100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Leerdoelen en samenvatting - Analyse en Interpretatie (1) tentamen, blok A - jaar 2. Zelf tentamen behaald met een 7,5 €3,99
In winkelwagen

Samenvatting

Leerdoelen en samenvatting - Analyse en Interpretatie (1) tentamen, blok A - jaar 2. Zelf tentamen behaald met een 7,5

1 beoordeling
 39 keer bekeken  6 keer verkocht

Dit document is een uitgebreide uitwerking van de leerdoelen en samenvattingen voor het vak Analyse en Interpretatie van blok A. Dit is voor de opleiding integrale veiligheidskunde aan de HU. Verder is naast het boek: 'het bestverkochte boek ooit' ook het boek: Logisch en Kritisch denken gebruikt....

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • Ja
  • 3 november 2023
  • 50
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (36)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: tamaravdhaar • 2 maanden geleden

avatar-seller
IVKstudieHU
Leerdoelen en samenvatting Analyse & Interpretatie (A&I)
A1_ Intro
‘Het bestverkochte boek ooit’: Voorwoord, Inleiding, H1 en H2
‘Logisch & Kritisch denken’ (2e druk): H1 t/m H8
Artikelen, Presentatie HC, Kennisclips en site van Canvas

Leerdoelen

• Door middel van argumentatieanalyse aan te kunnen tonen welke drogredenen en
denkfouten er worden gemaakt in een casus;
o Argument wordt ook wel premisse genoemd.
o Standpunt of conclusie wordt ook wel stelling of gevolgtrekking genoemd.
o Redenering wordt ook wel argumentatie genoemd (kan verwarrend zijn, want de
verzameling van alle argumenten bij elkaar voor een bepaald standpunt wordt vaak
aangeduid als de argumentatie bij dat standpunt).
‘Kritisch denken’ betekent dat je informatie niet zonder meer accepteert. Je gaat dan
zorgvuldig na of er tegen uitspraken of redeneringen iets valt in te brengen. Daarom is het
altijd belangrijk om andere wetenschappers of deskundigen na te gaan, want daaruit kan
blijken of de gegeven cijfers en conclusies juist zijn getrokken.
Kritisch denken helpt bij het analyseren van problemen, bij het helder formuleren van
complexe zaken en tijdens ingewikkelde discussies. Ook is het handig als je zelf onderzoeken
moet schrijven en de conclusie daarvan kritisch moet beoordelen.
➢ Wat is een redenering?
Er gaat geen dag voorbij zonder dat we redeneren. Zowel in het privéleven als tijdens het
werk gebruiken we argumenten om bepaalde standpunten kracht bij te zetten. Hierbij spelen
allerlei redeneringen mee. Bijvoorbeeld:
A. IJs kaatst zonlicht terug, daarom is het aan de polen erg koud.
- Argument wordt gebruikt om de conclusie te ondersteunen: het is aan de
polen erg koud.
B. Dat artikel kun je vertrouwen, want het staat in een vakblad.
- Hier is het omgekeerd. Eerst wordt een standpunt verkondigd: dat artikel kun
je vertrouwen. Dan volgt het argument: het staat in een vakblad.
C. Het lijkt me verstandig aantekeningen te maken, aangezien dit is belangrijke stof.
- Hetzelfde als B. Standpunt luidt: het lijkt me verstandig aantekeningen te
maken. Het argument is: dit is belangrijke stof.
In deze zinnen is er telkens sprake van een argument en van een conclusie of standpunt. Een
redenering bestaat altijd uit minimaal twee onderdelen. De volgende uitspraken zijn daarom
GEEN redeneringen:
D. IJs kaatst zonlicht terug.
E. Dat artikel staat in een vakblad.
F. Het lijkt me belangrijk aantekeningen te maken.
Als een uitspraak uit meerdere onderdelen bestaat, is het lang niet altijd een redenering! De
volgende zinnen illustreren dat:
G. IJs kaatst zonlicht terug en spiegels doen dat ook.
H. Voordat je dat artikel publiceert, moet je het nog eens kritisch bekijken, dan aan een
deskundige laten lezen en daarna eventueel herschrijven.
I. Als je aantekeningen maakt, is het moeilijk om goed te blijven luisteren.
➢ Signaalwoorden
Soms staan in een zin woorden of formuleringen die helpen duidelijk te maken dat er sprake
is van een redenering. Het zijn een soort ‘signaalwoorden’. Zie A,B en C, daar zijn de
signaalwoorden onderstreept.
Veelvoorkomende signaalwoorden zijn:
 Dus, derhalve, daarom, daaruit volgt
 Want, omdat, immers, aangezien



1

, Als je wilt onderzoeken of een uitspraak uit meerdere delen bestaat zou je zonder moeite een
signaalwoord moeten kunnen invoegen. Dan weet je of het een redenering is of niet. In de
zinnen G,H en I kunnen dergelijke signaalwoorden niet zomaar worden toegevoegd. Dit levert
dan een rare formulering op of het verandert de betekenis van de zin.
Signaalwoorden kunnen ook helpen te bepalen wat het standpunt is en wat het
argument is. Zo zijn er hiervoor 2 regels:
1. Na dus, derhalve, daarom, daaruit volgt komt altijd een standpunt.
2. Na want, omdat, immers, aangezien komt altijd een argument.
➢ REDENERINGEN ONTLEDEN
- St: ‘Standpunt’
- A1: ‘Argument 1’
- A1A1: ‘Het eerste argument dat A1 ondersteunt’ (onderschikkend argument)
- C1: ‘Contra-argument’
❖ Enkelvoudige en meervoudige argumentatie
Een redenering waarbij maar één argument wordt
aangevoerd om een standpunt te verdedigen, wordt de
enkelvoudige argumentatie genoemd. Bijvoorbeeld:
➔ Die diagnose deugt niet, want er zijn
meetfouten gemaakt.
Een redenering waarbij meerdere argumenten worden
aangevoerd om een standpunt te verdedigen, wordt
meervoudige argumentatie genoemd. Zie afbeelding
rechts. Deze argumenten zijn onafhankelijk van elkaar,
maar zetten wel kracht bij het standpunt.
❖ Onderschikkende argumentatie
Er zijn ook redeneringen waarin een relatie is tussen de
argumenten onderling. Deze argumenten ondersteunen
elkaar, ze vormen als het ware een keten.
Het is belangrijk het verschil tussen
meervoudige en onderschikkende argumentatie goed te
begrijpen, vooral als je een standpunt wilt bestrijden!!
 Om een standpunt dat door meervoudige argumentatie wordt ondersteund volledig
onderuit te halen, moet je alle argumenten afzonderlijk weerleggen.
 Een standpunt dat door onderschikkende argumentatie wordt ondersteund, kun je al
succesvol bestrijden door een van de argumenten te weerleggen, het maakt niet uit
welk.
❖ Complexe (combinatie) argumentatie
Kijk naar het voorbeeld rechts. Hier is sprake van een
combinatie van onderschikkende en meervoudige
argumentatie. Het standpunt: ik voel er niets voor om
samen te werken met Paul. Dit wordt ondersteund door
het argument: ik vind hem niet betrouwbaar. Dit
argument wordt op zijn beurt meervoudig ondersteund
door twee argumenten, namelijk: hij heeft vroeger eens
fraude gepleegd en hij komt zijn beloftes niet na.
Er zijn eindeloos veel combinaties mogelijk van
enkelvoudige, meervoudige en onderschikkende
argumentatie.
❖ Contra-argumenten
Tot nu toe is het alleen gegaan om argumenten die een bepaald standpunt ondersteunen. Er
bestaan ook argumenten die een standpunt aanvallen.




2

, Het standpunt in de afbeelding hiernaast is: het is een
goed idee om met Paul samen te werken. Verder wordt er één
argument aangevoerd: hij heeft verstand van zakendoen.
Daarnaast wordt één argument tegen het standpunt genoemd:
Paul is geen sympathiek mens.
N.B.
Je kan alleen aan de conclusie zien dat het standpunt
aangenomen wordt. In dit voorbeeld is het woord “toch” dat
duidelijk maakt dat de conclusie overeind blijft.
- Een argument tegen een standpunt wordt een
tegenargument of contra-argument genoemd.
- Soms wordt een gewoon argument voor alle
duidelijkheid een pro-argument genoemd.
Contra-argumenten kunnen overal in het redeneerschema opduiken. Ze kunnen namelijk
gericht zijn tegen een standpunt, maar ook tegen een argument of tegen een onderschikkend
argument, of zelfs tegen een contra-argument. Het resultaat kan een behoorlijk complexe
redenering zijn.
➢ GELDIGE EN ONGELDIGE CONCLUSIES
Logisch geldende redenering
Niet alle redeneringen zijn even overtuigend. Het komt voor dat een conclusie dwingend volgt
uit de argumenten, dat is een logisch geldende redenering. Maar soms draagt iemand een
heleboel argumenten aan, en toch slaat die conclusie nergens op. Het is niet gemakkelijk om
te zien of een redenering logisch geldig is. Het is belangrijk om het te herkennen, zo voorkom
je dat je misleidt wordt door slechte argumentatie.
❖ Syllogismen
Syllogismen = redenering over groepen, klassen, verzameling.
Kenmerkend voor een syllogisme is dat er uitspraken over groepen, klassen, verzamelingen of
eigenschappen worden gedaan die gekoppeld worden aan bijzondere gevallen. Dus aan één
mens, één ding, één volk etc. De onderdelen
Voorbeeld syllogismen
van een syllogisme zien er daarom meestal
1. Alle steden hebben een gemeente bestuur.
als volgt uit: 2. Deventer is een stad.
Alle X hebben een Y. 3. Dus: Deventer heeft een gemeentebestuur.
A behoort tot groep B.
Niet alle P zijn Q.
Geen enkele C behoort tot groep D.
De meeste syllogismen bestaan uit twee argumenten en een conclusie. Die twee
argumenten worden gewoonlijk de premissen genoemd. Premisse = gegeven
- Er zijn geldige en ongeldige syllogismen. Het bovenstaande voorbeeld was een
geldige redenering. Deventer heeft een gemeentebestuur volgt onontkoombaar uit
premissen.
- Door een kleine aanpassing is het voorbeeld Voorbeeld ongeldige redenering
rechts een ongeldige redenering 1. Sommige steden hebben een gemeente bestuur.
- Als de Venndiagram fout getekend kan 2. Deventer is een stad.
worden > dan is de conclusie ongeldig. De 3. Dus: Deventer heeft een gemeentebestuur.
cirkels van stelling 1 en 2 moet altijd juist
zijn.
Met premissen kan je twee kanten op, een die wel
strookt met de conclusie en een die dat niet doet. In
zo’n situatie wordt er altijd streng gekeken, en wordt
er gezegd dat deze niet geldig is. Alléén als het
plaatsje van de premissen ‘automatisch’ de conclusie
toont, is de redenering logisch geldig. Nog een
voorbeeld:
10. Sommige sterke schaatsers zijn gezond.
11. Sommige Friese schaatsers zijn sterk.
12. Dus: Sommige Friesen schaatsers zijn gezond.

3

, De conclusie (12) is niet in overeenstemming met dit bovenstaande plaatje (Venndiagram). De
conclusie is niet geldig.
- Cirkels raken elkaar: SOMMIGE (ze zijn verbonden)
- Cirkels raken elkaar niet: GEEN (ze zijn niet verbonden)
o N.B. ‘Sommige’ is onderdeel van ‘Alle’.
❖ Conditionele redeneringen
Een bepaald type veelvoorkomende redeneringen is de groep van de zogenoemde:
conditionele redeneringen. Bijvoorbeeld:
1. Als het regent, wordt de straat nat.
 Bevat een conditie, ofwel een voorwaarde.
2. Het regent.
 Beschrijft wat er gebeurt als aan de Vorm 1: Conditionele redeneringen
voorwaarde wordt voldaan. 1. Als het regent, wordt de straat nat.
3. Dus: De straat wordt nat. 2. Het regent.
Er zijn 4 basisvormen van conditionele redeneringen → 3. Dus: de straat wordt nat.

Vorm 2: Conditionele Vorm 3: Conditionele redeneringen Vorm 4: Conditionele
redeneringen 1. Als het regent, wordt de straat redeneringen
1. Als het regent, wordt de nat. 1. Als het regent, wordt de straat
straat nat 2. Het regent niet. nat.
2. De straat wordt nat. 3. Dus: de straat wordt niet nat. 2. De straat wordt niet nat.
3. Dus: het regent 3. Dus: Het regent niet.

Wanneer je de 4 uitspraken vervangt door letters, kun je de 4 basisvormen als volgt
symbolisch weergeven:
Vorm 1: Vorm 2: Vorm 3: Vorm 4:
1. Als p, dan q 1. Als p, dan q 1. Als p, dan q 1. Als p, dan q
2. p 2. q 2. Niet p 2. Niet q
3. Dus: q 3. Dus: p 3. Dus: Niet q 3. Dus: Niet p

o Vorm 1 en 4 zijn geldige redeneringen (de conclusie volgt dwingend uit de premissen)
o Vorm 2 en 3 zijn ongeldige redeneringen
Vorm 2 is bijvoorbeeld fout omdat er niet uit volgt dat het regent. Het kan ook zo zijn dat
buurtbewoners hun auto’s aan het wassen zijn, etc.
➔ Voldoende en noodzakelijk voorwaarden
Er bestaan 2 soorten voorwaarden. Bij voldoende weet je het zeker. Dus het regent is een
voldoende voorwaarde omdat we zeker zijn dat de straat nat wordt. De regen is dus
‘voldoende’ om de straat nat te laten worden. Maar de regen is niet noodzakelijk. Het kan ook
nat worden als je je auto wast.
Voorbeeld bij noodzakelijk: de spelregels van tennis kennen is een voorwaarde voor
Nederlands kampioen tennissen worden. Geen voldoende voorwaarde want niet alleen
daarmee wordt je kampioen. Wel noodzakelijk want zonder de spelregels kennen lukt het ook
niet om kampioen te worden.
Soms is een voorwaarde zowel voldoende als noodzakelijk. In meeste gevallen is de
voorwaarde een definitie van hetgeen waar het betrekking op heeft.




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper IVKstudieHU. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53249 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  6x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd