Social Cognition: How Individuals Construct Social Reality, 2 nd edition.
Rainer Greifeneder, Herbert Bless, and Klaus Fiedler.
Hoofdstuk 1 – Introduction: what is social cognition research about?
Making sense: constructing social reality
Voor het grootste gedeelte is de sociale omgeving van individuen erg complex en dynamisch,
waarin twee situaties nooit gelijk zijn. Toch is het essentieel om iedere situatie te begrijpen,
zodat we erop kunnen reageren. Hier is een ‘highly differentiated system of tools’ voor nodig.
Individuen zijn erg flexibel in hun reacties op sociale situaties, waardoor de reacties op
een bepaalde situatie nogal eens van elkaar verschillen. Daarbij verschilt het ook nog eens hoe de
‘perceiver’ (ontvanger) de informatie interpreteert. Een voorbeeld hiervan is als iemand je niet
begroet omdat diegene je niet ziet of omdat diegene misschien boos is, in beide situaties gebeurd
hetzelfde, maar interpreteer je het niet groeten totaal verschillend. Het is de (subjectieve)
constructie van de sociale situatie meer dan de objectieve input die bepaald hoe individuen
denken, zich voelen en zich gedragen in een complexe sociale wereld. ‘Social cognition research’
houdt zich dus bezig met het bestuderen van de sociale kennis en de psychologische processen
die betrokken zijn bij het construeren van de subjectieve werkelijkheid van een individu.
Different perspectives on the social thinker
De interpretatie van een stimulus is aan de ene kant bepaald door de input maar aan de andere
kant weten we ook dat individuen in een bepaalde situatie heel ander kunnen interpreteren dan
in een andere situatie. Zo is er een verschil in interpretatie om momenten dat we onder druk
staan (weinig moeite en snel) dan wanneer we belangrijke beslissingen moeten maken (moet
heel accurraat zijn) en als laatste is er de algemene motieven die voort blijven bestaan
(consequent zijn).
Consistency seekers
Individuen proberen de wereld te zien zoals zij geloven dat de wereld is. Er moet dus altijd een
goede overeenkomst zijn tussen hun ‘prior belief’ en de huidige situatie. Als deze situaties niet
overeenkomen (iemand die slim denkt te zijn; heeft zijn test niet gehaald), moet er naar
consistentie worden gestreefd. Dit kan worden gedaan door een element toe te voegen (ik heb
die nacht heel slecht geslapen) of een element te veranderen (test was toch niet zo belangrijk).
Deze individuen hebben positieve verwachtingen voor hun toekomst op basis van hun ‘prior
beliefs’ en maken voor zichzelf en hun situatie ook vaak positieve illusies. De sociale wereld is
echter niet altijd consistent met onze wensen of verwachtingen, waardoor een accurate
perceptie van de werkelijkheid vereist is.
Naive scientists
Individuen proberen de wereld zo accuraat mogelijk te zien: zij verzamelen alle relevante
informatie en voegen deze samen tot een ‘unbiased’ (onbevooroordeelde) sociale werkelijkheid.
Deze individuen proberen met de beschikbare informatie een reden te vinden voor de oorzaak
van een bepaalde gebeurtenis, zonder dat deze informatie dus aangepast is.
Cognitive misers
In het dagelijks leven moeten individuen vaak snel of in een redelijke tijdsmaat reageren (geen
uren over doen). Daarom zijn er ‘mental shortcuts’, waarbij het processen van informatie
gesimplificeerd wordt zodat er snel gehandeld kan worden. Deze shortcuts leveren in het
dagelijks leven in veel van de gevallen een goede uitkomst voor de situatie.
Motivated tacticians
Vaak reageren individuen niet in iedere situatie op één van bovenstaande manieren maar
verschilt dit per situatie. Wanneer de drie gecombineerd worden, ontstaat een vierde
perspectief: ‘motivated tacticians’.
Persoonlijk relevante situaties worden als ‘elaborative processing’ benaderd.
, Onder tijdsdruk wordt er vaak gebruik gemaakt van ‘cognitive misers’.
Iemand beoordelen op alle mogelijke informatie is ‘elaborative processing’.
Iemand beoordelen op basis van stereotypering is ‘cognitive misers’.
Etc.
Activated actors
Stimuli in de omgeving brengen automatisch relevante kennis over adequate interpretaties en
gedragingen. Hierbij kan gedacht worden aan het op de rem trappen bij het zien van een rood
licht, we denken er nauwelijks bij na maar doen het toch.
The cognitive component of social cognition
De sociale werkelijkheid wordt volgens sociale cognitie onderzoekers geconstrueerd door
gebruik te maken van ‘internal mediating processes’. In de tijd van de behavioristen werd de
‘black box ‘vooral genegeerd en was het veel belangrijker te kijken naar de directe relatie tussen
stimulus en respons. De cognitieve psychologie en gestalt psychologie brachten hier verandering
in, waardoor et interessant werd te kijken naar de ‘black box’.
‘THE CAT’-example is een goed voorbeeld van hoe een bepaalde stimulus op twee
verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. Bij de ‘oude/jonge vrouw’-example kan je
geprimed worden om juist de oude, of juist de jonge vrouw te zien, door een kleine verandering
in de stimulus. Dit toont aan dat ‘prior social knowledge’ van invloed kan zijn op de interpretatie
van een stimulus.
Het negeren van de cognitieve link die veroorzaakt wordt door de
contextgevoeligheid zou resulteren in een verkeerd beeld van menselijk gedrag.
Deze link is namelijk belangrijk voor het adaptieve gedrag van mensen, tijdens het
construeren van de sociale werkelijkheid, in de complexe wereld.
What is social about social cognition?
Er is veel overlap tussen de cognitieve psychologie en de sociale cognitive. Echter zijn er twee
verschillen: de ‘nature of stimulus’ en de ‘nature of processing’.
Nature of stimulus
De target van sociale perceptie is anders dan de target van non-sociale perceptie. Hierbij kan je
denken aan het beoordelen van de geloofwaardigheid van iemand (sociale perceptie), of de
grootte van een vierkant beoordelen (non-sociale perceptie). Het verschil is simpel samen te
vatten als: hoe direct een individu de target attributen kan observeren (grootte >
geloofwaardigheid).
Non-sociale perceptie is gemakkelijk direct te observeren: horen, zien, voelen, ruiken,
terwijl dit bij sociale perceptie niet zo makkelijk is. We kunnen niet ‘voelen, proeven, horen of
zien’ hoe agressief iemand is. Wel kunnen we dit bijvoorbeeld indirect meten door weer te
observeren hoe vaak iemand iemand anders slaat (direct). Daarbij komt nog dat de accuraatheid
van sociale oordelen vaak moeilijk te checken is, omdat de attributen afgeleid moeten worden
van distale cues. Daarnaast worden de attributen door verschillende personen anders
geïnterpreteerd door de slechte definitie van attributen, ze gaan soms uit van andere
meetstaven: wanneer is iemand nou agressief? Individuen moeten dus verder gaan dan de
gegeven informatie in een bepaalde situatie wat leidt tot vele inferenties.
Nature of the processing
Het sociale aspect van sociale cognitie is niet alleen bepaald door de sociale natuur van de
stimulus maar ook door het processing van de sociale informatie. De individuele constructie van
sociale werkelijkheid wordt sterk beïnvloedt door de constructie van anderen: ze zien het gedrag
van anderen en maken daarmee hun eigen sociale werkelijkheid door middel van inferentie.
Hoewel verschillende personen in dezelfde situatie verschillende sociale werkelijkheden