Hoofdstuk 1: Socrates en Plato
1. Historische context
Athene door o.a. Peloponessische oorlog (431-404) veel welvaart kwijt
Spartanen stelden oligargisch bewind aan (ipv democratie, dat kreeg de schuld van
de verloren welvaart): de dertig
De dertig werden op een gegeven moment een terreurbewind en de democraten
verzetten zich en herstelden de democratie in 403
2. Socrates’ leven
470-399 v.Chr.
Hij is net als zijn vader begonnen als steenbewerker en daarna filosoof geworden
Socrates was een tijd Hopliet: zwaar bewapende en rijke militairen
Hij verwaarloosde zijn gezin qua geld: hij werd steeds armer
Hij was een lelijke man
Hij leefde bijna zijn hele leven in Athene en was veel op straat (agora en
sportscholen) gesprekken aan het voeren en vragen stellen
Nam weinig deel aan het openbare en politieke leven van Athene
Hij had drie zoons en een lastige vrouw: Xanthippe
Het enige dat hij wist was dat hij niets wist, en hij wilde anderen dat ook voor henzelf
laten inzien: hun schijnkennis benadrukken
De reden hiervoor: een aanhanger vroeg aan het orakel van Delphi of iemand wijzer
was dan Socrates, orakel zei van niet (komt van god dus moet wel waar zijn), dus
Socrates’ wijsheid was dat hij wist dat hij niks wist
Socrates eigenwijze houding, die hij leerde aan rijke jongens, werd door hen
overgenomen en het gezag was hier niet blij mee, ook niet met dat hij niet politiek
actief was (zijn daimonon raadde dat af)
Socrates werd beschuldigt van godlastering (niet vereren van Atheense goden en zijn
eigen daimonon) en een slechte invloed op de jeugd en de doodstraf was geëist
Verslag van proces: apologia van Plato, die was erbij
Socrates wilde zijn gelijk bewijzen en niet vrijgesproken worden door medelijden
door zijn familie mee te nemen
Stemverhouding: 220-280
Hij werd wel veroordeeld maar mocht een voorstel voor zijn straf doen: hij wilde kost
en inwoning op kosten van de staat (hij was arm geworden door zijn bijdrage voor de
samenleving: de gesprekken), dit vond men brutaal en dus moest hij de gifbeker
drinken
Socrates kon ontsnappen maar wilde niet want vond dat hij onterecht veroordeeld
was maar dat dat geen reden was om de regels te overtreden en hij was niet bang
voor de dood, wilde gesprekken voeren in de Hades
Onterecht veroordeelt want: verpesten van jeugd is niet strafbaar, hij was wel
degelijk een religieus man en praktiseerde dat ook, hij beweerde ook niet dat zijn
daimonon een god was
Meespelende factoren: Socrates werd vaak met misdadigers gezien, hij had kritiek op
de democratie (want daar maken mensen zonder verstand van zaken beslissingen,
wat eigenlijk alleen ethische experts zouden mogen)
3. Aristophanes en Xenophon
Beide bronnen voor onze kennis over Socrates + Plato
, Socrates heeft zelf niks geschreven dus we weten weinig zeker over hem, alleen maar
van anderen (met een sausje dus)
Aristophanes leefde tegelijkertijd met Socrates
o Hij was komedieschrijver en schreef komedies over bekende Atheners, de
Wolken ging over Socrates
o Socrates wordt neergezet als sofist, terwijl hij zich daar juist tegen verzette
o Socrates zit in een mand, bestudeert verschillende hemellichamen en
beweert dat de geest opgetild moet worden om met de lucht te
vermengen en zo helderder kan denken
o Hij wordt neergezet als sofist, atheïstische natuurfilosoof en iemand die
zichzelf geestelijk wel heel goed vind en geen waarde hecht aan materiële
zaken, maar ook geprezen om zijn doorzettingsvermogen
o Dit is satirisch, dus niet allemaal waar, maar er zitten wel stukjes waarheid
in
Xenophon was een leerling van Socrates, toevallig geworden en 40 jaar jonger dan hij
o Heeft herinneringen (memorabilia) geschreven, waarin Socrates
gesprekken voert en met duidelijk als doel om hem vrij te pleiten van de
aanklacht
o Heeft ook apologia (net als Plato) geschreven, maar hij was er zelf niet bij,
heeft ook niet alles gedetailleerd beschreven maar vooral duidelijk willen
maken dat de aanklacht onterecht was
o Heeft ook een symposium (net als Plato) geschreven, wil hierin beetje
afzetten tegen Platoons beeld, tegen het beeld van homoseksuele man en
Socrates’ mening laten zijn dat dit alleen vriendschappelijk is, dat de
seksueel lichamelijk contact alleen voor man-vrouw is
4. Plato en Socrates
Plato’s leven (427-347) beschreven door Diogenes Laërtius
Plato (breed) heette eerst Aristocles, maar nu zo want figuur, voorhoofd en stijl
waren breed
Kwam uit welvarende en bekende familie
Kwam Socrates toevallig tegen (schreef eerst komedies) en volgde hem vanaf toen
direct, liet eigenlijk alles daarvoor achter, was heel erg door hem beïnvloed en
verloor vertrouwen in de politiek
Plato stichtte eigen school bij Athene in 387 waar hij wandelend lesgaf en ook
wiskunde was er belangrijk (na drie reizen naar Sicilië en Zuid-Italië)
Plato is grootste bron voor Socrates leven, maar waarschijnlijk is wel veel geschreven
met zijn eigen sausje (eerdere Socratische dialogen minder gekleurd dan latere)
Plato schreef pas toen Socrates al dood was, veel in ondervrager-ondervraagde
dialogen, doel: oplossingen vinden voor problemen
o Dramatische dialogen: soort toneelstuk
o Gerapporteerde dialogen: verslag van iemand over een eerder gevoerd
gesprek
Filosofie voor Socrates en Plato: stap voor stap voor gesprekken tot inzicht komen, de
waarheid vinden (dialectische methode): weten hoe je je leven moet inrichten
Dialogen zijn meeslepend en zetten aan tot denken, gaan elke keer over ander
onderwerp