Hoofdstuk 1 jeugdrecht inleiding
Recht gaat om rechtvaardigheid, gelijkheid en beschermen van de zwaksten. Het zorgt voor orde.
Rechtsgebieden
Staatsrecht: de basisregel voor de organisatie van de overheid. De beschrijving van verschillende
organen van de overheid en de onderlinge verhoudingen.
Bestuursrecht: de regels over de bestuurstaak van de overheid. Bijvoorbeeld: zorg voor milieu,
onderwijs en zorg.
Strafrecht: het beschrijft de verboden gedragingen, zoals diefstal en moord.
Burgerlijk recht/ privaat recht: de rechtsverhouding tussen burgers onderling. Bestaande uit;
1. Personen- en familierecht; familierechtelijke relaties. Ouderschap, gezag, omgang en
echtscheiding.
2. Vermogensrecht; regelt zakelijke relaties tussen personen, zoals koop, huur en hypotheek.
3. Rechtspersonenrecht; een organisatie of onderneming die een zelfstandig leven leidt in het
recht.
Jeugdrecht is verweven in deze onderdelen. Daar geldt een ander recht voor dan het volwassenrecht.
1. Privaatrecht jeugdrecht: ouders van de jeugdige, gezag over de jeugdige, jeugdige en
scheiding van de ouders, rechtspositie van de jeugdige, kinderbeschermingsmaatregelen (OTS,
beëindigen van het gezag).
2. Jeugd strafrecht: alle straffen en maatregelen die op jeugdige kunnen worden toegepast.
3. Adolescenten strafrecht: het is geen aparte straf/ maatregel. In bepaalde gevallen kan de
rechter na het 18e levensjaar toch het jeugdstrafrecht toepassen, of juist onder de 18 jaar een
volwassenrecht toe kan passen.
Materieel recht: rechten en plichten van de burger.
Formeel recht: procesrecht.
Het formeel recht beschrijft hoe er wordt gehandeld na een strafbaar feit.
Hoofdstuk 11 inleiding strafrecht
De overheid is actief in het opsporen en vervolgen van verdachten. Zij doen dit omdat de verdachte
(mogelijk) een inbreuk maakt op de orde en veiligheid. Daarbij staat op alle gedragingen een straf.
Materieel strafrecht:
- Verboden gedragingen.
- Straffen en maatregelen.
- Een aantal algemene bepalingen die voor alle verboden gedragingen uit het strafrecht gelden.
Formeel strafrecht:
- Bevoegdheden van politie en justitie als er een strafbaar feit is gepleegd.
- Rechten van de verdachte en zijn raadsman.
- Gang van zaken tijdens het strafproces.
Legaliteitsbeginsel: de garantie dat de overheid op een zorgvuldige manier met het strafrecht
omgaat.
1. Wet: een strafbepaling is alleen geldig als zij is opgenomen in een wet.
2. Niet achteraf: iemand kan alleen worden gestraft vanwege gedrag dat al strafbaar was op het
moment van de daad.
3. Geen gewoonte: gedrag kan alleen strafbaar worden gesteld in een wet.
4. Jeugdstrafrecht: speciale regels die gelden voor jeugd tussen de 12 en 18 jaar.
Hoofdstuk 16 organisatie van jeugdhulp
Jeugdhulp:
- Alle vormen van ondersteuning van en hulp aan jeugdigen en hun ouders.
- Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig
functioneren van jongeren met een beperking.
, - Het ondersteunen bij of overnemen van persoonlijke verzorging gericht op een tekort aan
zelfredzaamheid.
Beleidsplan: periodiek beleidsplan door de gemeente. Hierin wordt duidelijk welke hulp toegankelijk
is.
Jeugdhulpplicht: gemeenten moeten zorgen voor voldoende voorzieningen. De gemeente bepaalt zelf
die hulp.
Woonplaats: waar de jeugdige in de BRP staat ingeschreven. BRP: BasisRegister voor Personen.
Raadsmelding: het college van burgemeesters en wethouders heeft de taak om een melding te doen
bij de RvdK.
Deskundige toeleiding: de gemeente moet zorgen voor professionals met voldoende deskundigheid
en ervaring. Daarbij koopt de gemeente hulp in bij (gecertificeerde) instellingen.
De gemeente bepaalt welke hulp vrij toegankelijk is en welke niet. Bij niet vrij toegankelijke hulp
moeten personen een verleningsbesluit van de gemeente hebben. De procedure is als volgt:
1. Het gezin meldt zich.
2. De hulpvraag wordt verkend en er wordt gezocht naar passende hulp bij een vrij toegankelijke
hulpverlener.
3. Zo niet? dan een schriftelijke aanvraag.
4. De gemeente maakt een verleningsbesluit.
5. Het gezin krijgt de hulp.
Een huisarts, jeugdarts of medisch specialist mag direct doorverwijzen.
Niet vrijwillig: de rechter doet een uitspraak de gemeente wordt verantwoordelijk. Ze stellen een
verleningsbesluit op voor een GI. Een GI kijkt welke jeugdhulp nodig is.
Een GI moet aan eisen voldoen, net als de professionals (BIG-geregistreerd of SKJ-registratie).
Er moet een plan van aanpak zijn, het familiegroepsplan.
(gezins)voogdij: bij een OTS of gezagsbeïndiging.
RvdK: speelt een belangrijke rol bij de voorbereiding van een kinderbeschermingsmaatregel. De RvdK
doet eerst een onderzoek en geeft dan opdracht voor het uitvoeren van de hulp. Zie de Powerpoint
voor meer informatie en wat ze doen.
Jeugdreclassering: begeleiden en toezicht houden op jeugdigen in opdracht van het OM of de
rechter.
Gesloten jeugdzorg: het moet een geregistreerde accommodatie zijn. Er moet een rechterlijke
machtiging zijn, het kan ook geschorst worden. Een jeugdige mag alleen geplaatst worden als er
ernstige opgroei- of opvoedproblemen zijn.
Veilig thuis: de taken zijn;
- Advies geven.
- Fungeren als meldpunt.
- Vaststellen of er sprake is van hg of km.
- Toeleiden naar passende hulp.
- Informeren van politie en/ of RvdK.
- Informeren van de melder.
Hoofdstuk 18 kinderrechtenverdrag
Het internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) heeft veel invloed op het jeugdrecht.
Vier kernbepalingen:
1. Gelijke behandeling: alle kinderen zijn gelijk, ongeacht het ras, sekse leeftijd enz.
2. Belang van het kind: bij besluiten en uitspraken moet het belang van het kind worden
meegewogen.
3. Recht op leven en ontwikkeling: het ontwikkelen richting volwassenheid.
4. Recht om gehoord te worden: de mening ven een jeugdige moet gehoord worden.
Een comité beoordeelt hoe een land zich aan het verdrag houdt:
Kinderombudsman: een onafhankelijk instituut dat de rechten van het kind uit het
kinderrechtenverdrag aan de orde stelt.
Hoofdstuk 5 rechtspositie van de jeugdige
Handelingsbekwaam: jeugdigen tot 18 jaar zijn handelingsonbekwaam. Zij kunnen niet zelfstandig
in het juridisch verkeer optreden. Zij hebben een ouder of voogd nodig. Dit leidt tot rare situaties,
, vandaar dat een jeugdige steeds zelfstandiger wordt naarmate de leeftijd. We kijken dan naar wat wij
‘normaal’ vinden. Een kind van 15 wat een trui van €30,00 koopt of een kind van 7 bijvoorbeeld.
Handlichting: wanneer een jeugdige een belangrijke rol vervult in een (familie)bedrijf, kan het zijn
dat hij nog niet handelingsbekwaam is. Een kantonrechter kan bepaalde rechtshandelingen
handelingsbekwaam verklaren.
Huwelijk en partnerschap
Om te trouwen moeten beide partners 18 jaar zijn. Voorheen was dit 16 jaar als het meisje zwanger
was. Het huwelijk van minderjarige wordt in Nederland niet erkent (denk aan vluchtelingen of
migranten).
Woonplaats: het adres waar iemand juridisch bereikbaar is. Een minderjarige bepaalt niet zelf zijn
woonplaats: hij heeft dezelfde woonplaats als degene die het gezag over hem uitvoert. Bij scheiding
zal de jeugdige de ‘hoofdwoonplaats’ als plaats krijgen. Wanneer een jeugdige naar een internaat gaat,
dan zal de woonplaats juridisch gezien nog steeds bij de ouder zijn.
Iemand die een weglopen schuilhoudt, is strafbaar. De persoon moet zich melden bij de RvdK/ Veilig
Thuis en moet het adres doorgeven. Bij de ouders hoeft de person alleen zijn naam en (kantoor)adres
doorgeven.
Voornaam: de ouders kiezen de namen uit en die worden vastgelegd in het geboorteregister. Deze
namen zijn beslissend, ondanks dat de jeugdige in het dagelijks leven niet zo wordt genoemd.
Voornaam wijzigen: een officieel verzoek aan de rechter met de reden. Onder de 18 jaar moet de
ouder het verzoek indienen aangezien een jeugdige handelingsonbekwaam is.
Achternaam: de juridische vader en moeder mogen kiezen welke achternaam zij het kind geven. Zij
moeten voor of tijdens de aangifte de keuze maken en deze geldt voor alle kinderen. Wanneer er geen
juridische vader is, dan krijgt de jeugdige automatisch de achternaam van de moeder.
Achternaam wijzigen: wanneer het lachlust opwekt of bespottelijk is. Het mag niet worden
veranderd als:
1. De naamswijziging is niet in het belang van de jeugdige.
2. Degene wiens naam de jeugdige gaat dragen wil dit niet.
3. De naam van de jeugdige is al eerder gewijzigd.
4. Tot 12 jaar: één van de ouders wil de wijziging niet.
5. Na 12 jaar: de jeugdige wil het zelf niet.
Procedure van de wijziging:
1. Verzoek aan de koning (wordt behandeld door ministerie van veiligheid en justitie).
2. Als het voldoet aan alle eisen wordt een acceptgirokaart gestuurd.
3. Wanneer het bedrag binnen is gekomen, dan zendt het ministerie het verzoekschrift naar de
gemeente.
4. De gemeente controleert de gegevens die in zijn gevuld op het verzoekschrift.
BRP: Basisregister personen: hierin staan alle inwoners van die gemeente.
Burgerlijke stand: aktes van belangrijke levensgebeurtenissen (geboorte, huwelijk, overlijden).
Aansprakelijkheid van de ouders
Tot 14 jaar: tot 14 jaar vergoeden ouders alle schade.
14 – 15 jaar: ouder vergoeden de schade, tenzij zij aan kunnen tonen dat ze de schade niet konden
voorkomen.
16+: zijzelf zijn aansprakelijk.
Hoofdstuk 6 rechtspositie van de jeugdige
Medische behandeling
Vanaf 16 handelingsbekwaam: zij mogen zelf kiezen of zij een medische behandeling wel of niet
ondergaan.
Toestemming: een arts mag alleen met toestemming de behandeling uitvoeren. Onder de 12 beslist
de ouder. Tussen 12 en 1 beslist de ouder en de jeugdige. Botsen de meningen, dan kan de
behandelaar na een zorgvuldige afweging overwegen om in te gaan op de wensen van de jeugdige.
Geheimhoudingsplicht: alleen met toestemming informatie verspreiden. Onder 12 jaar geven ouders
toestemming, boven de 12 jaar doen zij dit zelf. Is een jeugdige wilsonbekwaam, dan is de jeugdige
niet in staat om zelf zijn keuzes te overzien. Hierdoor neemt de ouder de beslissing.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FleurAvans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.