Inleiding Internationaal Publiekrecht Samenvatting
Week 1: Grondslagen van de internationale rechtsorde
Het belang van internationaal publiekrecht vloeit voort uit onderlinge afhankelijkheid tussen
staten, en het regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap. Een
sterke internationale rechtsorde biedt stabiliteit in internationale betrekkingen, maakt het
makkelijker om gemeenschappelijke belangen te realiseren en beschermt relatief zwakke
staten zoals Nederland.
Het internationaal publiekrecht had ten tijde van de opkomst van soevereine staten vooral
de functie het vreedzaam samenleven (co-existentie) te bevorderen. Met de Vrede van
Westfalen (1648) ontstond een systeem van soevereine en gelijke staten die niet langer
waren onderworpen aan een hoger gezag. Historisch gezien ‘Europees’ publiekrecht,
verbreid over de wereld door koloniaal gezag. Nederland speelde daarbij een grote rol (VOC,
WIC) en oefende koloniaal gezag uit. Dus wel internationaal (in geografische zin, maar zeker
niet universeel).
Na het einde van WO II en tijdens het proces van dekolonisatie ontstond het beginsel van
zelfbeschikking: het recht van volkeren om over hun eigen lot te beschikken 50 staten na
WOII, 193 staten in 2023 internationaal publiekrecht omvatte de gehele wereld.
De internationale rechtsorde is veranderd door de toename van het aantal autoritaire staten
en door de opkomt van andere actoren, die soms ook tegenover elkaar staan.
Een belangrijk kenmerk van het internationaal publiekrecht is het beginsel van instemming.
Een staat moet instemmen met een bepaalde regel of lidmaatschap van een
internationale organisatie voordat deze bindend is voor de staat.
Vloeit voort uit het beginsel van soevereine gelijkheid.
Drie organisatievormen van internationaal recht:
1. Recht van co-existentie vreedzaam naast elkaar bestaan van onafhankelijke staten
2. Recht van samenwerking gemeenschappelijke belangen, actieve samenwerking
tussen staten. (bijv. Terrorismebestrijding, klimaatverandering)
3. Recht van integratie bijv. EU, en in mindere mate de VN
Internationale rechtsbronnen:
- Gewoonterecht
- Verdragenrecht
- Algemene rechtsbeginselen
- Besluiten van internationale organisaties
- Secundair: rechterlijke beslissingen & opvattingen van meest bevoegde schrijvers
Dualistische opvatting Monistische opvatting
Internationale en nationale rechtsorde zijn Internationale en nationale rechtsorde zijn
gescheiden één
Soevereine staat heeft het hoogste macht, Individu centraal waarbij statelijke macht
waarbij internationaal recht ‘extern’ recht was onderworpen aan internationaal recht,
van de staat was als recht dat de macht van de staat kon
beperken.
,Moderne theorieën geven voorkeur aan een pluralistische opvatting die uitgaat van een niet-
hiërarchische ordening van naast elkaar staande rechtsordes.
Nationale rechtsorde Internationale rechtsorde
Hoogontwikkeld Gefragmenteerd
Verticale structuur Horizontale structuur
Centraal gezag Geen centraal gezag; decentraal karakter
Rechter bindende uitspraken Geen ‘automatische wereldrechter’,
rechtsmacht IGH
Grote beleidsvrijheid voor staten
Bij de formele scheiding tussen de internationale rechtsorde en de nationale rechtsorde
moeten echter drie kanttekeningen worden geplast:
1. Modern internationaal recht heeft betrekking op de rechtspositie van natuurlijke
personen, vooral in de vorm van mensenrechten.
2. Internationaal recht heeft steeds meer betrekking op onderwerpen die ook door
nationaal recht worden gereguleerd.
3. Steeds meer staten hebben hun nationale rechtsorder opengesteld voor de
toepassing van internationaal recht.
Niet-juridische nomen spelen wél een rol in de internationale rechtsorde, maar worden
onderscheiden van (internationale) juridische normen aan de hand van twee criteria:
- Bron van een regel (positivisme): alleen de regels die uit de rechtsbronnen
voortvloeien behoren tot het internationaal publiekrecht.
- Schending gekoppeld aan een sanctie: de verbinding tussen een overtreding van een
rechtsnorm en een door het recht geregelde sanctie is een kenmerk van ‘recht’.
Het internationaal publiekrecht kent een algemeen deel en bijzonder delen:
- Algemeen deel: overkoepelende beginselen en leerstukken die op alle deelgebieden
van internationaal publiekrecht van toepassing zijn. Bevat vooral formele beginselen
en fundamentele beginselen:
- Beginsel van goede trouw
- Beginsel dat verdragen moeten worden nageleefd
- Beginsel dat schending van een rechtsplicht leidt tot aansprakelijkheid
- Bijzondere delen: specifieke afspraken van staten:
- Internationaal strafrecht
- Internationaal belastingrecht
- Internationaal milieurecht
Het VN-Handvest kent een stelsel van:
- Collectieve veiligheid
- Vreedzame geschillenbeslechting
- Geweldsverbod art. 2 lid 4 VN-Handvest
Jus ad bellum Het recht van toepassing op het al dan niet beginnen van een oorlog
Jus in bello het recht van toepassing tijdens een oorlog
, Het geweldsverbod behoort tot het gewoonterecht, ook dwingend recht (jus cogens). Zowel
het daadwerkelijke gebruik van geweld als bedreiging ermee. In principe alleen van
toepassing op geweld tussen staten, en niet binnen een staat. Twee uitzonderingen:
1. Zelfverdediging (art. 51 VN-Handvest)
- ‘gewapende aanval’ hogere drempel dan art. 2(4) om escalatie te voorkomen
- Criteria voor beroep op zelfverdediging:
1. ‘gewapende aanval’
2. Meldplicht aan VN-Veiligheidsraad
3. Aanvullende voorwaarden
- Noodzakelijkheid geen andere mogelijkheid om geschil te beslechten
- Proportionaliteit tegenmaatregel staat evenredig tot de aard en schaal
2. Gebruik van geweld door of namens de VN (art. 24 lid 1 VN-Handvest)
Dwangmaatregelen zonder geweld (art. 41 VN-Handvest)
- Bijv. verbreken economische/diplomatieke betrekkingen
Dwangmaatregelen met geweld (art. 42 VN-Handvest)
- Veelal pas nadat art. 41 niet tot resultaat heeft geleid
- Delegatie van gebruik van geweld
- Vredesbewaring
VN-Veiligheidsraad
- Mandaat: handhaven van de internationale vrede en veiligheid
- Bindende resoluties
- 15 leiden:
5 permanente leden met vetorecht (China, Frankrijk, Rusland, VK & VS)
10 niet-permanente leden (Albanië, Brazilië, Ecuador, Gabon, Ghana, Japan, Malta,
Mozambique, Verenigde Arabische Emiraten, Zwitserland), termijn van 2 jaar
Nederland was in 2018 voor het laatst lid
Algemene Vergadering van de VN (AVVN)
- 193 leden (alle lidstaten van de VN; elk lid heeft 1 stem)
- Niet-bindende resoluties