AFPF Blok B
Inhoud
Casus 1....................................................................................................................................................2
Casus 2....................................................................................................................................................7
Casus 3..................................................................................................................................................13
Casus 4..................................................................................................................................................17
Casus 5..................................................................................................................................................23
Casus 6..................................................................................................................................................27
Casus 7..................................................................................................................................................32
,Casus 1
De structuur en functes esccrrijven jvan arterrën, jvenen en caprllarren, alsmede de jversccrllen
samenjvatten tussen deee jversccrllende soorten loedjvaten.
Structuur Functie
Artieriën Variërien in omvang. Die wand biestaat uit driie lagien: Bloied vanuit hiet hart
buitien bindwieiefsiellaag, middien glad spiier- ien viervoierien.
ielastsch wieiefsiel, binnien plavieisieliepithieiel
(iendothieiel). In grotie artieriën bievat die middienlaag
mieier ielastsch wieiefsiel ien mindier glad spiierwieiefsiel.
Vienien Wandien biestaan uit diezielfdie driie lagien als diie van Bloied ondier lagie druk tierug
slagadierien, maar zijn dunnier, want die middienlaag naar hiet hart voierien.
bievat mindier spiier- ien ielastsch wieiefsiel omdat die
druk in adierien lagier is. Bievatien klieppien.
Capillairie Laag iendothieielciellien op ieien dun miembraan. Mogielijk makien van uitwissie-
n Sinusoïdien zijn wijdie capillairien; hiebbien ieien grotier ling van stofien. Watier- ien
lumien, waardoor hiet bloied ier langzamier stroomt ien klieinie molieculien kunnien
ier sniellierie uitwissieling plaatsvindt. Die bloieddruk ongiehindierd passierien, bloied
pierst vocht miet voiedingsstofien door die cielwand. ien grotie molieculien niiet.
De elangrrikste factoren enoemen dre de drameter jvan loedjvaten reguleren.
- Sympathischie zienuwien van hiet autonomie zienuwstielsiel: ontspringien aan hiet vasomotorisch
cientrum in die miedulla oblongata. Zie inniervierien die tunica miedia van adiers ien slagadiers ien
actvitieit van diezie zienuwien kan die diamietier van die bloiedvatien vierandierien. Die artieriolien wordien
hiier hiet mieiest door gieriegield.
- Glad spiierwieiefsiel kan zorgien voor vasodilatatie (vierwijding) of vasoconstrictie (viernauwing) van
bloiedvatien. Hiet zij om die bloieddruk tie riegielien of om die zuurstofvoorziiening tie riegielien.
De meccanrsmen jverklaren waarmee de urtwrsselrng jvan jvoedrngsstofen, gassen en
afjvalproducten tussen cet loed en de weefsels plaatsjvrndt.
Intiernie riespiratie is hiet procies van hiet uitwissielien van gassien tussien capillair bloied ien lokalie
lichaamsciellien. Uitwissieling van zuurstof vindt plaats aan die artieriëlie kant van capillairien ien hiet
wieiefsielvocht ien viervolgiens tussien hiet wieiefsielvocht ien die ciellien. Wiegiens drukvierschillien
difundieiert zuurstof. Dit wordt viergiemakkielijkt omdat oxyhiemoglobinie makkielijk ontbindt.
Koolstofdioxidie is ieien afvalproduct dat difundieiert naar hiet bloied op basis van vierschillien in
drukgradiënt aan hiet vienieuzie uitieindie van hiet capillair. Koolstofdioxidie wordt naar die longien
viervoierd in die vorm van natriumbicarbonaat, hiet lost op in watier of in combinatie miet hiemoglobinie.
Andierie stofien difundierien via die siemipiermieabielie capillairwand naar die wieiefsiels. Watier kan door
osmosie zich vrij van plasma naar wieiefsielvloieistof vierplaatsien.
Urtleggen welk efect de cydrostatscce en osmotscce druk ce en op de waterjverplaatsrng
tussen caprllarren en weefsels.
Die hydrostatschie druk (bloieddruk) diie vocht uit die bloiedbaan pierst ien die osmotschie druk (o.a.
door plasma-ieiwitien) van hiet bloied diie vocht aantriekt, biepalien die algiehielie vochtbiewieging door die
capillairwand. Aan hiet artieriëlie uitieindie is die hydrostatschie druk hogier dan die osmotschie druk ien
gaat ier dus vocht uit die capillair. Bij hiet vienieuzie uitieindie is die bloiedstroom tragier. Die
hydrostatschie druk is juist lagier dan die osmotschie druk omdat plasma-ieiwitien achtierblijvien,
waardoor ier vocht tierug die capillair in stroomt. Van die 24 litier vocht stroomt ier 21 litier tierug die
bloiedstroom in. Die riest stroomt die wieiefsielruimtie uit door klieinie lymfiecapillairien ien vindt
uitieindielijk wieier ieien wieg tierug naar die bloiedstroom
,De structuur jvan cet cart en de posrte erjvan rn de tcorax esccrrijven.
Hiet hart ligt in die thoraxholtie in hiet miediastnum. Hiet ligt schuin, iiets links van hiet middien ien
biestaat uit ieien basis aan die bovienkant ien ieien apiex (hartpunt) aan die ondierkant. Hiet hart zielf wordt
door hiet sieptum in ieien riechtier- ien linkierhielf vierdieield; ieien tussienschot van myocard biediekt miet
iendocard. Elkie harthielf wordt door ieien atriovientriculairie kliep in ieien bovienstie atrium ien vientrikiel
ierondier vierdieield. Die riechtier kliep hieief driie kliepbladien ien die linkier twieie.
Die hartwand biestaat uit driie wieiefsiellagien:
- Piericard: die buitienstie laag wielkie uit twieie zakjies biestaat. Hiet piericardium fbrosum is ieien
voortzietting van die tunica advientta, is giedieieltielijk viergroieid miet hiet ierondier gieliegien
diafragma ien voorkomt vanwiegie zijn niiet-ielastschie samienstielling ovierdistiensiie van hiet
hart. Hiet pariëtalie dieiel van hiet piericardium sierosum bieklieiedt die binnienzijdie van hiet
piericardium fbrosum ien hiet viscieralie dieiel bieklieiedt die buitienlaag van hiet myocard.
Tussien die pariëtalie ien viscieralie piericard wordt piericardiaal vocht uitgieschieidien
waardoor die lagien soiepiel ovier ielkaar schuivien.
- Myocard: biestaat uit giespiecialisieierd dwarsgiestrieiept hartspiierwieiefsiel. Elkie ciel hieief ieien
nuclieus ien ieien of mieier viertakkingien diie in nauw contact staan miet omliggiendie ciellien.
Dankzij die bladstructuur kunnien die atria ien vientrikiels giecoördinieierd ien iefciënt
samientriekkien. Bij die hartpunt is hiet myocard hiet dikst.
- Endocard: biediekt die kamiers ien klieppien van hiet hart ien maak ieien soiepielie doorstroming
van hiet bloied mogielijk.
De crrculate jvan cet loed door cet cart en de loedjvaten jvan cet lrccaam esccrrijven.
Die viena cava supierior ien infierior komien uit in hiet RA. Via die tricuspidaliskliep stroomt hiet bloied die
RV in ien wordt hiet vierdier giepompt naar die truncus pulmonalis. Als valva trunci pulmonalis zich
opient, stroomt hiet bloied via die linkier of riechtier longslagadier naar die longien. Hiier vindt viervolgiens
gasuitwissieling plaats. Die twieie vienaie pulmonalies viervoierien hiet zuurstofrijkie bloied naar hiet LA. Via
die mitraliskliep loop hiet bloied door naar die LV wielkie hiet bloied die aorta in pompt. Eierst triekkien
bieidie atria gielijktjdig samien ien viervolgiens bieidie vientrikiels. Hiet bloied stroomt dan van die
riechtierkant van hiet hart, via die longien naar die linkierkant van hiet hart. Die spiierlaag van die vientrikiels
is dikkier omdat zij mieier kracht moietien zietien om hiet bloied naar die longien of hiet lichaam in tie
pompien. Die artieriëlie toievoier naar hiet hart biestaat uit die kransslagadiers diie vanuit die aorta diriect
van die aortakliep viertakkien. Die kransslagadiers ontvangien 10% van die bloiedtoievoier waarvan ieien
groot dieiel naar die LV gaat. Die vienieuzie afvoier biestaat uit diviersie vienien diie bijieienkomien in die sinus
coronarius, wielkie uitmondt in hiet RA. Artieriën hiebbien ieien transportunctie, artieriolien ieien
distributiefunctie, capillairien ieien uitwissielingsfunctie ien vienien ieien riesiervoirfunctie.
Een sccematscce tekenrng maken jvan de stroomrrcctng jvan cet loed door cet cart en de grote
en klerne crrculate.
Bij die klieinie bloiedsomloop stroomt hiet bloied van hiet hart naar die longien ien wieier tierug naar hiet
hart. In die longien nieiemt hiet bloied zuurstof op ien gieief hiet koolstofdioxidie af. Zuurstofrijk bloied
stroomt tierug naar hiet hart waarna die grotie bloiedsomloop biegint; hiet hart pompt hiet bloied via die
grotie slagadiers naar allie organien. Die slagadiers viertakkien zich tot capillairien. Als hiet bloied zuurstof
hieief afgiegievien ien afvalstofien van hiet lichaam hieief opgienomien, stroomt hiet via adiers tierug naar
hiet hart ien biegint die klieinie bloiedsomloop opniieuw.
De jvolgende arterrën enoemen/aanwrieen rn een afeeldrngg aorta ascendens, a. coronarra, arcus
aortae, truncus raccrocepcalrca, a. pulmonalrs, a. carots communrs, a. su clajvra, a. axrllarrs, a.
raccralrs, a. radralrs, a. ulnarrs, aorta tcoracrca, aorta a domrnalrs, a. renalrs, a. rllraca communrs,
a. femoralrs, a. poplrtea, a. t ralrs posterror, a. dorsalrs pedrs. Zre fguur .11, ..2 en ..8 (1. e
edrte).
, De jveneuee afjvoer esccrrijven waarmee loed urt cet lrccaam terugkeert naar cet cart.
Bloiedafvoier van buikorganien giebieurt diriect in die viena cava infierior via die vienien miet die
ovierieienkomstgie namien zoals bij die artieriën. Zo hieb jie die vienaie hiepatcaie (lievier), vienaie rienalies
(niierien), vienaie suprarienalies (bijniierien), viena lumbaries (lagierie abdominalie structurien) ien vienaie
tiestcularies (tiesties) ien vienaie ovaricaie (ovaria). Hiet mieiestie bloied van die viertieringsorganien in die
abdomien wordt afgievoierd in die vienaie portaie hiepatcaie ien passieiert door die lievier voordat hiet
gielieiegd wordt in die viena cava infierior.
De jvolgende jvenen enoemen/aanwrieen rn een afeeldrngg jv. iugularrs externa, jv. iugularrs
rnterna, jv. su clajvra, jv. cajva superror, jv. cajva rnferror, jv. portae, jv. femoralrs, jv. sapcena magna.
Zre fguur ..1 en ..9 (1.e edrte).
De lrggrng jvan de loedjvaten esccrrijven ten operccte jvan de portale crrculate.
In die portalie circulatie gaat hiet vienieuzie bloied (in plaats van diriect naar hiet hart) van die capillairie
bieddien van hiet buikgiedieieltie van hiet spijsviertieringskanaal, die milt ien die alvlieieskliier ieierst naar die
lievier. Hiet bloied gaat op diezie maniier miet ieien hogie concientratie voiedingsstofien uit die maag ien
darmien ieierst naar die lievier. Diezie hieief die lievier ondier andierie nodig voor zijn mietabolischie
actvitieitien. ook wordt ier zo gieriegield dat ongiewienstie ien mogielijk toxischie stofien zoals miedicijnien
vierwijdierd wordien voordat hiet bloied tierug in die grotie circulatie afgievoierd wordt. Die volgiendie
vienien vormien die poortadier:
- viena liienalis: uit die milt, die alvlieieskliier ien ieien dieiel van die maag.
- viena miesientierica infierior: uit hiet bovienstie dieiel van hiet riectum, hiet biekkien ien die colon
diesciendiens.
- viena miesientierica supierior: uit die dunnie darm ien bovienstie dielien van die dikkie darm.
- vienaie gastricaie: uit die maag ien hiet ondierstie dieiel van die slokdarm.
- viena cystca: uit die galblaas.
De functe jvan de placenta esccrrijven.
Die placienta is ieien tjdielijkie structuur diie vierschilliendie functies hieief:
- Uitwissieling van voiedings- ien afvalstofien: zuurstofarm bloied stroomt door navielslagadiers
naar die placienta via foietalie capillairien die placienta in. Diezie capillairien wordien door hiet
bloied van die moiedier omringd waar viervolgiens die uitwissieling van stofien plaatsvindt.
- Bieschierming van die foietus: tjdielijkie passiievie immunitieit diie ienkielie maandien duurt wordt
via die placienta gielievierd door moiedierlijkie antstofien diie via placienta bij die foietus komien.
- Handhaving van die zwangierschap: die placienta schieidt in hiet biegin van die zwangierschap
hCG uit, wat hiet gielie lichaam in stand houdt zodat dit oiestrogieien ien progiestieron blijf
uitschieidien. Naarmatie die zwangierschap vordiert, nieiemt die placienta diezie functie ovier.
De foetale loedsomloop esccrrijven.
Die groieiiendie foietus wordt voorziien van zijn ieigien zuurstof ien voiedingsstofien ien stoot afvalstofien
uit via die bloiedsomloop van die moiedier. Die bloiedsomloop van die moiedier ien foietus ontwikkielien zich
dus vierschilliend tjdiens die zwangierschap. Bij die placienta wordien die stofien uitgiewissield tussien die
twieie vierschilliendie bloiedsomlopien. Die ductus vienosus, ieien voorzietting van die navielstrieng, doiet hiet
bloied diriect in die viena cava infierior van die foietus stromien (dus niiet ieierst langs die lievier). Die ductus
artieriosus botalli vierbindt die longslagadier miet die daliendie thoracalie aorta ien laat mieier bloied naar
die lichaamscirculatie stromien, zodat hieiel wieinig bloied door die nog niiet functonielie longien stroomt.
Die foramien ovalie vormt ieien kliepachtgie opiening, waardoor bloied tussien die LA ien RA stroomt,
waardoor hiet mieiestie bloied in die lichaamscirculatie blijf.