Saxton Hoofdstuk 1. Prelude: Landmarks in the
Landscape of Child Language
From burping to grammar in the pre-school years
Taal ontwikkeld. Netgeborene kan alleen refeeen zoals huilen en kleine geluidjes.
Bij 8 weken lachen en kirren. Bij 5 jaar kan het kind goed praten.
Levels of language
Compenenten van taal:
- Fonologie = geluid van taal.
- Woordenschat = opslagplaats van betekenis en woorden.
- Morfologie = stukjes van betekenis in de grammatca gebonden.
- Grammatca = de regels die directeren waar woorden in een zin gaan.
Pragmatcs = gebruik van de taal.
Taal = betekenis door geluid overbrengen.
Listen in mother
We horen taal voordat we geboren zijn. kinderen herkennen stem van hun moeder. De hersenen van
baby’s reageren op vreemde talen. Ze herkennen verhalen die ze voorgelezen kregen in de buik.
The cat in the womb
DeCasper en Spence 3 verhalen: the cat in the hat, the dog in the fog (vocabulair aangepast) en the
king (ander verhaal, even lang). Zwangere vrouwen lazen de verhalen twee keer per dag hardop
voor. De baby’s vertoonde voorkeur voor het verhaal dat ze kende. De enige factor die invloed gehad
kan hebben is intonate bij het voorlezen van de verhalen.
Some conclusions on sound
Taalontwikkeling begint voor geboorte. Foetus zijn hersenen zijn erop gemaakt om menselijk praten
de proccessen. Ervaringen hebben invloed op de ontwikkeling, zelfs voor de geboorte.
Metallinguistc skill = nadenken over taal.
Word learning: From 0 to 14,000 in fve years
Say ‘mama’
Rond 1 zeggen kinderen hun eerste woord. Dan snappen ze niet perse te betekenis al. Vocabular
spurt = binnen jaar 1 en 6 enorme toename in woordenschat.
Estimating vocabulary size
Hoe meet je hoeveel woorden in iemand zijn hoofd ziten. Je woordenschat neemt heel erg toe.
The gavagai problem
Equally vexing = wat betekenen woorden nu eigenlijk. Verwijzing door woorden naar een object. In
elke taal is dat anders. Een vertaling hoef niet altjd precies te zijn. Een konijn is een gavagai, maar is
dat een wite of grijze, stlstaand of bewegen. Een baby heef last van het gavagai probleem =
verwijst mama naar de vrouw die zijn moeder is of alleen haar haren of beide ouders. Alle woorden
zijn dus eigenlijk generalisates. Dit moet een kind ook leren
Hoe weet een kind wanneer iets een woord is. Segmentateprobleem = hoe moet een zin in woorden
worden opgeknipt.
,Morphology: Bits and pieces
Morphemes = woorden kunnen ingedeeld worden in aparte delen, kleinste deel van taal.
Een combinate betekend een verandering van de betekenis, bv meervoud, acte of verleden tjd.
Jean Berko Gleason kinderen maken regels voor zichzelf wanneer ze morphemes toevoegen.
Kinderen kunnen dit bij 4-7 jaar.
Syntax: Putting it all together
Door woorden samen te voegen wordt de betekenis duidelijker. Syntax = een set van principes of
regels die bepalen hoe woorden samengevoegd worden. Het gebruik van morphemes en de
woordvolgorde zijn van belang hier. We kijken namelijk wie de agent (= uitvoerder) is in de zin en
daardoor kunnen we het werkwoord invullen.
Language in context: Perceptual, cognitive and social development
Blz 17. Overzicht voor mijlpalen in ontwikkeling
Taalontwikkelend is een kind snel, cognitef langzaam, maar dat is niet zo. Object permanence = de
kennis dat een object hetzelfde blijf in verschillende situate. Kinderen kunnen dit bij 7 maanden.
Maar kinderen kunnen bij 7 maanden pas laten zien dat ze objecten herkennen.
The study of child language
De taalontwikkeling is een relatef nieuw onderwerp voor wetenschappelijke aandacht. Taal is
voornamelijk intern aangeleerd.
Saxton Hoofdstuk 2. Can animals Acquire Human
Language? Shakespeare’s Typewirter
What is language?
The infnite monkey theorem
Infinite monkey theorem = als je een aap lang genoeg voor een toetsenbord zet gaat hij vanzelf
typen. Is echter niet goed.
Apen kennen geen taal, maar deze theorie sugegeerd dat ze het wel kunnen leren met genoeg tjd en
materiaal. Mensen en apen zijn dus niet heel verschillend. Het verschil is kwanttatef.
Language, talk and communication
Sommige vogels kunnen taal nadoen van mensen. Praten = fysieke acte van het produceren van
menselijke geluidsgolven, waarmee ideeën overgebracht kunnen worden. Vogels hebben geen
gesprek, dove mensen wel. Communiceren = overbrengen van informate. Is iets anders dan een taal
hebben.
The design of language
Charles Hocket onderscheid commincate van taal door 16 karakteristeken. 4 daarvan zijn:
- Creatviteit.
Bij kinderen te zien in nieuwe zinnen en grammatcale fouten.
o Nieuwe woorden bedenken. Vooral jonge kinderen.
o Produceren en begrijpen van nieuwe berichten. Chomsky geef aan dat dit belangrijk
is. De regels van grammatca maken nieuwe zinnen mogelijk.
- Semantcy =betekenis van woorden door gebruik van symbolen. Kat verwijst naar pluizig
huisdier die miauw zegt. Bij dieren gaat deze verwijzing minder specifek. Cry betekend
gevaar, maar niet welke en waar.
, - Arbitariness =willekeur, de vorm van de woorden heef geen relate met waar het naar
verwijst. Bij dieren is dit niet, cry betekend gevaar door de emote.
- Displacement =verplaatsing of vervanging. Onze mogelijkheid om over dingen te praten
buiten onze directe situate. Dieren kunnen dit niet, cry is alleen voor gevaar van nu.
Dieren hebben geen taal. Ze communiceren wel, maar hebben niet de 16 karakteristeken van
Hocket. Mensen geven taal door op hun kinderen met de uitspraak erbij. Als taal iets cultureels is,
kunnen dieren het mischien ook leren. Mensen kunnen ook dingen leren die cognitef nog niet
aanwezig zijn, zoals wiskunde.
Teaching words to animals
Talking versus sign language
Meeste leren van taal aan onze buren, zoals apen. Een gorilla was opgevoed als mensenkind. Maar
apen hebben niet de goede hoek van de tong om de taal te spreken zoals wij dat doen. Een olifant
kon woorden uitspreken en gebruikte zijn slurf om de uitspraak beter te maken, hij begreep echter
niet wat hij zei. Bij apen kon er wel gebarentaal aangeleerd worden. Ze vertoonde spontaniteit en
generalisate na het leren van veel gebaren. Een appel is de rode, groen, grote en kleine.
Lexigrams
Visuele symbolen die woorden representeren. Een aapje leerde dit en kon ze niet alleen herkennen
maar ook begrijpen. Maar dit is niet bewezen. Apen leren veel langzamer dan kinderen. Fast
mapping = mensen kinderen kunnen na het horen van een woord een keer het onthouden. Woorden
blijven bij een kind in het hoofd ziten, terwijl bij apen heel veel herhaling nodig is. Ook is het
aannemen van taal niet natuurlijk voor de apen. Ze doen het voor een beloning.
Barking up the right tree: Word learning in dogs
Kaminski, Call en Fisher een bordercollie die meer dan 200 woorden kon onthouden voor 4 weken.
Hij kon ook exclusion learning = een rij van objecten met woorden die bekend zijn, een nieuw object
zal dan de betekenis van het nieuwe woord hebben, mensen vertonen dit ook. Dit betekend echter
niet dat hij het begrijpt. Dit was namelijk een vorm van spelen, haal de bal op 2.0. bij kinderen
betekend een nieuw woord niet meteen ga dat pakken.
Een andere hond kon speeltjes met namen herkennen en op verschillende manieren aanwijzen als de
trainer dat vroeg. De hond kon hetzelfde ding met verschillende namen herkennen. De hond kon net
als kinderen infereren dat een nieuw object met een nieuw woord een combi was. De honden waren
daarmee beter in taal dan apen. Dat komt doordat honden zich beter laten aansturen door mensen.
Honden zijn al heel lang afankelijk van mensen voor voedsel, dus hebben ze trekjes van
communicate overgenomen. Zoals wijzen en kijken.
Alex, the non-parroting parrot
Alee kon begrijpen en voor zichzelf spreken. Alee kon tellen en daarmee groote aangeven. Hij kreeg
het object als beloning. Hij leerde objecten labelen. Een kind kan alleen wel verschillende atributen
benoemen zonder dat het antwoord eerste geleerd moet worden.
Animal grammar
Combining words
Meerdere woorden combineren vraagt om grammatcale vaardigheden. Rivas basis woordvolgorde is
er ook al missen combinate woorden. Bij apen is deze vaardigheid niet betrouwbaar. De volgorde
van woorden is dictated door pragmatek, ipv syntactsche factoren. Als de zinnen langer werden was
er meer herhaling van woorden. Ze hadden geen gevoel voor gramatca komt door morphologiem
