticosteroïden en erfelijkheid.
Auto-immuniteit: hier richt de afweer zich tegen het eigen lichaam. Het immuunsysteem richt zich
tegen lichaamseigen eiwitten. Voorbeelden hiervan zijn: DM-I, Multiple sclerose, ziekte van Crohn,
ziekte van Graves en Hashimoto en reumatoïde en Bechterew. Doordat de oorzaak van auto-
immuunziekten niet begrepen wordt zijn ze niet te voorkomen of te genezen.
PAGINA 1
, Klinische pathologie H.4 p 54-56
Aczuired ImmunoDeficiency Syndrome (aids). Werd ontdekt door een opvallende toename van het
zeldzame Kaposi sarcoom en onbegrepen longontstekingen in San Francisco. De verwekker van
aids bleek later het Human Immunodeficiëncy Virus (hiv). Dit virus heeft eigenschappen, die het
moeilijk te bestrijden maken:
- Hiv is een RNA-virus en heeft net als het griepvirus een veranderlijke wand. Door die variatie
van manteleiwitten is het nog niet gelukt een vaccin te maken.
- Hiv maakt met reverse transcriptase DNA van viraal RNA. De virale DNA kopieën blijven
opgeslagen in menselijke celkernen en daardoor kan de infectie steeds terugkomen.
- Hiv schakelt T4 helper lymfocyten uit, die het hele afweersysteem aansturen.
Besmetting:
- Hematogene besmetting kan gaan via gebruikte naalden en bloedproducten.
- Seksuele besmetting kan gebeuren bij anaal, vaginaal, en oraal contact (zeker met sperma).
- Verticale besmetting vindt plaats van moeder naar kind. (placenta, bevalling, borstvoeding).
Preventie:
- Hematogene besmetting voorkomen kan door o.a. gebruikte naalden in een
naaldencontainer te doen. Gemorst bloed eerst huishoudelijk en daarna met 70% alcohol.
- Seksuele besmetting kan voorkomen worden door gebruik van condoom of onthouding.
- Verticale besmetting kan voorkomen worden door hiv-remmers tijdens zwangerschap en
bevalling. Flesvoeding.
Na prikongelukjes of een ander incidenteel besmettingsrisico kan post exposure profylaxe (PEP)
worden gegeven. Dit is een combinatie van medicijnen, waaronder reverse transcriptase remmers.
Deze geneesmiddelen blokkeren het enzym, waarmee hiv een DNA-kopie maakt van viraal RNA.
Verschijnselen: Na een paar weken is er een lymfadenopathie (lymfeklierzwelling) en een daling van
de T4-lymfocyten. Men spreekt van seropositiviteit als bij een gevoelige en een specifieke test
immunoglobulinen tegen hiv worden gevonden.
Gewoonlijk ontstaat pas vele maanden tot jaren na hiv-infectie aids. Het immuunsysteem is dan
zodanig verzwakt dat er klachten kunnen optreden. Hoofdcriteria voor de diagnose aids zijn:
- Hiv-seropositief en opportunistische infecties. Deze komen door micro-organismen die bij
normale afweer vrijwel onschuldig zijn:
o Pneucystis carinii pneumonie
o Vogel-tbc
o Candida oesophagitis
o Gegeneraliseerde herpesinfectie
- Hiv-seropositief en bepaalde tumoren:
o Kaposisarcoom (donker bloedvatgezwel) & Non-Hodgkin lymfoom
Behandeling: de therapie bestaat vooral uit antimicrobiële middelen, maar ook tumorbehandeling bij
klachten. Highly active anti retroviral therapy (HAART) is een combinatie van middelen tegen hiv.
- Tegen opportunistische bacteriële infecties worden antibiotica voorgescreven.
- Virostatica onderdrukken opportunistische virale infecties.
- Antimycotica helpen tegen schimmelinfecties en gisten.
- Tuberculstatica bestrijden tbc.
- Make-up kan Kaposisarcoom in het gezicht verbergen.
PAGINA 2