Bestuursprocesrecht Week 1.
In dit vak: rechtsbescherming tegen overheidsoptreden.
Drie centrale begrippen uit de Awb: Belanghebbende, bestuursorgaan en besluit.
Kennisclip 1.b: Historische ontwikkeling
Bestuursrechtspraak begint bijna nooit bij de bestuursrechter. Alles beter dan de burgerlijke
rechter!
Bestuursrechtelijke rechtsbescherming begint bij de gewone rechter
Eerste jaren na de Grondwet van 1815:
- De burgerlijke rechter acht zich snel bevoegd; Willem 1 vaardigt het Conflictenbesluit
uit.
o Autoritair regiem met vorst, die zal niet snel initiatief nemen om de macht te
controleren.
o Mensen van adel zullen als eerste iets zeggen. Burgerlijk rechter is de eerste
rechter die rechtsbescherming tegen de vorst gaat verlenen en zo iets van
bestuursrechtelijke rechtsbescherming start.
o Valt bijna nooit goed bij degene die de macht heeft.
o Koning Willem de eerste ook niet, en vaardigde toen het Conflictenbesluit uit.
▪ Dat hij het absolute oordeel had over de uitspraak van de rechtbanken.
- Grote weerstand tegen de civiele procedure in het parlement: te ingewikkeld,
kostbaar en tijdrovend
o Civiele rechter die eigendomsrechten gaat beschermen en de machthebber
die dat niet accepteert en het bestuur het gezag wil hebben.
o Er is al vanaf het begin verzet om het bij de civiele rechter onder te brengen.
o Andere vormen van rechtsbescherming: voorkeur naar het bestuur, wetgever
gaat steeds vaker administratief beroep openstellen. Erkennen dat je geschil
moet kunnen voorleggen aan een ander. Maar liever aan bestuur zelf dan aan
de rechter.
- De wetgever stelt steeds vaker administratief beroep open (GS, Kroon)
o Beroep doen op gedeputeerde staten voor provinciale geschillen.
o Zo rechtsbescherming primair binnen het bestuur, en rechter er van oudsher
er een beetje uit te houden.
- Legitimiteit wordt ontleend aan het gezag van college, niet aan de procedure.
o Ze wilden niet uitgebreide procedure, maar snel en laagdrempelig.
o Legitimiteit in de herbeoordeling zit vooral in het gezag van het college.
Administratie of rechter?
- Het is ook een wetenschappelijke discussie.
- Minister Louef, en prof Struiken
- L was echte jurist, minister van justitie. Hoe rechtsbescherming binnen bestuursrecht
vormt geven.
- S schreef dat wetsvoorstel van L een desillusie was
1
, o Toen onze vorst nog autoritair was hadden we rechtsbescherming tegen
macht hebben. Maar sinds parlementaire democratie is de wil van het volk
vertegenwoordigt.
o S: bestuursorganen vrije bevoegdheid, met kleine juridische dementie. Dus
kan rechter niets mee.
Van enumeratie naar algemene rechtsbescherming
- De raden van beroep een de Centrale Raad van Beroep worden de eerste
onafhankelijke bestuursrechters van Nederland
- In de jaren ’70 ontstaat een algemene aanvullende rechtsgang bij een onafhankelijke
rechter (Wet Arob, Afdeling rechtspraak RvS)
o In de jaren ’70 pas de stap naar algemene rechtsbescherming in bestuursrecht
o Ook procedure laten intreden met normen voor werkgevers en dat arbeiders
laagdrempelig naar bestuursrechter kunnen stappen. = ongevallenrecht.
o In eerste debat waarin ze zeggen we hebben rechtspraak nodig richt men de
Raad van Beroep op. De onafhankelijke rechter die de ongevallenrecht gaat
controleren.
o Niet eens met uitspraak van RvB? Dan mag je in hoger beroep gaan bij de
centrale raad van beroep. = eerste vorm van bestuursrechtspraak.
o Er ontstaat een stelsel van enumeratie.
▪ = een keer een gespecialiseerd rechtscollege opzetten. En we sommen
op wat de bevoegdheid is van dat rechtscollege.
▪ Er ontstaat versnipperd stelsel
o In jaren ’70 dat als je er niet uitkomt, er is geen rechter wat bevoegd is
gemaakt. Dan Wet Arob.
▪ Als er geen specifiek rechtscollege is dan mag je geschil voorleggen
aan een algemeen bestuursrecht.
- In 1985 oordeelt het EHRM het Kroonberoep (Afdeling geschillen RvS) in strijd met art
6 EVRM (Benthem-arrest)
o Administratief beroep is neergelegd bij de regering, en in feite aan de Raad
van State voorleggen. Die gaf advies of jouw beroep wel of niet gegrond was.
Semi-juridisch orgaan geeft advies aan de regering, maar de Kroon, de
regering, mag besluiten.
o EHRM zegt daarvan in Benthem uitspraak, dat is geen fair trial, art 6 EVRM.
o Overstappen naar ander stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming.
- In 1994 treedt de Awb in werking
- Discussie over organisatie blijft.
Drie hoogste bestuursrechters
- Raad van State was in beginsel een adviesorgaan/ bestuursorgaan. (Voor de regering)
o Nu algemene bestuursrechter
o Begon met partijen zoals grondbezitters, niet van oudsher de vraag of de partij
wel voor zijn rechten op kan komen.
- Oudste bestuursrechter: Centrale Raad van Beroep.
o Begint met ongevallenwet. Bij uitstek een enorm verschil in machtspositie.
- Daarnaast nog college van Beroep voor Bedrijfsleven.
o Beide gespecialiseerde bestuursrechter
2
, o Heeft alleen maar met professionele bedrijven te maken. Overheid vindt goed
vestigingsklimaat voor bedrijven ook belangrijk.
o Primair om de markt en de zekerheid die partijen moeten hebben over hoe de
wetgeving wordt uitgelegd.
Kennisclip 1.C: Aard van het bestuursprocesrecht.
Kenmerken bestuursprocesrecht:
- Besluit als voorwerp van geschil
o In de Awb kan je alleen procederen tegen besluit
- ‘Aanvullende voorzieningen’: besluitvorming en bezwaar zouden geschillen moeten
wegnemen.
o We willen zo invullen dat in besluit en bezwaarfase alle geschillen worden
opgelost, zodat nooit gebruik hoeft te worden gemaakt van rechtspraak bij
bestuursrechter.
▪ Rechtspraak bij bestuursrechter wordt gezien als een aanvullende
voorziening
- Rechtmatigheidstoetsing ex tunc
o Rechter moet bestuur controleren. Betekent dat hij alleen een
rechtmatigheidstoetsing kan doen. Niet allemaal beleidsmatige politieke
kwesties erbij betrekken. Dat blijft bij het bestuur.
o En hij doet het ex tunc. Controleert het bestuur naar toen.
▪ Was het besluit toen rechtmatig?
▪ Beperkt de mate waarmee je een probleem aan de bestuursrechter
kan voorleggen.
- Ongelijke verhouding partijen
o Theoretisch is de macht altijd ongelijk. Bestuur kan besluiten nemen die het
wilt, heeft eenzijdige rechtshandeling. Er is geen instemming/ toestemming
van de belanghebbende nodig.
o Besluit is eenzijdige machtsuitoefening, dus dan moet er een hele
laagdrempelige procedure moet zijn. Want jij hoeft niet in te stemmen met de
machtsuitoefening. Dus laagdrempelig om te vragen aan die rechter klopt die
machtsuitoefening?
o Fundamenteel ongelijke verhouding tussen partijen, daar moet het
procesrecht op ingericht zijn. Ook om het belang van overheidsbestuur en
gezag. Het moet duidelijk zijn waar bedrijven gaan vestigen, etc etc.
- Elk geschil raakt belangen van derden en/ of maatschappij.
o (Hoe we dat verwerken in het procesrecht:)
o Korte beroepstermijn
▪ Snel procederen
o Laagdrempelige procedure
▪ Niet perse advocaat nodig
o Materiele waarheidsvinding
▪ Geschil is niet van partijen, als de rechter erachter komt dat de feiten
anders liggen mag hij dat altijd vaststellen.
o Niet-lijdelijke rechter
3
, ▪ Rechter met veel onderzoeksbevoegdheden die het geschil niet aan
partijen geeft.
▪ Mag zelf rechtsgronden aanvullen en onderzoeksgronden aanwenden.
Rechtsvergelijking: bestuursrechter spreekt recht in ander universum
- Toetsing in plaats van vaststelling
o Bestuursrechter is niet de gezaghebbende rechtsvaststeller.
o De eerste binnen de trias politica die het recht vaststelt is het bestuur zelf.
o Rechter mag niet de bestuurlijke taak overnemen
o Bestuursrechter is toetser en niet rechtsvaststeller.
- Rechter heeft beperkt beeld van de praktijk
o Er zijn miljoenen geschillen bij bestuur, en maar beperkt bij de
bestuursrechter
o OM moet kijken wat vinden we erge misdrijven en gaan we voor de
strafrechter brengen
o Bestuursorgaan kan dat niet doen, moet alle aanvragen om
omgevingsvergunningen behandelen
o Enorm veel besluiten, die niet allemaal bij de bestuursrechter binnen komen
o Er is terughoudendheid van bestuursrechter. Want bestuursorganen zeggen:
rechter je hebt geen beeld van de hele praktijk. En je ziet alleen de geschillen
waarin de burgers niet hebben gekregen wat ze willen.
- Besturen vraagt om snelle besluitvorming
- Besturen is vooruitzien; rechtspreken is achteruit kijken
o Maar beperkt door juridische normen ingegeven, gaat ook om expertise.
Rechtsvergelijking: burgerlijk- en strafprocesrecht
- Begunstigende bestuursrecht heeft overeenkomsten met civiel recht: steeds meer
een partijenproces
o ‘Civilisatie’ bestuursprocesrecht: steeds meer partijenproces
▪ Beide zijn partijenproces
o ‘Verbestuurlijking’ civiel geschil: steeds meer regie rechter
▪ Burgerlijk procesrecht groeit steeds meer naar civiele recht
▪ Ook een publieke voorziening, dus we kunnen kritischer zijn met
hoeveel ruimte partijen krijgen.
- Belastend bestuursrecht heeft overeenkomsten met strafrecht
o Bestuurlijke boetes worden steeds hoger, (bewijs)procesregels geënt op
strafvordering
o OM-strafbeschikking is vorm van bestuurlijke afdoening
4
,Beginselen procesrecht
- Grote overeenkomsten in beginselen, mede door normering art 6 EVRM, ook in het
bestuursrecht:
-
- Art 6 EVRM moet autonoom worden uitgelegd.
o Burgerlijk recht en criminal charge zijn containerbegrippen die in elk
rechtsstelsel van toepassing moeten zijn.
o Bijna het hele bestuursrecht is de vaststelling van een ‘burgerlijk recht’ en
moet voldoen aan art 6 lid 1 EVRM.
o Bestuurlijke boetes, cc, is een vervolg van lid 1. Daarvoor aan de beginselen
van zowel lid 1 als lid 2 voldoen.
Ontwikkelingen/ actualiteiten
Algemeen: Specifiek bestuursprocesrecht
- Internationalisering - AI in besluitvorming
- Digitalisering - Vertrouwen in overheid
- Versnelling - Definitieve geschilbeslechting
- Rechtsontwikkeling/ Sturing
maatschappij
Kennisclip 1.d: de bevoegdheid van de bestuursrechter
- Beroep staat open (art 8:1 Awb):
o Voor belanghebbende
o Tegen een besluit
- Mits de verplichte voorprocedure is doorlopen (art 6:13 Awb)
o Je bent bij het bestuur geweest
- Rechtspraak in twee instanties, tenzij (art 8:6 Awb)
o Dus eerst naar de rechtbank, beroep in eerste aanleg. Mocht de uitspraak je
niet bevallen, dan kan je in hoger beroep gaan. Er is geen cassatie.
o Kan dat er zoveel vaart achter moet zitten, dat je meteen naar hoger
beroepsrechter kan. In bijlage Awb geschillen opgesomd staan waarbij je niet
naar de rechtbank gaat maar je je geschil direct bij afdeling
bestuursrechtspraak voorlegt en direct aan de centrale raad van beroep en
direct aan cbb.
- Hoger beroep bij de ABRvS, tenzij (art 8:105 Awb)
o Hoger beroep bij afdeling bestuursrechtspraak bij de RvS. Maar zie de bijlage.
o Afwijkingen van de bezwaarfase: in de materiele wetten.
Voorwerp van geschil in beroep
5
, - Bestuursrechter is alleen bevoegd om kennis te nemen van besluiten.
- Elk bestuursrechtelijk geschil begint met het besluit in primo.
o Aanvraag gedaan voor voorzienig, en je krijgt vergunningverlening, of
weigering van de vergunningverlening.
o Of het bestuursorgaan gaat handhaven.
- Vervolgens eerste stap in de rechtsbescherming: de bezwaarfase.
o Klagen over het primaire besluit, waarom de feiten niet kloppen, en waarom
jij denkt dat de belangenafweging anders moet uitvallen.
- Bezwaarfase resulteert in een tweede besluit, de beslissing op bezwaar.
o Kan worden gezegd besluit op primo was goed, bezwaar wordt afgewezen.
o Of zit wat in. We gaan het besluit aanpassen.
o Bob is waartegen je procedeert bij de rechtbank wanneer je beroep instelt.
- Beroepsgronden: wat zegt hij op de beslissing op bezwaar?
o De rechter kijkt niet naar besluit in primo.
o De beroepsgronden bij de rechtbank moeten allemaal betrekking hebben op
de beslissing op bezwaar
▪ Welke juridische normen zijn daar overtreden? Waarom klopt dat
beslissing op bezwaar niet?
- Rechtbankuitspraak in beroep
- In hoger beroep
o Beroepsgronden gaan over wat er niet klopt in de uitspraak.
o Waarom de rechtbank uitspraak jou geen recht heeft gedaan.
Art. 6:19 Awb: bestuursorgaan kan zijn besluit intrekken en een ander besluit daarvoor in de
plaats zetten.
- Als dit gebeurt tijdens bezwaar, beroep of hoger beroep, dan gaat jouw rechtsmiddel
als vanzelf tegen het nieuwe besluit richten.
6