Voorblad paper
Studentnummer: x
Naam: x
Naam opleiding: HBO MWD Leerjaar 2
Opleidingscode: 7716
Modulenummer: 1843
Modulenaam: Portfolio 2.2 MWD
Versie (indien meerdere versies aanwezig): 1
Herkansing?: ja/nee Nee
Omvat alle verplichte literatuur van vakken: -Integrale aanpak en multidisciplinaire
samenwerking
-Diagnostische vaardigheden binnen
Social Work
-Hulpverleningsplan opstellen.
Druk: 1e Druk
In de opdracht is de juiste bronvermelding* Ja
toegepast:
In de opdracht zijn de verslagtechnieken toegepast: Ja
Paper Portfolio Outreachend werk
Praktijkgericht onderzoek
( Online afbeelding van MartinZuithof.nl, 2018)
INHOUDSOPGAVE
19
,Hoofdstuk 1 Aanpak………………………………………………………………………….2
Hoofdstuk 2 Outreachend werken in de praktijk…………………...………………...……3
Hoofdstuk 3 Vergelijking met de literatuur…………………….…………………………..7
Hoofdstuk 4 Aanbevelingen………………………………...………………………………..9
Literatuurlijst……………………………………………………………………………..…11
Bijlage 1 Interviewgids ………………………………………………………..…………....13
Bijlage 2 Enquête interview vragen…….……………………………………..…………....14
HOOFDSTUK 1 AANPAK
19
, De centrale onderzoeksvraag is: In hoeverre ziet, in de praktijk, het outreachend werken eruit
zoals vanuit de theorie beschreven en verwacht mag worden?
Het onderzoek is vormgegeven, door middel van een enquête bij Jeugdbescherming West.
Deze houden kantoor te Laakhaven, Den Haag, waar ik op mijn verzoek langs mocht
komen. Hier is een enquête uitgedeeld. Deze was voorzien van een informatie voorblad. Om
wat meer achtergrondinformatie te verkrijgen voor het uitwerken van mijn onderzoek, is er
een uurtje gepraat met een ervaren Jeugdbeschermer. De schriftelijke enquête gaf mij de
mogelijkheid de antwoorden op mijn gemak te analyseren. Validiteit is gebaseerd op een
indruk, en niet wetenschappelijk gestaafd. De reikwijdte en generaliseerbaarheid is zodanig
beperkt, door het gering aantal respondenten. Er is beperkte kennis aanwezig, om een
gedegen inhoudsvaliditeit te kunnen geven aan de vragen aan de respondenten. Wel is de
informatie bruikbaar voor het aangeven van verbeterpunten in de organisatie. De
ecologische validiteit is wel aanwezig, gezien het praktijk karakter van de enquêtes. De
enquête vragen heb ik eerst als proef vooraf door een jeugdbeschermer laten invullen, om te
bepalen of de vragen, en de uitkomst hierop aansluiten bij mijn onderzoek en niveau van de
medewerker. Ik sta nog dicht bij de theorie door de opleiding, de meeste jeugdbeschermers
zijn al jaren geleden van school af gekomen. Na wat correcties is de definitieve versie
uitgedeeld op de afdeling. De vragen sloten redelijk goed aan, bij het niveau van de
hulpverleners. Allen waren in staat de lijst zelfstandig zonder problemen in te vullen
(Celestin-Westreich & Celestin, 2017).
HOOFDSTUK 2 OUTREACHEND WERKEN IN DE PRAKTIJK
19