PROBLEEM 6
- Huizer q.q./Rabobank West-Kennermerland (5.9) - HR 28-4-2006
- Van Leuveren q.q./ING (7.2) - HR 1-2-2013
- Bosselaar q.q./ Interniber (7.2) - HR 22-5-1992
- Van Dooren q.q./ABN AMRO II (7.2) - HR 8-7-2005
- Van Dooren q.q./ABN AMRO III (alleen de rechtsregel) - HR 22 december 2009
- Loeffen q.q./BMH I (7.4) - HR 8 juli 1987
- Gispen q.q./IFN (alleen de rechtsregel) (7.4) - HR 24-3-1995
- Koot Beheer/Tideman q.q. (5.7) - HR 19-4-2013
- Verhaal, uitwinning en rangorde: H5 en H7
1. Wat kan de curator doen met de handelingen van de
gefailleerde na faillissement?
Soorten vorderingen en schulden
Het draait in het faillissement om de betalen van de zogeheten pre-faillissementsschulden van de
gefailleerde uit de opbrengst van de boedel, het geheel van de vermogensbestanddelen dat voor uitwinning
beschikbaar is.
Er is een onderscheid tussen de typen vordering ontstaan voor (pre) en na (post) faillietverklaring, waarbij
00:00 uur van de dag van faillietverklaring de waterscheiding vormt.
Post-faillissementsschuld
Verbintenissen die na faillietverklaring zijn ontstaan, kunnen in beginsel niet op de boedel worden verhaald
(artikel 24 Fw). Er zijn alleen wel nuanceringen en uitzonderingen op dit uitgangspunt.
De 1e categorie van uitzonderingen is te vinden in artikel 24 Fw. De post-faillissementsschuld kan wel
worden verhaald op de boedel en dus ter verificatie worden ingediend als de boedel gebaat is als gevolg van
de verbintenis.
De 2e categorie van uitzonderingen ligt besloten in art. 24 Fw en het stelsel van de Faillissementswet, zoals
dat door de HR is uitgelegd in een arrest. Het arrest Credit/Suisse heeft dus art. 24 Fw herschreven tot:
‘Voor verbintenissen van de schuldenaar, die na de faillietverklaring zijn ontstaan, is de boedel niet
aansprakelijk dan voor zover deze al besloten lagen in een reeds vóór faillietverklaring bestaande
rechtsverhouding met de schuldenaar en zij geen uitbreiding opleveren van de aanspraken van de
schuldeiser of voor zover de boedel ten gevolge daarvan is gebaat.’
Een 3e categorie van uitzonderingen betreft de boedelkosten en boedelschulden.
Dit is een aparte categorie van uitzonderingen schulden die doorgaans wel post dato faillietverklaring 00.00U
ontstaan en toch op de boedel verhaald kunnen worden, en nog wel boven en voor de pre-
faillissementsschulden.
- Deze boedelkosten zijn niet overzichtelijk geregeld. Ze moeten voor alle andere uitdelingen aan pre-
faillissementsschuldeisers worden voldaan en vallen daardoor buiten de gewone
verificatieprocedure die geldt. Kosten zijn bijvoorbeeld de salariskosten van de curator en de kosten
van het liquideren van de boedel. Boedelschulden worden door de HR in het arrest Koot/Tideman
gedefinieerd als:
o Onder het stelsel dat de Hoge Raad in het hier besproken arrest ontwikkelt, kunnen
boedelschulden op drie gronden ontstaan, namelijk (i) ingevolge de wet; (ii) omdat zij door
de curator in zijn hoedanigheid zijn aangegaan; en (iii) omdat zij een gevolg zijn van een
handelen van de curator in strijd met een door hem in zijn hoedanigheid na te leven
, verbintenis of verplichting. Onder het aangaan van een schuld door de curator in deze zin is
te verstaan dat de curator deze schuld op zich neemt bij een rechtshandeling, doordat zijn
wil daarop is gericht (art. 3:33 en 3:35 BW).”
De HR onderscheidt dus 3 vormen:
1. De boedelschuld uit de wet
2. De boedelschuld uit een rechtshandeling verricht door de curator
3. De boedelschuld uit wanprestatie of OD van de curator in hoedanigheid.
Inleiding
Na de faillietverklaring blijft de gefailleerde handelsbevoegd, maar zijn handelingen kunnen geen invloed
meer hebben op het vermogen waarop het faillissementsbeslag berust. De schuldenaar verliest door de
faillietverklaring van rechtswege de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorende
vermogen, art. 23 Fw.
Het algemene faillissementsbeslag wordt geacht vanaf 00:00, dus vanaf het begin van de dag waarop de
verklaring is uitgesproken, op het vermogen van de schuldenaar te hebben gelegen. Vanaf dat moment is de
curator belast met het beheer en de vereffening van de boedel. Dus om 00:00 gaat de
beschikkingsbevoegdheid met betrekking tot de boedel over van de gefailleerde naar de curator.
Dus: de schuldenaar verliest alleen de beschikking en het beheer over het vermogen dat in het faillissement
valt, niet over het vermogen dat daarbuiten blijft.
Invloed van handelingen
Vanaf dat moment (00:00-regel), hebben de handelingen van de gefailleerde geen invloed op zijn tot het
faillissement behorende vermogen, de boedel is hiervoor niet aansprakelijk. Deze handelingen worden
aangemerkt als relatief nietig, zij werken in beginsel alleen niet ten opzichte van de curator.
Verbintenissen die uit die handelingen voortvloeien, gelden in beginsel niet ten opzichte van de curator en
deze kan, indien zij niettemin ten laste van de boedel zijn voldaan, het betaalde als onverschuldigd
terugvorderen.
Derdenwerking
Als hoofdregel wordt gehanteerd, dat het faillissement met ingang van de dag waarop het wordt
uitgesproken tegenover derden werkt. Dit geldt ook voor derden die te goeder trouw handelen en niet
bekend waren met het faillissement (ook vóór publicatie van faillissement).
Er bestaat geen algemeen rechtsbeginsel dat derden die zoals hierboven beschreven handelen, beschermt.
Dit op grond van Huijzer/Rabo. → Zie laatste leerdoel voor uitwerkingen.
2. Wat kan de curator doen met de handelingen van de
gefailleerde voor faillissement?
Pauliana: Inleiding
Art. 42-51 Fw verlenen de curator de bevoegdheid om rechtshandelingen, die de schuldenaar voor het
faillissement heeft verricht, te vernietigen. De gelden/goederen die voor het faillissement door deze
rechtshandelingen uit het vermogen van de schuldenaar zijn gegaan, moeten worden ‘teruggegeven’ aan de
curator en dus terugkeren in het vermogen.
Het gaat om rechtshandelingen waardoor de wederpartijen van de schuldenaar niet te goeder trouw zijn
bevoordeeld en de schuldeisers zijn benadeeld.
De eerdergenoemde artikelen worden de pauliana-artikelen genoemd en verlenen een exclusieve en
unieke bevoegdheid aan de curator: alleen hij kan rechtshandelingen vernietigen, die de schuldenaar voor
zijn faillissement rechtsgeldig heeft verricht.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merle_1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.