KT2 Samenvatni
Hoofdstuk 4 Bloed
Erytrocyten
Rode bloedcellen
- Biconcave schijven, zonder kern en zonder mitochondriën
- Functe: het vervoeren van gassen
- Metngen: het aantal rode bloedcellen, het volume en de hemoglobinewaarde
- Worden geproduceerd in rood beenmerg
- Levensduur: ongeveer 120 dagen
Hemoglobine
- Een groot complex eiwit dat bestaat uit een globulair eiwit en een gepigmenteerd
ijzerbevattend complex, haem
- Elk hemoglobinemolecuul bevat 4 globineketens en 4 haemeenheden, elk met een
ijzeratoom
- Elk ijzeratoom kan worden gecombineerd met een zuurstofmolecuul
- Een gemiddelde rode bloedcel bevat ongeveer 280 miljoen hemoglobinemoleculen
Het vervoer van zuurstof
- Hb + O2 ←→ HbO
- De zuurstof geef gemakkelijk af, onder bepaalde omstandigheden: lage pH, laag
zuurstofgehalte en temperatuur
Regulering van erytropoëse
- Erythropoiëtne: hormoon dat de producte van rode bloedcellen reguleert, wordt
voornamelijk in de nier geproduceerd
- Hypoxie verhoogt de erytrocytenvorming; hypoxie doordat de zuurstofransportcapaciteit
van het bloed is verlaagd of doordat de zuurstofspanning in de lucht is verlaagd
Afraak van erytrocyten
- Hemolyse: de afraak van rode bloedcellen
- Wordt uitgevoerd door fagocytaire retculooendotheliale cellen (komen vooral in de milt,
beenmerg en lever voor)
- Het vrijgekomen ijzer wordt in het beenmerg hergebruikt voor de vorming van nieuw
hemoglobinemoleculen
Leukocyten
- Myeloid stamcel & Lymphoid stamcel
- Functe: afweer → herkennen en elimineren van lichaamsvreemde stofen
- Neutrofelen (40o70%): fagocytose en afraak bacteriën mbv lysozymen
- Eosinofelen (1o6%): eliminate parasieten
- Basofelen (<1%): rol bij allergische reactes (in weefsel heten deze cellen mestcellen) →
histamine
- Monocyten (2o10%): fagocytose (in weefsel heten deze cellen macrofagen) → cytokines,
antgeenpresentate
- Lymfocyten (20o50%): tolymfocyten en bolymfocyten: specifeke afweer op antgenen
1
,Trombocyten
Bloedplaatjes
- Kleine, kernloze schijven die afgeleid zijn van het cytoplasma van megakaryocyten in rood
beenmerg
- miljard per L
- Bevatten tal van stofen die de bloedstolling bevorderen en zorgen voor hemostase
- De nieren geven trombopoëtne af, een stof die de trombocyten synthese stmuleert
- De levensduur is 8 à 11 dagen
- Trombocytopenie: als je te weinig trombocyten hebt = <150 miljard per L
Bloedplasma
Plasmaoeiwitten
- Blijven meestal in het bloed, want zijn te groot om door de poriën van capillairwanden in de
weefsels te komen
- Grotendeels verantwoordelijk voor de osmotsche bloeddruk
- Plasmaoeiwitten: albuminen, globulinen en stollingsfactoren
Elektrolyten
- Functes: spiercontracte, overdracht van zenuwimpulsen en handhaving van het zuuro
basenevenwicht
Voedingsstofen
- De producten van de spijsvertering. bv. glucose, aminozuren, vetzuren en glycerol
- Nodig voor energie, warmte, herstel en vervanging en synthese van andere
bloedbestanddelen en afscheidingsproducten
Afvalproducten
- Ureum, creatnine en urinezuur → afvalproducten van het eiwitmetabolisme
Hormonen
- Chemische dragers die worden aangemaakt door de endocriene klieren en uit de endocriene
cellen rechtstreeks in het bloed secreteren, dat hen naar de doelweefsels/organen vervoert.
Gassen
- Zuurstof, koolstofdioxide en stkstof; worden opgelost in het bloedplasma en door het hele
lichaam vervoerd
Bloediroepen
- Aan het oppervlak van de rode bloedcellen bevinden zich verschillende soorten antgenen. oo
Deze antgenen zijn overgeërfd en bepalen de bloedgroep
- Als iemand een transfusie ontvangt met bloed van dezelfde groep (dezelfde antgenen)
herkent het immuunsysteem deze niet als vreemde cellen en stoot deze niet af. Als iemand
dus wel bloed krijgt van iemand met een andere bloedsoort, dan vernietgt het
immuunsysteem de bloedcellen.
Het ABOobloedgroepensysteem
- Bloedgroep A, B, AB en O
2
, - Universele ontvanger: bloedgroep AB, want geen antstofen
- Universele donor: bloedgroep O, want geen antgenen
Het resussysteem
- Het membraan antgeen van de rode bloedcel is het resusantgeen (Rh) of de resusfactor.
- Resuspositef: Rh+ en Resusnegatef: Rho
- Resusnegatef maakt alleen resus antlichamen bij zwangerschap of bij een bloedtransfusie
met Rh+ bloed
Anemie
- Bij mannen is een normaal Hbogehalte 8.0o10.0 mmol/L
- Bij vrouwen is dit 7.5o9.8 mmol/L
Anemie (bloedarmoede) is een tekort aan hemoglobine door een te laag aantal erythrocyten en/of
een tekort aan hemoglobine in de erythrocyten
- Anemie is geen ziekte, maar een symptoom.
Classifcate van anemie naar celgrootte (MCV)
- Microcytair
Oorzaken: ijzergebrek, thalassemie
- Normocytair
Oorzaken: acuut bloedverlies, ontstekingsreactes, infecte, maligniteit, tekort aan EPO,
sikkelcelanemie
- Macrocytair
Oorzaken: vitamine B12o en foliumzuur gebrek, vergrote milt
Symptomen bij anemie (Afankelijk van ernst en snelheid van ontstaan)
- Vermoeidheid, zwakte
- Bleekheid van huid en slijmvliezen
- Duizeligheid, hoofdpijn, oorsuizen, fauwvallen
- Tachycardie
- Dyspnoe: kortademig/benauwd
- Symptomen die horen bij de oorzaak van de anemie: bloedverlies, (recente) infecte,
chronische ziekte, ondervoeding, overmatg alcoholgebruik, zwangerschap
Behandeling van anemie
Oorzaak behandelen
- IJzergebrek
- Vit B12 gebrek
- Foliumzuurgebrek
- Acuut bloedverlies
- Versterkte afraak ery’s
- Verminderde producte EPO
- Beschadiging beenmerg
Wanneer het Hb ongeveer onder de 6,0 mmol/L daalt wordt de bloedtransfusie overwogen, maar
afankelijk van condite van patënt. (4,5,6 regel)
- Gezond persoon: pas bij de 4,0 mmol/L
- Persoon met kleine problemen met de circulate: bij de 5,0 mmol/L
- Persoon met groot probleem met de circulate: bij de 6,0 mmol/L
Leukopenie / Leukocytose
3
, Leukopenie: te weinig witte bloedcellen < 4 x 10^9 /L
- Neutropenie: te weinig neutrofele granulocyten → vatbaar voor infectes (sepsiss)
- Onvoldoende aanmaak (geneesmiddelen, bestraling, beenmergziekten)
- Teveel verbruikt (bij of na infectes, bij miltvergrotng)
Leukocytose: te veel witte bloedcellen > 11 x 10^9 /L
- Reacte op infecte met pathogenen
Leukemie
Acute leukemie
- Begint plotseling
- Agressieve invasie beenmerg van onrijpe en abnormale blasten
- Meestal leukocytose
- Verdringing van normale bloedcellen leidt tot: anemie, bloedingen, verhoogde vatbaarheid
infectes
- Betere prognose dan chronische vorm
Chronische leukemie
- Minder agressief, geleidelijk, trage prognose
- Meer gediferenteerde cellen
- Leukocytose
- Beenmerg overvol, verdringen van normale cellen → anemie, bloedingen, verhoogde
vatbaarheid infectes
Trombocytopenie
Verlaagde trombocytenproducte
- Gevolg van een beenmergdefciënte, de producte van erytrocyten en leukocyten is dus ook
verlaagd waardoor pancytopenie ontstaat.
- Oorzaken zijn: trombocyten worden uit het beenmerg verdrongen bij beenmergziekten,
ioniserende straling en geneesmiddelen die het beenmerg beschadigen.
Verhoogde trombocytenafraak
- Ontstaat als de producte van nieuwe bloedplaatjes niet gelijk gaat met de afraak van
beschadigde en versleten bloedplaatjes.
Autooimmuuntrombocytopenische purpura
- Kan worden uitgelokt door een virusinfecte zoals mazelen.
- Er worden anttrombocytenantlichamen gevormd die de trombocyten omhullen, afreken
en uit de circulate verwijderen.
- Purpura: bloedingen in de huid die variëren van een speldenprik tot grote vlekken.
Vitamine K-defciinne
De lever heef vitamine K nodig voor de synthese van diverse stollingsfactoren
Hemorragische ziekte van pasgeborenen
- Spontane bloeding uit de navelstreng en het darmslijmvlies als de voorraad vitamine K is
opgebruikt door darmbacteriën. De eigen aanmaak is dus niet ontwikkeld of aanwezig.
VitamineoKodefciënte bij volwassenen
4