Samenvatng The Science of Nutriton
Welzijn, gezondheid verschillende factoren:
F Fysiek
E Emotioneel
S Spiritueel
S Sociaal
W Werk
Chronische ziekten
Komt langzaam, houdt ondanks behandeling vaak lang aan. Obese, hart en vaatziekten, type 2
diabetes, verschillende soorten van kanker.
Top 3 in USA: Hartziekten, beroerte, diabetes
Belangrijkste link tussen slechte voeding en overlijden is obese.
Voedingsstofen in eten
Geven energie ofewel macronutrients: Daarnaast(geven geen energie):
Koolhydraten, 4 kcal per gram Vitaminen
Lipiden (vet en olie) 9 kcal per gram Mineralen
Proteïnen, 4 kcal per gram Water
Met de term biologisch (organic) in voeding bedoelen we stofen met Koolstof (C) en waterstof (H).
Koolhydraten, lipiden, proteinen en vitaminen zijn organic. Mineralen en water niet.
Nutrient/voedingsstof: Ondersteunt de regulatie van lichaamsfuncties of het bouwen of herstellen
van weefsel.
Koolhydraten (macronutriënten)
Planten maken via fotosynthese de sterkste vorm van koolhydraten namelijk glucose.
Gezonde bronnen:
- Volkoren producten (brood, musli met haver, volkoren tarwe, gerst, rogge)
- Peulvruchten (bonen, erwten, linzen)
- Groenten en vers fruit.
1
, Koolhydraten zijn:
Simpele (enkelvoudig) of Complexe (meervoudig)
1 of 2 moleculen 100 tot 1000 moleculen
Noemen we suikers
Mono-sachariden di-sachariden
Enkel suikermolecuul 2-suiker moleculen aan elkaar verbonden
Glucose Lactose = Glucose + Galactose
Fructose Maltose = Glucose + Glucose
Galactose Sucrose = Glucose + Fructose
Ribose
Simpele (enkelvoudige) koolhydraten
Mono-sachariden GGRF 1 suikermolekuul
Glucose Belangrijkste energiebron voor de hersenen + belangrijk voor cellen. Sterkste mono
sacharide in ons dieet.
Galactose Komt nooit alleen voor maar ALTIJD in verbinding met Glucose (Lactose)
Fructose Fruitsuikers, zoetste natuurlijke suikers ook Levulose genoemd
Ribose Heef 5 Carbon, lichaam produceert dit uit eten, het zit in ons genetisch materiaal
(RNA en DNA)
Di-sachariden SLM 2 suikermolekulen aan elkaar
Sucrose (A) Honing, Maple sirup, tafelsuiker, bruine suiker (Glucose + Fructose)
Lactose (B) Melksuiker, borstvoeding (Glucose + Galactose)
Maltose (A) Bier, alcohol, moutsuiker (Glucose + Glucose)
Di sachariden zijn door een zuurstofverbinding. 2 vormen:
Alpha-verbinding Beta-verbinding (zit ook in vezelrijke voeding is ook moeilijk
te verteren)
Makkelijk te verteren Moeilijk te verteren
Sucrose Lactose
Maltose
Complexe (meervoudige) koolhydraten
3 of meer Mono-sachariden
Oligo-sachariden Poly-sachariden
3 tot 10 monosachariden 10 tot 1000 monoschariden
2
,Raffinose (Glucose,Galactose,Fructose) 1.Starch Bindmiddel, zetmeel,
Bonen, spruitjes, broccoli, volkoren stijfsel.
Stachyose (Glucose,Galactose,Galactose,Fructose) In planten + granen
Bonen en groenten 2.Glycogeen Glucose in
vlees uit lever en
spieren
3.Vezels in stengels, bladeren,
planten.
Raffinose en Stachyose horen bij de Raffinose-familie
We noemen ze RFO’s. Mensen hebben geen enzymen
om RFO’s af te breken dus ze worden niet verteerd. In de
dikke darm worden ze door bacterien gefermenteerd
waardoor gas ontstaat. (dioxide, methaan, waterstof)
dus bonen = scheetjes.
1. Starch (Glucose in planten, rijst, mais, bonen erwten, linzen, aardappels)
Amylose Amylo-pectine
Rechte keten van glucosemoleculen vertakte keten van glucosemoleculen
Moeilijk te verteren Makkelijk te verteren
Langzame verhoging van bloedglucose Snelle verhoging bloedglucose
Moeten door het licahaam worden afgebroken naar Glucose om opgenomen te kunnen worden.
In starch komen zowel alpha als beta-verbindingen voor.
Beta-verbinding in starch noemen we resistant starch (bestendig zetmeel). Dit zit vooral in
peulvruchten. Moet door fermentatie omgezet worden in Butyraat (een faty-acid), men denkt dat
de kans op kanker hiermee vermindert.
2. Glycogeen (Glucose in mens en dier. NIET IN PLANTEN)
Het lichaam slaat kleine hoeveelheden koolhydraten op in de vorm van glycogeen. Het
lichaam, kan hier 1 tot 2 dagen op teren.
Bij slacht wordt het afgebroken dus bijna niet terug te vinden in vlees wat we eten.
Ons lichaam kan glucogeen heel snel omzeten in glucose als we het nodig hebben
Glucogeen wordt opgeslagen in de lever en spieren.
3
, 3. Vezels (in stengels, bladeren, planten) Moeilijk af te breken, geven geen energie
Risico teveel vezels: uitdroging, beperkte opname van zink, ijzer, calcium en vitamine D. Snel vol
gevoel voor sommige groepen een risico omdat wel vol maar nog niet genoeg voedingsstofen
ingenomen zijn. Vezelrijke koolhydraten zijn gezond maar niet alle koolhydraten zijn vezelrijk.
Voordelen:
- reduced risk kanker omdat vezels kankerverwekkende stof binden en dan ontlasten
- voorkomt aambeien en obstipatie
- beperkt diverticulose
- reduce risk hart en vaatziekten door blokkeren opname cholesterol
- bevordert gewichtsverlies door vol gevoel
- verlaagt kans op diabetes 2
Totale vezel = Voedingsvezels + Functionele vezels
Voedingsvezels Functionele vezels
Skelet van de plant, Niet verteerbare vorm van koolhydraten uit planten
niet verteerbare deel van de plant of gemaakt in het laboratorium.
Zijn gezond!
Worden toegevoegd aan voeding
Voorbeeld: Cellulose, Guar, Gom, Pectine, Psyllium
Wateroplosbaar Onoplosbaar in water
-Kleverig - Kunnen niet gefermenteerd worden in de darm
-Wordt gel in contact met water - volkoren rijst, volkoren tarwe, rogge, groeten.
-Fermenteerbaar in de darm - Belangrijk voor de darm; beweging, verlicht
-Makkelijk te verteren constipatie, minder kans op darmziekten.
-Citrusfruit,bessen,bonen,haver- -Lignine wortels,zaden van fruit en bessen
producten zemelen, volkoren
-goed tegen; hart en vaatziekten, - Cellulose Beta-bond, volkoren, fruit
Type 2 diabetes door lager groenten, peulvruchten.
Cholesterol en lager bloedglucose - Hemicellulose Celwand van de plant, sommige zijn
-Pectine fruit, bessen, wordt wel oplosbaar. Graanvezels,groenten,
Gebruikt in jam en volkoren
Yoghurt als
bindmiddel
-Gom verdikkingsmiddel en
Stabilisator. Guar gom
En Arabisch gom.
-Plantslijm ongeveer zelfde als
Gom, Wordt gebruikt
als stabilisator. Bijv
te halen uit zeewier
4