Week 1: uitgangspunten van het strafprocesrecht
Materieel strafrecht van formeel strafrecht onderscheiden
Het materieel strafrecht
- ziet met name op de vraag welke menselijke gedraging strafbaar zijn en welke sancties op
het plegen van een bepaald strafbaar gesteld gedrag dienen te volgen.
o Strafbepaling: omschrijvingen van gedrag dat strafbaar is, met daarbij een
aanduiding van de maximale straffen die mogen worden opgelegd.
Het formele strafrecht
- bevat voorschriften die omschrijven hoe de strafrechtelijke procedure dient plaats te vinden
o bevorderen bestraffingen schuldigen
o voorkomen bestraffingen onschuldigen
commuun strafrecht
- het strafrecht dat in de wetboeken is genomen -> Sr, Sv
bijzonder strafrecht
- strafbepalingen in andere wetten.
o VB: Opiumwet, wegenverkeerswet 1994 en Wet wapens munitie
o Het betreft bepalingen die behoren tot het materiele strafrecht, maar vaak ook
bevoegdheden die behoren tot het formele strafrecht.
Sanctierecht
- Voorwaarden waaronder straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer worden gelegd.
De manieren waarop strafbare feiten kunnen worden ingedeeld benoemen
Misdrijven en overtredingen
- Misdrijven zijn over het algemeen ernstigere feiten dan overtredingen
o Misdrijven in boek 2 en overtredingen in boek 3
Formele delicten
- Dit soort delicten staan in de wet omschreven als een handeling, een specifieke omschreven
activiteit. Het verrichten van deze handeling is strafbaar gesteld
Materieel delicten -> gevolg delicten
- Bij dit soorten delicten heeft de wetgever niet een handeling strafbaar gesteld, maar het
oorzaken van een gevolg. Het is bij deze delicten niet van belang welke handelingen heeft
geleid tot het strafbare gevolg
o VB: doodslag art. 287 Sr.
Commissie delicten -> verbodsnorm -> actief handelen -> art. 184 Sv, na alsmede
- Een delict dat bestaat uit een doen en een handelen
o Vb: stelen, vermoorden en vervalsen
Omissiedelicten -> gebodsnorm -> nalaten -> art. 184 Sv, voor alsmede
- een feit dat niet wordt gepleegd door handelen, maar door een nalaten dus niet
oneigenlijk omissiedelicten:
- eigenlijk een commissiedelicten, maar door het nalaten is het commissiedelicten een
oneigenlijk omissiedelicten geworden
gekwalificeerde delicten -> strafverzwarend
- extra bestanddelen van het gronddelict die strafverzwarend zijn ten opzichte van de straf die
in het gronddelict staan geschreven
geprivilegieerd delict -> straf verlichtend
- extra bestanddelen van het gronddelict die strafverlichtend zijn ten opzichte van de straf die
in het gronddelict staan geschreven
Bestanddelen van elementen onderscheiden
Bestanddelen
, - zijn de onderdelen van een delictsomschrijving en die vindt men in de wettekst (zoals
wegnemen in art. 310 Sr).
Bij elementen
- zijn de onderdelen niet opgenomen in de wettekst, maar zijn de voorwaarden: de
wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid. Een strafbaar feit bestaat pas wanneer aan alle
bestanddelen bewezen zijn verklaard en sprake is van wederrechtelijke en verwijtbaarheid
De structuur van het strafbare feit uit een kunnen zetten
In materieelrechtelijke zin wordt de inhoud van een strafbaar feit als volg omschreven:
Een strafbaar is een:
1. Menselijk gedraging die
a. Moet uiteindelijk tot uitdrukking komen in de tenlastelegging en al dan niet bewezen
worden verklaard. Lukt dat niet, dan volgt vrijspraak.
b. Commissie versus omissie
2. Valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, die
a. Dit komt erop neer dat een feitelijke gedraging een juridische duiding moet krijgen
en onder een strafbepaling moet worden geschaard. -> legaliteitsbeginsel
b. Is de gedraging uit de tenlastelegging bewezen verklaard, dan zal de rechter deze
moet kwalificeren.
3. Wederrechtelijk is en
a. Of het in strijd is met het recht
b. Hierbij wordt puur gekeken naar de daad op zich en niet of de dader iets kan worden
verweten.
i. Uitzondering: rechtvaardigingsgronden (noodweer)
4. Aan schuld te wijten
a. Verwijtbaarheid: men kon in redelijkheid van iemand vergen dat hij zich anders
gedroeg dan hij deed.
i. Uitzondering: schulduitsluitingsgronden, deze verschillen van de
rechtvaardigingsgronden, omdat wel kijken naar de dader zelf.
b. Wordt in beginsel verondersteld aanwezig te zijn
De betekenis van het legaliteitsbeginsel uitleggen
- Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daarvan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
- De rechtszekerheid eist dat onder andere dat omschrijving van wettelijke strafbepalingen
voldoende helder zijn.
- Lex scripta: strafbaarstelling vereist een schriftelijke strafbepaling
- Lex certa: strafbaarstelling moet zo precies mogelijke worden geformuleerd
- Lex stricta: de strafbepaling mag niet extensief worden geïnterpreteerd
- Lex praevia: strafbaarstelling mogen geen terugwerkende kracht hebben
o Tenzij: lex mitior: indien de wet voor de verdachte in zijn voordeel wordt herzien 1sr
De toegepaste interpretatiemethoden in een rechterlijke uitspraak vaststellen
De grammaticale interpretatie:
- Hierbij baseert de rechter zich puur op de uit de tekst van de bepaling sprekende betekenis.
De letterlijke bewoordingen van de strafbepalingen stellen grenzen aan de
interpretatievrijheid.
Wetshistorische:
- Hierbij gaat de rechter in parlementaire documenten op zoek naar de oorspronkelijke
bedoeling van de wetgever.
Wetssystematische:
- De plaatsing van een artikel in een bepaalde titel of afdeling kan namelijk een aanwijzing
geven voor de betekenis van dit artikel
, Rationale of teleologische:
- Welke doel wordt hier beoogd?
Analogische interpretatie:
- Houdt in dat uit een bestaand wettelijk voorschrift een regel wordt gedestilleerd en
toegepast op een ander geval dat strikt genomen niet onder het voorschrift valt. Deze
interpretatie is niet toegestaan
Extensieve interpretatie:
- Wordt in tegenstelling tot analogische, binnen de bewoording van de delictsomschrijving
gebleven.
Art. 350 Sv (beslissingsmodel) toepassen op een casus
Art. 350 Sv splitst zich uit in vier hoofdvragen -> materiele of inhoudelijke vragen
1. Is het ten laste gelegde feit bewezen?
a. Zo niet, vrijspraak o.g.v. art. 352 lid 1 Sv
2. Is het bewezenverklaarde strafbaar?
a. Zo niet, OVAR o.g.v. art. 352 lid 2 Sv
3. Is de verdachte strafbaar?
a. Verwijtbaarheid en wederrechtelijkheid
b. Zo niet, OVAR o.g.v. art. 352 lid 2 Sv
4. Welke straf of maatregel kan/moet worden opgelegd?
Art. 349 uitwerken
Onderdelen van een strafbepaling
- Delictsomschrijving:
o Geeft weer welke gedraging strafbaar zijn
o De bestanddelen die zijn opgenomen zijn in de delictsomschrijving, moeten in de
tenlastelegging worden opgenomen
- Kwalificatieaanduiding
o Is de juridische aanduiding van het strafbare feit (niet bij elk wetsartikel)
- Strafbedreiging
o Gaat over de maximale straf die opgelegd mag worden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper aminakerkri. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,50. Je zit daarna nergens aan vast.