Inleiding in de psychische
gezondheidszorg H6
PREVENTIE
6.1 Denken over preventie
(Fysieke) leefomstandigheden, het eigen gedrag en de leefwijze van de persoon, en allerlei
beïnvloedingen vanwege het gedrag van andere mensen in de directe omgeving verhogen of verlagen
het risico. In die invloeden of determinanten liggen kansen voor preventie. Het resultaat van
preventie is daarom altijd abstracter en wordt pas zichtbaar wanneer er statistieken beschikbaar zijn
waarin het verschil wordt gedemonstreerd tussen de situatie dat een preventieprogramma wel is
uitgevoerd en de situatie dat dit niet gedaan is.
6.1.1 Bestuurders en financiers overtuigen
De kennis over de oorzaken en de determinanten van allerlei psychische moeilijkheden veel diffuser
of complexer is dan de kennis over infectieziekten, waarbij vaak één bacterie of één virus kan worden
aangewezen als veroorzaker van een bepaalde aandoening.
6.1.2 Epidemiologische resultaten blijven achter
Een programma moet veel massaler worden aangeboden en wellicht op gezette tijden moet worden
herhaald om een behaald resultaat te bestendigen. De belangrijkste reden om te investeren is dat bij
preventie vaak met geringe middelen hoge opbrengsten kunnen worden bereikt.
6.2 Indelingen van preventie
Al lange tijd wordt onderscheid gemaakt tussen primaire, secundaire en tertiaire preventie. Primaire
preventie betreft beleid gericht op het verhinderen dat een probleem ontstaat. Bij secundaire
preventie gaat het om het afremmen van een ongunstige ontwikkeling wanneer er signalen zijn dat
een aandoening of een probleem zich daadwerkelijk zal ontwikkelen (nauw verband aan vroegtijdig
ontwikkelen). Bij tertiaire preventie gaat het erom erger te voorkomen wanneer er al sprake is van
een ziekte (hulpverlening die erop gericht is een ongunstig ziektebeloop te voorkomen).
Een recentere indeling betreft het onderscheid in universele, selectieve en geïndiceerde preventie,
eventueel aangevuld met de zorggerelateerde preventie. Bij universele preventie is de activiteit
gericht op de gehele bevolking of althans een grote homogene groep mensen. Bij selectieve
preventie richt de activiteit zich uitdrukkelijk op een risicogroep die goed omschreven is en waardoor
anderen die, buiten die definitie vallen, niet worden opgeroepen om aan de activiteit deel te nemen
en/of daardoor niet (ongevraagd) genaderd worden. Bij geïndiceerde preventie is er al sprake van
een beginnend gezondheidsprobleem. Bij de zorggerelateerde preventie worden dezelfde
doelstellingen nagestreefd als bij de tertiaire preventie in de eerder genoemde indeling.
6.2.1 Preventie op diverse schaalniveaus
Een interventie kan bijvoorbeeld gericht zijn op de gehele samenleving of de algemene context
waarin mensen leven. Ook op een lager schaalniveau, zoals in gezinnen of families, kunnen in de
sociale context risicofactoren bestaan die de kans verhogen op een psychische aandoening of
overmatig gebruik van middelen als alcohol of drugs. Op het laagste niveau is de preventie gericht op
individuen.
, 6.3 Kansen voor preventie
Er zijn geen absolute barrières voor preventie van psychische problematiek. Het is nooit gemakkelijk
om een sociale context te veranderen, maar overheden en instanties kunnen, zodra er verbanden zijn
aangetoond, toch proberen om programma’s te ontwikkelen of projecten te starten om hierin
verbetering te bewerkstelligen. Maar ook wanneer er nog geen concrete aangrijpingspunten zijn
gevonden voor primaire preventie, liggen er nog altijd kansen om het verloop van een aandoening
zodanig te beïnvloeden dat deze minder ernstig is en de persoon zelf meer greep heeft op zijn of haar
leven en levensomstandigheden.
6.4 Preventiewerk
Wat doen preventiewerkers om problemen bij jeugdigen en volwassenen te voorkomen?
Nu volgen er twee ervaringsberichten.
KOPP/KVO-programma: Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen, Kinderen van
Verslaafde Ouders. Systematisch kijken is erg belangrijk; wanneer je kinderen in kwetsbare
gezinssituaties wilt kunnen helpen, moet je systeemgericht denken en werken, omdat het kind
onderdeel is van het gezin. Preventief werken met en voor jeugdigen begint bij de alertheid van
hulpverleners.
Psychische problemen voorkom je door mensen hun veerkracht te versterken en hun zelfregie te
bevorderen. Collectieve preventie is een vorm van preventie dat vooral gericht is op risicogroepen
voor depressie en angst. Collectieve preventie wordt gefinancierd door gemeenten.
Gezondheidspromotie en preventie zijn gericht op het bevorderen van de psychische gezondheid van,
en het voorkomen van psychische problemen bij kwetsbare mensen. Tips: waarnemen, effectiviteit,
handelen op het juiste moment, flexibiliteit, goed is goed genoeg, mildheid, time-out en aandacht.
Met een zogenoemde ‘Zero Suicide Mindset’ streven we naar het voorkomen van suïcide. Deze
training (PITSTOP: Professionals in training to STOP suicide) geeft psychiaters, psychologen en
verpleegkundigen meer zelfvertrouwen en kennis op het gebied van suïcidaal gedrag.
Autisme is een grotendeels erfelijke stoornis die voortkomt uit afwijkingen in de hersenen die in alle
levensgebieden doordringt. Wat iedereen met een autismediagnose gemeenschappelijk heeft, zijn
afwijkingen in de sociale interactie en/of de communicatie. Mensen met autisme zien details waar ze
geen of heel moeilijk een totaalbeeld van kunnen maken. Een ander autismekenmerk is moeite
hebben zich flexibel op te stellen in een nieuwe situatie, dus met ‘schakelen’.
6.5 Werken van preventie
Het probleem bij preventie is in het algemeen dat degenen waar de activiteiten op worden gericht
daar vaak zelf niet om gevraagd hebben. Dit houdt in dat, hoe succesvol of effectief preventie ook kan
zijn, het niet vanzelfsprekend is dat de belanghebbenden zomaar meedoen.
6.5.1 Wie kan wat doen?
In beginsel kan iedereen een bijdrage leveren aan de preventie van psychische moeilijkheden en
stoornissen. In de eerste plaats betreft het uiteraard ouders ten opzichte van hun kinderen en
familieleden ten opzichte van elkaar. Ook niet-professionals zijn een factor in het ontwikkelen van een
passende context waarbinnen de kans daalt of wordt beperkt dat psychische spanningen ontstaan,
verergeren of een duurzaam karakter krijgen. Een trauma kan een belangrijke factor zijn in het
verhogen van de kans op het ontstaan van een ernstige psychische aandoening, zoals een
psychotische stoornis (schizofrenie). Het voorkomen van hechtingsproblemen en het bevorderen van
een gelukte hechting zijn daarmee belangrijke preventieve activiteiten van ouders ten opzichte van
hun kinderen.
6.5.2 Opgaven voor alle burgers