Hoofdstuk 9 Verbintenissen uit de wet
Onrechtmatige daad ( 6:162 BW )
Er zijn twee gevallen die niet onder OD vallen:
1. Schade die men aan zijn zaken lijdt door eigen toedoen
2. Schade als gevolg van wanprestatie die ontstaat bij nakoming van
overeenkomst ( art 6:74 )
Er moet aan de volgende vereisten zijn voldaan voordat
schadevergoeding aan de orde is:
1. Onrechtmatigheid ( een daad is onrechtmatig als aan de volgende
criteria is voldaan: )
I. Inbreuk op een recht
( Persoonlijkheidsrechten, absolute rechten zoals eigendom )
II. Strijd met wettelijke plicht
( niet alleen wet in formele zin, maar ook verordeningen van lagere
publiekrechtelijke lichamen )
III. Strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in maatschappelijk
verkeer betaamt
( er kan niet slechts worden volstaan met het naleven van wettelijke gedragsregels
en niet naleving van
allerlei ongeschreven fatsoensnormen )
2. Toerekening aan de dader
3. Causaal verband
4. Schade
Verschillen met strafbaar feit:
A. Bereik van art 6:162 BW
- OD heeft ( mbt doen of nalaten in strijd met wettelijke plicht ) groter bereik
aangezien wettelijke plichten niet allen die van strafrecht zijn, maar ook die
van de rest van het recht
- Veel strafbare feiten zijn bovendien niet tevens een OD
B. Verschil in sanctie
- Voor OD geldt als sanctie = schadevergoeding ( met als doel volledig ongedaan
maken van onrecht )
- Voor strafbaar feit geldt als sanctie = straf ( herstelt geen onrecht, slechts
genoegdoening door leed )
C. Hoogte van de schade/ straf
- Bij OD hoogte van schade bepaald door hoogte veroorzaakte schade
- Bij strafbaar feit hoogte van straf bepaald door groot aantal factoren vb zwaarte
overtreden norm
De zorgvuldigheidsnormen
, 1. Gevaarzetting
De HR vindt dat het in strijd is met hetgeen volgens ongeschreven recht in maatschappelijk
verkeer betaamt wordt om groter gevaar voor een ander in het leven te roepen dan waarop
een normaal mens bedacht hoeft te zijn. Wie een degelijk gevaar in het leven roept, handelt
in het maatschappelijk verkeer onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig en is voor schade die
ontstaat uit gevaarzetting aansprakelijk op grond van art 6:162 BW.
HR Kelderluik = onrechtmatige daad agv gevaarzetting is verbonden aan afweging van 4
factoren:
1. Mate van waarschijnlijkheid waarmee niet-inachtneming van vereiste
oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht
2. Hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan
Dit criterium is door de HR verduidelijkt in het HR Verhuizende zusjes:
Gevaarscheppend gedrag is alleen dan onrechtmatig indien de mate van
waarschijnlijkheid van een ongeval ( oplopen van letsel door een ander ) agv dat gedrag
zo groot was, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had
moeten onthouden. ( dader had zich van gevaarzetting moeten onthouden omdat
daardoor de kans op ongeval, gelet op alle omstandigheden, waarschijnlijk was )
Was de kans niet waarschijnlijk, dan is er slechts sprake van ongelukkige samenloop van
omstandigheden.
3. Ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben
4. Mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen
Laatste criterium ( veiligheidsmaatregelen ) is door HR aangescherpt door te eisen dat deze
afdoende moeten zijn HR Jetblast:
Voor het antwoord op de vraag of een waarschuwing kan worden beschouwd als een
afdoende ( genoeg ) maatregel met het oog op bescherming tegen bepaald gevaar, is van
doorslaggevende betekenis of te verwachten valt dat deze maatregel zal leiden tot een
handelen of nalaten waardoor dit gevaar wordt vermeden.
2. Afweging van belangen ( van pleger & benadeelde )
Dit is het meest voorkomende in twee gebieden:
I. Zakenleven
A. Oneerlijke concurrentie
HR Lindenbaum/Cohen = Cohen had bediende van Lindenbaum omgekocht om inlichtingen
te verstrekken over het concurrentiebedrijf waar hij dus werkte. De bediende pleegt zo
wanprestatie jegens zijn werkgever Lindenbaum en Cohen pleegt zo een OD jegens zijn
concurrent Lindenbaum aangezien belang van Lindenbaum op deze manier onevenredig was
benadeeld tov Cohen.
B. Nabootsen van producten
Nabootsing van product van concurrent waar geen absoluut ( intellectueel eigendoms) recht
op is gevestigd, is in beginsel niet onrechtmatig. Dat wordt anders indien door nabootsing
verwarring bij publiek valt te verwachten en er niet al redelijkerwijs mogelijke is gedaan om
die verwarring te voorkomen vb HR Steigersysteem
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yaraknoops. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.