Methodologie van het belastingrecht Tilburg University (UvT) J. Gribnau
Methodologie van het belastingrecht
Belasting; gaat het alleen om geld, of om meer?
Commissie inkomstenbelasting en toeslagen (Commissie Van Dijkhuizen), Naar een activerender
belastingstelsel. Eindrapport, (juni 2013), p. 5, vraagt expliciet aandacht voor misschien wel de
belangrijkste waarde van het belastingstelsel:
- Belastingen gezien (mensen moeten de perceptie hebben; faire beleving) als fair stelsel
- Gebaseerd op vertrouwen dat zorg wordt gedragen dat iedereen die belasting moet betalen
dit ook doet en toeslagen niet ten onrechte worden verstrekt.
Bovenstaand is voor manipulatie vatbaar. Het gaat immers op de perceptie. Je kunt iemand laten
geloven dat het fair is, terwijl het in feite niet is.
Je moet een toezichtsautoriteit hebben. Maar niet onder ministerie waar je toezicht op moet
uitoefenen. “Dat is de kat op het spek binden”.
We zijn niks zonder de staat. Ons belang is dat mensen belasting betalen. De staat houdt een
rechtsorde in stand, die wordt betaald met belastinggeld. De staat verzorgt overheidsvoorzieningen
en deze waarborgen weer de vrijheid van mensen. Je betaald dus indirect voor je vrijheden.
Belastingen rechtsorde maatschappij vrijheid individu
De staat moet groot zijn en de marktwerking moet klein zijn. Dus ook voor de markt is de staat van
belang. In de markt moet eigendom beschermd worden intellectuele eigendom.
Samenwerking is noodzakelijk voor juiste keuzes bij verschillende belangen:
-Gezamenlijke belangen: dat de staat blijft draaien
-Regelmatig niet eens met elkaar; maatschappelijke voorzieningen
Recht zorgt voor een bodem in de samenleving dat je elkaar kunt vertrouwen. (denk aan iets kopen
via marktplaats). Zorgt dat mensen verplichtingen gaan nakomen. Belangrijk dat de overheid als
legitiem wordt ervaren. Vertrouwen voor de Belastingdienst, de wetgever.
Ieder van de fiscale actoren (bel. pl., wetgever, BD etc) hebben hun verantwoordelijkheden.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de coörperative society. Indien geen overheid, dan
natuurtoestand Free for all (ieder voor zichzelf). Er is geen vertrouwen. Geen afdwingbare rechten
en verplichtingen. Kortom er is geen beschaving. Natuurtoestand wordt beëindigd met sociale
contracten en dan is arbeidsverdeling mogelijk. Arbeidsverdeling leidt tot specialisatie en die leidt tot
welvaart (Zie 4-fasenmodel van A. Smits).
Eenieder heeft baat bij elkaars activiteiten. Het profiteren van de activiteit van een ander schept
een verplichting om zelf ook bij te dragen aan de maatschappij. Niet bijdragen: free rider.
Legitimiteit
=Perceptie!
Belastingrecht in een rechtsstaat.
Rule of Law: machtsuitoefening door een overheid is gebonden aan het recht. Alles wat de overheid
doet is gebonden aan het recht.
Als overheid zich houdt aan de juridische normen dan is de overheid legitiem en is de burger ook
verplicht te gehoorzamen (=normatief).
,Methodologie van het belastingrecht Tilburg University (UvT) J. Gribnau
Sociaal-wetenschappelijk: mate waarin burgers zich verplicht voelen om te gehoorzamen ongeacht de
positieve of negatieve gevolgen. Mate waarin burgers vertrouwen hebben in de overheid en bereid
zijn regels na te leven. (perceptie toetsen).
Door legitimiteit transformeert macht tot gezag. Bij uitoefening van macht (door bijv. inspecteur) dan
verandert het tot gezag. Burgers vertrouwen erop dat ze rechtvaardig en gelijk worden behandeld.
Gaat niet meer om machtsuitoefening maar dat je erkent dat de persoon het gezag heeft.
Democratie zonder politici is als een WK zonder spelers. Burgers moeten vertrouwen hebben in de
democratie dus ook in de politici. Burgers denken dat politici met van alles bezig zijn, maar niet voor
de burger.
2 soorten vertrouwen:
-Institutioneel vertrouwen: vertrouwen op instituties en systemen. (zoals wetgeving, rechtspraak of
overheid)
-Sociaal vertrouwen: tussen mensen onderling (ook onbekenden).
Vertrouwen in de rechtspraak is heel hoog.
Mogelijk sprake van spill-over effect in belastingheffing: bij veel vertrouwen in belastingheffing, kan
het leiden tot vertrouwen onderling. (Doorwerking buiten fiscaliteit)
Machiavelli
15e eeuw. Woonde en werkte in florance. Kwam een nieuwe president en alle hoge ambtenaren
werden vervangen. Michiavelli was hoog ambtenaar, nieuwe clan aan de macht dus Machiavelli op
straat. Overdag ging hij op de markt praten met mensen + lezen en ‘s avonds in mantel in conversatie
met klassieke auteurs. Hij ging nadenken over wat nu politiek is en wat een goede regering is. 2
boeken over geschreven. = Basis Machiavellisme
Machiavelli: je moet kijken naar de werkelijkheid. Hoe is de politiek nu werkelijk?
Machiavelli zegt:
-Vorst moet in woord en verschijning toonbeeld van betrouwbaarheid zijn. Burgers moeten de
perceptie hebben dat iemand betrouwbaar is.
-Trouw van burgers die vrij zijn. Als mensen vrij zijn om vertrouwen te schenken, dan worden ze
gehoorzamer (compliance: burgers komen fiscale verplichtingen na). Het vertrouwen moet wel
wederkerig zijn (tweerichtingsverkeer).
-Je moet steeds met vertrouwen bezig zijn. Vereist voortdurend aandacht en je moet het
onderhouden.
-legitimiteit is gebaseerd op transparante procedures. Dus burgers moeten geïnformeerd zijn over
wat je doet als overheid. Stabiel gezag is afhankelijk van vrijwillige instemming.
-Te grote materiele ongelijkheid bedreigt de politieke gelijkheid en veiligheid. Als partijen te rijk zijn
en dus de geldmacht hebben om te sturen dan leidt dat aan politieke ongelijkheid (bv lobbyisten).
Herverdeling geschiedt via de belastingwet. Herverdeling bevordert het vertrouwen en legitimiteit.
Kortom: heerschappij van het recht (van vrije wetten) ondersteunt en reguleert een vrije
maatschappij.
Adam Smith
18e eeuw. Man van de vrije markt. Zijn werk: Invisible hand. Voorstander van de vrije markt.
-Vertrouwen onder individuen moet door een overheid worden gewaarborgd. Markt kan niet bestaan
zonder een sterke overheid en een rechtssysteem. Belastingen zorgen voor vertrouwen tussen
,Methodologie van het belastingrecht Tilburg University (UvT) J. Gribnau
burgers en veiligheid. Split-over effect.
-Rechtvaardig geacht rechtssysteem waarborgt dat aanvaarding.
-Als overheid wordt vertrouwd en gerespecteerd, zullen burgers zich ook betrouwbaar tonen
-Succesvolle belastingheffing is gebaseerd op vertrouwen
-Belastingen moeten soms instrument zijn: tegen te grote inkomensongelijkheid (armoede) en
drankmisbruik.
Spinoza
17e eeuw. Belangrijkste filosoof van NL. Zelfde tijd als denken in natuurtoestand (Thomas Holtz: denkt
bottom-down). Spinoza denkt bottom-up.
-Staat moet gehoorzaamheid creëren. Overheid moet permanent presteren. Politiek moeten niet aan
eigen belang denken, maar aan burgers. De staat is er voor burgers. Staat is afhankelijk van burgers.
Burger is in 17e eeuw niet jan met de pet (arbeiders en boeren niet, alleen stadsbewoners)
-Holtz: Subjectief recht wordt overgedragen aan de samenleving. Hiërarchisch denken.
-Spinoza: overheid steeds gericht zijn op belangen burgers (responsief beleid).
-Het gaat ook om de feitelijke aanvaarding, niet alleen Rule of Law.
Sloterdijk
De staat haalt heel veel geld op bij burgers. Daar moet iets tegenover staan. Als je burgers behandeld
als onderdanen gaat het ten koste van de legitimiteit. Je moet nadenken over wat de burgers willen.
Hoe staan burgers tegenover belastingheffing. Pleit voor vrijwillige belastingbetaling.
Rijken gaan tegen elkaar opbieden. Rijken betalen dan veel, daar moet je iets tegenover stellen.
Experiment: % minder IB en dan mogen mensen zelf aangeven naar welk goed doel het gaat.
verwachting: levendige competitie tussen rijken, ver uitgaand boven fiscale verplichtingen.
Piketty
The Capital 21e eeuw.
-Ongelijkheid is finest. Wereldwijde vermogensbelasting nodig. Piketty is eigenlijk econoom, maar hij
zegt dat belastingen belangrijk is. Herverdeling is het belangrijkste. Zonder belastingen geen
maatschappij.
Belastingwetgever
Belastingen diep verbonden met waarden.
-Vertrouwen
-Wederkerigheid
-Rechtvaardigheid…
Mate waarin respect wordt getoond voor de waarden=> bepalen legitimiteit belastingheffing
Geldt voor wetgever, rechter, belastingdienst maar ook belastingplichtige.
Adam Smith’s kwaliteitseisen
, Methodologie van het belastingrecht Tilburg University (UvT) J. Gribnau
4 beginselen:
Adam Smith’s
Maakt zich niet druk over
scheiding tussen disciplines maar
probeert een roulistische visie op
belastingrecht te laten zien.
Vier beginselen
1. Lijkt op draagkrachtbeginsel. In vermogen bij te dragen. Wordt bovendien gelieerd aan
bescherming van de staat (mensen zien daar legaliteitsbeginsel in). Maakt zich hard voor een sterke
staat.
2. Belastingen was één grote puin. Dat betekent dat er veen onzekerheid is. Veel macht voor de
Belastingdiensten om invulling te geven aan de wet. Onzekerheid zorgt ervoor dat het eerste beginsel
niks wordt. Onzekerheid zorgt dat het draagkrachtbeginsel nooit echt tot leven komt.
3. Adam Smith’s kijkt naar de belastingplichtige. Wanneer komt het voor hem uit? Perspectief van
belastingplichtige. Pay as you go: ‘als je verdient, dan betaal je ook’, Indien geen geld, dan niet. Uit
perspectief van contributor. Ook van belang voor de belastingdienst, want anders krijgen ze het heel
erg druk met invorderen, omdat niemand kan betalen.
4. Efficiency. De BD moet efficiënt zijn. De markt niet teveel verstoren. Perceptiekosten
(aanslagregeling en inning) zo laag mogelijk zijn.
Functies van belastingen:
-Budgettaire functie: Zorgen dat geld in de schappenkist komt. Vakdepartementen van de overheid
hebben financiële middelen nodig. (Klassieke functie)
-Distributieve functie: Inkomens- vermogensherverdeling. (Hoeveel en van wie heffen?). Kan
samenhangen met het verzet tegen de overheid. Je hebt geen idee wat de overheid precies doet.
Herverdeling hoeft niet per se van rijk naar arm te zijn. Kan verschillende kanten op, ook naar boven.
-Instrumentele of regulerende functie: als middel om gedrag van burgers te sturen om beleidsdoelen
te bereiken. (bijvoorbeeld accijnzen). Zitten ook haken en ogen aan. Als je mensen stuurt minder te
drinken, dan gaan de belastinginkomsten omlaag (drank).
Hoe worden deze functies gerealiseerd?
Wie doet dat? Wij allemaal samen, maar in de vorm van een wetgever.
Primaat bij de wetgever. Die is democratisch gelegitimeerd (vertegenwoordigd de burgers).
Wetgever neemt belangrijkste rechtspolitieke beslissingen. Heeft bovendien primaat bij de
(belasting)rechtsvorming. Rule of law is een voorbeeld van een rechtsstaat.
[art 104 GW] legaliteitsbeginsel: belastingheffing ogv wet in formele zin.
Speciale procedure van rechtsvorming. Maar geen echte fiscalisten in de regering.
Belang van de wet in de zin van rechtsgelijkheid en rechtszekerheid. Een Houvast die voor iedereen
geldt.
Januskop van belastingwet.
2 gezichten.
1. Belastingen zijn een politiek product: volksvertegenwoordiging en democratische legitimatie.