Interventievoorstel
Ter vermindering van pestgedrag binnen een groot hightech bedrijf
Cursus : Gezondheidsbevordering: theorie en toepassing (Bijzondere verplichting)
Student :
Studentnummer :
Inleverdatum : 15 september 2023
, Probleembeschrijving
In elke professionele werkomgeving kunnen mensen te maken krijgen met ongewenste
omgangsvormen. Uit de Nationale Enquête arbeidsomstandigheden (NEA) uit 2018 blijkt dat 8,0%
van de Nederlandse werknemers weleens wordt gepest door collega’s of leidinggevenden (Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), 2020). Pesten op het werk wordt gedefinieerd als “een
sociale interactie waarin een werknemer aanhoudend (minimaal zes maanden) en herhaaldelijk
(minimaal wekelijks) doelwit is van negatief sociaal gedrag” (Notelaers et al., 2020). Pesten op de
werkvloer kan van persoonlijke aard (zoals kleinerende opmerkingen maken of over iemand
roddelen) of van meer werkgerelateerde aard zijn (zoals het achterhouden van informatie) en
ontstaat vaak door een samenspel van persoons- en organisatiefactoren (SZW, 2020). Bepaalde
persoonskenmerken (zoals verminderde sociale vaardigheden) kunnen werknemers kwetsbaarder
maken voor pesten en ineffectieve coping en conflictvermijding kan ervoor zorgen dat pesten in
stand blijft. Wat betreft organisatiefactoren zijn rolonduidelijkheid, (rol)conflict, (kwantitatieve)
taakeisen en het ontbreken van sociale steun van de leidinggevende belangrijke risicofactoren (Van
Den Brande et al.,2016) en daarnaast kan groepsidentiteit een rol spelen (Bronkhorst, 2018).
Pesten heeft grote invloed op het fysieke en psychologische welzijn van het slachtoffer, waaronder
chronische stress, hart- en vaatziekten, slaapproblemen, verhoogde kans op burn-out, depressie en
lagere toewijding en arbeidstevredenheid (SZW, 2020; Escartin, 2016). Pesten kan ook negatieve
gevolgen hebben voor de omstanders: collega’s die getuige zijn van pesterijen rapporteren
verhoogde mentale spanning en verminderd werkplezier (Notelaers et al., 2020). Wat betreft de
impact op organisaties heeft onderzoek aangetoond dat pesten verband houdt met verhoogd
ziekteverzuim, verloop en andere economische kosten (Escartin, 2016; Samnani & Singh, 2012).
Huidige interventie is ontworpen voor een groot hightechbedrijf, waar uit een risico-inventarisatie en
– evaluatie (RI&E) is gebleken dat ruim 30% van de medewerkers te maken heeft gehad met
ongewenst gedrag door leidinggevenden en collega’s en met name pestgedrag. Dit percentage ligt
ruim boven het landelijk gemiddelde. Naar aanleiding van deze vroegtijdige signalering is een
interventie ontworpen als secundaire preventie voor leidinggevenden en teams die direct met elkaar
samenwerken. Volgens de werkomgevingshypothese is het werkklimaat een van de meest
prominente verklaringen voor gedrag op de werkvloer en onderzoeken hebben aangetoond dat
groepsprocessen impact hebben op de incidentie en instandhouding van pesten (Notelaers et al.,
2020). Niet-ondersteunend leiderschap is gerelateerd en psychosociale veiligheid en kan pestgedrag
bufferen (Escartin, 2016; Hodgins, 2014). Doel van huidige interventie is om de omvang en duur van
pestincidenten te verminderen en werknemers vaardigheden te bieden om ermee om te gaan.
Tevens kan de interventie in de toekomst toegepast worden als vorm van primaire preventie, om
pestgedrag te voorkomen.
Veranderdoelen en determinanten
Wat betreft de verdere ontwikkeling van pesten op het werk, kan het gedrag van omstanders een
beschermende factor zijn (Einarsen et al., 2020). Het stimuleren van vroegtijdig, actief en constructief
ingrijpen kan verdere escalatie voorkomen (Hellemans, 2017). Dit leidt tot het eerste doel:
Doel 1. Na de interventie grijpen medewerkers in bij pestgedrag binnen het team.
Om dit doel te bereiken, zijn de volgende specifieke sub-/programmadoelen opgesteld:
- Medewerkers herkennen pestgedrag adequaat.
- Medewerkers zijn zich bewust van de voordelen van ingrijpen bij pestgedrag.
Omstanders grijpen pas in als ze zich bewust worden van de situatie en deze herkennen als een
situatie die actie vereist (risico-inschatting) (Hellemans, 2017; Latané & Darley, 1968). Tevens is
ingrijpen afhankelijk van de inschatting van de voor- en nadelen (attitude): mensen met een
positieve houding ten opzichte van ingrijpen zijn van mening dat het voordeel groter is dan de