Samenvatting Jeugdrecht begrepen
Hoofdstuk 1 t/m 18.
Hoofdstuk 1: Inleiding recht
1.2 Omschrijving en doel
Het doel van recht:
- Rechtvaardigheid
- Gelijkheid
- Bescherming van de zwaksten
- Conflictbeheersing
- Het ordenen van de samenleving
- Het geven van regels om conflicten te voorkomen.
Bij het vaststellen van rechtsregels wordt antwoord gegeven op vragen, en zo wordt de inhoud van
het recht vastgesteld. Deze inhoud wordt dus door de politiek bepaald en verschilt van land tot land.
1.3 Rechtsgebieden
De honderdduizend rechtsregels die we in ons land hebben, gaan over zeer uiteenlopende
onderwerpen. Om enige ordening te krijgen in die massa wordt het recht ingedeeld in verschillende
onderdelen, dit worden rechtsgebieden genoemd:
1. Staatsrecht: geeft de basisregels voor de organisatie van de overheid. Het biedt een
beschrijving van de verschillende organen van de overheid, zoals gemeenteraad en
provinciale staten, het beschrijft hun onderlinge verhouding en het geeft regels voor de
relatie tussen burger en overheid.
- De belangrijkste wet in het staatsrecht is de Grondwet, die biedt de basis voor onze
staatsinrichting.
2. Bestuursrecht: ook het bestuursrecht houdt zich bezig met de overheid, alleen dan de
overheid ‘in actie’. Het bestuursrecht geeft regels over de bestuurstaak van de overheid. Met
‘bestuurstaak’ bedoelen we de ordenende taak van de overheid. Bijvoorbeeld: de zorg voor
het milieu, het onderwijs, de jeugdhulp, het verkeer en de sociale zekerheid. Het
bestuursrecht geeft regels voor de uitoefening van die veelzijdige bestuurstaak. Bij het
uitoefenen van de bestuurstaak komt de overheid vaak met burgers in aanraking: burgers die
een vergunning willen, een uitkering willen etc. Wat de overheid wel en niet mag doen in
zulke situaties staat beschreven in het bestuursrecht.
- De Wet milieubeheer, de Vreemdelingenwet, de Wet werk en bijstand en de Jeugdwet.
3. Strafrecht
Het strafrecht beschrijft verboden gedragingen, zoals diefstal en moord. Wie zich toch
schuldig maakt aan zo’n verboden gedraging, kan door de rechter gestraft worden. Lang niet
alles wat niet mag, wordt als verboden gedraging in het strafrecht opgenomen. De wetgever
neemt alleen die gedragingen in het strafrecht op die de rechtsorde zozeer schenden dat een
bestraffende reactie van de overheid moet volgen. Onder ‘rechtsorde’ verstaan we de rust
een de veiligheid in de samenleving.
- Wetboek van Strafrecht (staan strafbepalingen is) en het Wetboek van Strafvordering (staat
in wat er gebeurt als iemand éénmaal een strafbaar feit pleegt.
, 4. Burgerlijk recht
Het burgerlijk recht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Er wordt
onderscheid gemaakt in: zakelijke rechtsrelaties en familierechtelijke rechtsrelaties. Het
burgerlijk recht bestaat uit drie onderdelen:
1. Personen- en familierecht, waarin de familierechtelijke relaties tussen mensen worden
geregeld zoals ouderschap, gezag, scheiding en omgang.
2. Vermogensrecht, dat de zakelijke relaties tussen personen regelt, zoals koop, huur en
hypotheek.
3. Rechtspersonenrecht. Een rechtspersoon is een organisatie of onderneming die een
zelfstandig leven leidt in het recht. Hoe een rechtspersoon, zoals een naamloze
vennootschap, besloten vennootschap of een stichting moet worden opgericht en wie
het binnen de rechtspersoon voor het zeggen hebben wordt beschreven in het
rechtspersonenrecht.
- Het Burgerlijk Wetboek (staan rechten en plichten in van burgers op het terrein van het
personen- en familierecht, het vermogensrecht en het rechtspersonenrecht), Wetboek van
Burgerlijk Rechtsvordering (procesrecht met onder andere de gang van zaken tijdens een
burgerlijkproces).
Het jeugdrecht is het geheel van rechtsregels dat de positie van jeugdigen regelt. Dit is geen eigen
rechtsgebied en het valt ook niet onder één rechtsgebied. Het jeugdrecht bestaat namelijk uit
onderdelen uit de verschillende rechtsgebieden die over jeugdigen gaan of voor jeugdigen belangrijk
zijn. Zo bevat het jeugdrecht onderdelen uit het burgerlijk recht, het strafrecht en het bestuursrecht.
Aan de hand van het jeugdrecht wordt duidelijk dat het recht niet alleen ingedeeld kan worden naar
rechtsgebied maar ook naar onderwerp. Milieurecht, onderwijsrecht en arbeidsrecht.
1.4 Materiaal recht en formeel recht
Het recht kan ook onderverdeeld worden in materieel en formeel recht.
Materieel recht: bevat rechten en plichten van burgers. (strafbepalingen – Wetboek van Strafrecht)
Formeel recht (procesrecht): geeft het procesrecht weer. (geeft aan wat er gaat gebeuren – Wetboek
van Strafvordering)
Je kunt ook zeggen dat het formeel recht de wijze waarop het materieel recht gehandhaafd wordt
regelt. Wat ma en niet mag wordt aangegeven in het materiaal recht, wat er gebeurt als het materieel
recht geschonden wordt, staat beschreven in het formeel recht.
1.5 Nationaal en internationaal recht
Ieder land is vrij om zijn eigen rechtsregels te maken.
Nationaal recht: deze regels gelden op het grondgebied van dat land.
Internationaal recht: regelt de rechtsrelaties tussen de verschillende staten. Dit soort rechtsrelaties
wordt doorgaans vastgelegd in het internationale verdrag. Deze verdragen bevatten soms regels
waarmee de burgers van de aangesloten lidstaten rechtstreeks te maken hebben. (Europese Unie)