Uitgebreide samenvatting van de hoorcollege aantekeningen, literatuur, kennisclips, werkgroep aantekeningen en quizes. Het vak Ontwikkelingspsychologie bestaat uit erg veel leerwerk en literatuur. In deze samenvatting is alle leerstof gebundeld. Het lijkt veel, maar alles is uitgebreid uitgewerkt e...
Samenvatting
Ontwikkelingspsychologie voor pedagogen
+ Alle hoorcollege aantekeningen
+ Aanvullende literatuur samenvatting
+ Werkgroep aantekeningen
+ Kennisclips aantekeningen
+Quizes met antwoorden
Tentamen:
- 40 meerkeuzevragen = 70% van cijfer
- 4 open vragen = 30% van cijfer
Uitgebreide samenvatting van de hoorcollege aantekeningen, literatuur, kennisclips, werkgroep
aantekeningen en quizes. Het vak Ontwikkelingspsychologie bestaat uit erg veel leerwerk en
literatuur. In deze samenvatting is alle leerstof gebundeld. Het lijkt veel, maar alles is uitgebreid
uitgewerkt en uitgelegd. De foto’s van de quizes nemen ook veel pagina’s in beslag. Zelf heb ik met
deze samenvatting een 9.2 gehaald op het tentamen, terwijl veel mensen hem erg lastig vonden. De
samenvatting is dus erg compleet en bereid jouw volledig voor op het tentamen.
Fologenese: ontstaan van een soort (evolutie). hoe een soort ontstaat. Hoe zijn er verschillende
soorten vogels, giraffes etc. zijn ontstaan.
Ontogenese: ontwikkeling van een individu
Genotype: unieke set genen van een individu
Fenotype: observeerbare kenmerken individu. wat je kunt zien aan iemand. Zowel gedrag als fysiek.
Tweelingen: genotype identiek, fenotype niet.
Mytose: celdeling van autosomen (gewone cellen)
Meiose: celdeling van gameten (geslachtscellen)
Zygote: bevruchte eicel
Epigenetica: het reguleren van genen zonder structuur aan te tasten, dus ook imprenten. Kan ook
weer terug. Dit is de overkoepelende term. Daar vallen nog meerdere kleine dingen onder waaronder
imprenting. Het genotype verandert hier niet maar het functioneren (fenotype) verandert.
Imprenting: aan of uit zetten van genen. Hier kan je niet bewust voor kiezen. Er gaat ook tijd over
heen. Het is een adaptief proces: aanpassen aan omgeving. Gevoeligheid van de genetische opmaak:
gen wordt geactiveerd of gedeactiveerd. Bijvoorbeeld= Heel veel stress zorgt voor reacties die
adaptief zijn in stressvolle situatie. Op een gegeven moment zit je niet meer in een stressvolle situatie
en is het niet meer helpfull en draait het terug.
Homozygoot: met dezelfde allel (bb/BB)
Heterozygoot: met verschillende allel (Bb)
Dominant: Overheerst
Recessief: Ondergeschikt
Co-dominant: verschijnsel dat een heterozygoot organisme allelen heeft die beide even dominant
zijn. Bloedgroepen wegen even zwaar. Er is geen dominant maar ze zijn even. Je krijgt dan een
tussenvorm. Ze zijn allebei aanwezig, bijvoorbeeld AB
, Stel B=bruine ogen en b=blauw. Kind heeft 75% kans om bruine ogen te hebben.
Dominant, recessief en co-dominant
2 soorten celdelingen:
- Mytose: celdeling van autosomen (gewone cellen)
- Meiose: celdeling van gameten (geslachtscellen)
Ene gaat over identieke kopiën van zichzelf en de ander gaat over splitsen. DIT IS BELANGRIJK
Epigenetica – imprenting
Doel = normale ontwikkeling in verschillende omgevingen mogelijk maken
Maar soms gaat het mis
Het brein is erg gevoelig
Dat is altijd adaptief: om zich beter aan te passen aan de omgeving. Evolutionair gezien: Ene soort
past zich aan aan de omgeving om betere overlevingskansen te hebben. Evolutie kan ook niet meer
terug.
Imprenting=aan en uit zitten zonder dat dat in de opmaking een verandering brengt.
Ivoorjacht: olifanten werden doodgeschoten of de slachttanden afgesneden. Toen ontstond er een
groep olifanten zonder slachttanden. De olifanten zouden later wel weer slachttanden kunnen krijgen
omdat het dit te snel gaat. Evolutie gaat langzaam. Zit ook nog een ingewikkelder proces achter met
genen en hormonen.
Genen vs omgeving
Nativisme: Genen (nature). Je bent zo geboren dus het blijft zo.
Behaviorisme: Omgeving (nurture). Je wordt gevormd door je ervaringen en omgeving. Je ontwikkelt
je in je omgeving en adaptief aan die omgeving
➔ Meeste ontwikkelingspsychologen zitten ergens in het midden, tussen de twee extremen.
Voorbeeld nature/nurture: Eeneiige tweeling: zelfde genen/aanleg. Maar het ene (aanleg obesitas)
komt tot uiting en het andere niet door emgeving. Bij de een wordt het wel geactiveerd en bij de
ander niet. Dezelfde genotypes met een ander fenotype is te zien bij de tweelingen.
Epigenetische veranderingen kunnen overal plaatsvinden. Je kan niet zien aan genen of het wel of
niet muteerbaar zijn. Sommige kenmerken zijn afhankelijk van 1 gen en sommige van meerdere
genen. Mutaties (wijzigingen in erfelijke eigenschappen van het genoom van een cel: DNA)bij
kenmerken van 1 gen zijn groter. Daaraan kun je kwetsbaarheid van mutaties zien. Maar dat kan wel
overal. Je kunt je op bepaalde manieren aanpassen maar je weet niet hoe. Maar in de basis is je
opmaak er en gaat het over kleine veranderingen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jorindeaanhetrot. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.