Hoofdstuk 1
1.3
De aandacht voor outreachend werken past binnen de beweging van ambulantisering van de
zorg. Als gevolg van vermaatschappelijking krijgen cliënten hulp thuis, dus de sociaal werker
komt naar hen toe.
Outreachend werken= hierbij wordt hulp desnoods aangeboden- geregeld ook zonder
afspraken te maken – in de thuisomgeving, op straat of op andere plaatsen waar potentiële
cliënten zich kunnen bevinden, zoals parken, buurthuizen, sportverenigingen en scholen. Ze
gaan erop af – vaak naar mensen die kampen met een opeenstapeling van problemen,
uiteenlopend van verslaving, psychiatrische problemen, armoede, schulden en depressie tot
aan dementie, vervuiling, het veroorzaken van overlast of vereenzaming.
Termen ‘achter de voordeur’, ‘outreachend werken’ en ‘bemoeizorg’ komen in grote lijnen op
hetzelfde neer: de kern van deze benadering is dat sociaal professionals een proactieve
attitude hebben, dat zij erop afgaan. In alle gevallen is er geen hulpvraag vanuit de cliënt zelf.
Nuanceverschillen tussen de termen:
- Achter de voordeur: doet zich vooral voor in de wereld van woningcorporaties en de
jeugdhulpverlening. Verwijst naar het afleggen van huisbezoeken: het aanbieden van
uiteenlopende vormen van hulp- en dienstverlening bij mensen thuis.
- Outreachend werken: heeft naast hulp- en dienstverlening achter de voordeur, ook
betrekking op hulp- en dienstverlening aan mensen die zich op andere plaatsen
bevinden zoals op straat.
- Bemoeizorg: wordt met name gebruikt bij openbare geestelijke gezondheidszorg en
de sociale psychiatrie. Verwijst ook naar achter de voordeur en andere plaatsen.
Bemoeizorg wordt vaak gekoppeld aan zorgmijders met een psychiatrische en/of
verslavingsproblematiek die vaak gespecialiseerde hulp nodig hebben.
1.4
Doelgroep:
- Het is vaak iemand uit een lager sociaal-economische klassen.
- Vaak met schulden doordat ze te weinig inkomsten hebben of te veel uitgaven.
- Daarnaast kunnen het mensen zijn die zichzelf of hun omgeving verwaarlozen, door
bijvoorbeeld verzameldrift.
- Een ander potentiële groep zijn ouderen. Zij blijven steeds langer zelfstandig wonen,
terwijl vormen van steun of opvang vanuit familie of de buurt in de regel afbrokkelen.
- Ook kunnen het mensen zijn met een verstandelijke beperking
- Mensen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) komen steeds meer in beeld.
Dit geldt ook voor hun mantelzorgers: voor hen is de outreachende methode en
attitude van belang.
- Mensen en gezinnen die te maken hebben met meervoudige en complexe
problematiek. In geval van gezinnen wordt er gesproken van multiprobleemgezinnen.
De definitie hiervan is als ze problemen ondervinden op minstens vier
levensterreinen. Ook is er vaak sprake van psychosociale (relatieproblemen, huiselijk
geweld, opvoedingsproblemen en psychiatrische beperkingen) en
sociaaleconomische problematiek (armoede, werkeloosheid of
huisvestigingsproblematiek). Bij multiprobleemgezinnen gaat het vaak om nieuw
samengestelde gezinnen met een nieuwe vriend of vriendin. Bij deze
, multiprobleemgezinnen ontbreekt het vaak aan structuur. Ouders kunnen kinderen
en huishouden niet aan. Ook zijn er vaak intergenerationele problemen. Familieleden
van verschillende generaties wonen bij elkaar in de buurt en trekken met elkaar op.
Zo krijgen ze veel steun maar het kan ook escaleren. Vaak hebben de ouders of
grootouders van het gezin ook een probleemgezin gehad, waardoor dezelfde
leefpatronen over worden genomen.
Er zijn veel gemeenschappelijke kenmerken bij de cliënten. Zo hebben ze vaak traumatische
ervaringen, grote teleurstellingen en/ of verlieservaringen gemeen. Vaak hebben ze geen
vertrouwen in anderen, ook niet in hulpverleners. Of ze hebben te veel vertrouwen, waardoor
ze vatbaar zijn voor misbruik, met name mensen met een verstandelijke beperking. De
doelgroepen vinden het lastig om hun netwerk te onderhouden.
Zorgmijders-> mensen die zorg uit de weg gaan
Zorgmissers-> mensen die niet de juiste zorg ontvangen
1.5
Hoe outreachend werkers in contact komen met de potentiële doelgroep
1. Huisbezoeken op basis van signalen van formele en informele partijen waarbij de
outreachend werker ongevraagd mensen bezoekt;
2. huisbezoeken aan alle wijkbewoners waarbij de professional alert is op signalen;
3. aanwezig zijn op zogenoemde vindplaatsen waar de potentiële doelgroep verblijft;
4. voorlichting geven op locaties waar de potentiële doelgroep aanwezig is.
1.6
Outreachend werken biedt kansen
- Het biedt kansen voor innovatie van de beroepsuitoefening en voor het verhogen van
beroepstrots en werkplezier.
- Instellingen kunnen antwoord geven op de veelvormige kritiek op welzijnswerk:
namelijk dat ze te afstandelijk, te traag en moeilijk bereikbaar zijn, dat ze echte
probleemgroepen niet bereiken, bureaucratisch opereren en als er een crisis
uitbreekt niet thuis geven.
1.7
Sommige gemeenten geven nauwelijks aan waarom ze outreachende teams gebruiken. Dit kan
leiden tot protest en wantrouwen bij burgers.
Een knelpunt is het gebrek aan tijd. Hierdoor is bijna de helft van de wijkteams niet in staat
om outreachend te werken. Mogelijk komt het door de sterke bureaucratie, waardoor er veel
tijd in papierwerk wordt gestoken.