INKOOP
1. INKOOP IN VOGELVLUCHT
1.1 WAT VERSTAAN WE ONDER INKOOP?
Inkoop is alles waar een externe factuur tegenover staat.
Professionele Inkoop voor een organisatie moet gestructureerd en beleidsmatig plaatsvinden. De inkoper
redeneert vanuit de organisatiecontext. Inkoop moet passen in de organisatiestrategie en rekening houden
met veranderingen in de toekomst.
Inkoop als de aanschaf zelf. Hierbij gaat het om de goederen of diensten die de organisatie heeft ingekocht.
Inkoop als functioneel gebied van de organisatie. Hiermee wordt bedoeld dat een organisatie ervoor moet
zorgen dat er producten of diensten worden ingekocht. Inkoop is dan een functie, inkoper. Tot slot heb je nog
inkoop als afdeling: de inkoopafdeling. Deze afdeling is binnen de organisatie aangewezen om aankopen te
organiseren.
De inkoop helpt de organisatie in de veranderde omgeving te overleven. Een organisatie stelt de volgende
eisen aan inkoop:
Inkoop moet ertoe bijdragen de kwetsbaarheid van de onderneming ten opzichte van leveranciers,
concurrenten en afnemers op lange termijn te minimaliseren.
Inkoop moet actief participeren in het vinden van leveranciers die in staat zijn om mee te denken over
toekomstige technologische ontwikkelingen.
De inkoop moet er zorg voor dragen dat leveranciers meerwaarde opleveren voor de organisatie.
Tijd en geld blijven belangrijk, maar het zeker stellen dat leveranciers in de toekomst ook een positieve
bijdrage leveren is ook van belang.
Organisaties bekijken inkoop vanuit de gehele bedrijfsvoering. Een organisatie verwacht nu van de inkoper dat
hij bijdraagt aan de strategie en de winstgevendheid op de lange termijn. Het gaat niet meer om de laagste
inkoopkosten, maar om het realiseren van de beste concurrentiepositie op de markt. De organisatie is het
uitgangspunt. Inkoop is niet alleen gericht op het primaire proces, maar op het geheel, dus ook inkoop voor
het ondersteunende proces (aanschaf van kantoorartikelen etc.).
Inkoop is een onderdeel van de organisatie, die op haar beurt weer een onderdeel vormt van een keten van
organisaties, die uiteindelijk een product of dienst aan een eindconsument leveren. Alle schakels hebben de
gezamenlijke verantwoordelijkheid om het eindproduct of de uiteindelijke dienst succesvol te maken. Inkoop
moet dus een duidelijk beeld hebben van wat de plaats is van de eigen organisatie in de keten, en hoe die
keten voor en na haar is georganiseerd.
Strategisch: Het vertalen van de organisatiestrategie naar een inkoopstrategie.
Tactisch: Het beheersen van een bestand van leveranciers.
Operationeel: Het inkopen zelf.
,Inkoop mag nooit een op zichzelf staande activiteit zijn. In de voorbereiding van de aanschaf zit de
meerwaarde van inkoop. Hiermee kan de inkoopafdeling ervoor zorgen dat de organisatie een
concurrentievoordeel kan pakken dat juist het verschil maakt op de uiteindelijke verkoopmarkt.
Iedereen binnen een organisatie moet zich conformeren aan de organisatiestrategie. Afdelingen moeten de
strategie omzetten in doelstellingen op hun werkterrein. Een inkoper moet elke beslissing op strategisch
niveau beoordelen op verschillende aspecten. Toegevoegde waarde, bedrijfsrisico, duurzaamheid, kwaliteit,
voorraadhoogte en kosten zijn belangrijke aspecten. Lage kosten kunnen bijvoorbeeld ook lagere kwaliteit
betekenen of het kan betekenen dat een leverancier dreigt failliet te gaan.
1.3 DE MEERWAARDE VAN INKOOP
1.3.1 VAN ORGANISATIESTRATEGIE NAAR INKOOPBELEID.
Inkoop moet er zeker van zijn via de aanschaf van producten en diensten een toegevoegde waarde te leveren
aan het hele voortbrengingsproces. Inkopers moeten hun handelingen onderbouwen met een visie op de
vraag hoe inkoop bijdraagt aan de algemene strategie.
Voor langdurig succesvolle inkoop moet men een inkoopplan opstellen. Dit inkoopplan heeft een strategisch
aspect waarin men beschrijft wat de langetermijndoelen zijn, maar kent altijd ook een van de
organisatiestrategie afgeleide, tactische insteek waaruit de dagelijkse, operationele inkoopactiviteiten moet
voortvloeien.
In het strategisch inkoopplan / inkoopbeleid is de basis voor het handelen, de opzet en het functioneren van
de inkoopafdeling te vinden. Een strategisch inkoopplan is bedoeld om alle neuzen binnen de inkoopafdeling
dezelfde kant op te laten wijzen en een heldere visie te ontwikkelen waarbinnen een individuele inkoper en
besteller zijn werk kan verrichten. Een strategisch inkoopplan bevat:
- Inkoopdoelstellingen die zijn afgeleid van de organisatiedoelstellingen.
- Inkoopstrategie waarin staat hoe de inkoopdoelstellingen worden gerealiseerd.
- De hoofdlijnen van het leveranciersmanagement.
- De wijze waarop de inkooporganisatie is vormgegeven.
Vanuit het strategisch inkoopplan wordt het tactisch inkoopplan opgezet. De activiteiten en plannen voor
middellange termijn staan hierin. Elementen zijn:
- Inrichting van het leveranciersbestand voor de bepaalde artikelgroep.
- Hoe leveranciersprestaties worden gemeten.
- Voor welke contractvormen wordt gekozen.
- Hoe risico’s worden geminimaliseerd.
- Planning van de activiteiten om het plan te realiseren.
Veel organisaties werken met een ERP-software. Enterprice resource plan. Dit is een grote database waarin
informatie over alle processen binnen een organisatie wordt vastgelegd.
Wat legt een ICT-systeem vast over inkoop:
- Welke bestellingen geplaatst zijn bij leveranciers.
- Voor welke afdelingen bestellingen zijn geplaatst.
- Welke facturen betaald zijn.
- Welke prestaties leveranciers geleverd hebben.
2
,Een contractbeheers- en contractmanagementsysteem zal veel toegevoegde waarde hebben om ervoor te
zorgen dat er inzicht is in de afspraken uit de contracten en dat deze afspraken daadwerkelijk worden
nagekomen door leveranciers.
Strategische driehoek Weele
Helpt een inkoper om keuzes te maken over afnemers, concurrenten en leveranciers. Afnemers, identificeer
welke doelgroep de primaire afnemersgroep vormen. Marketing kan deze doelgroepen in kaart brengen.
Concurrenten, Hoe succesvol zijn de concurrenten. Leveranciers, Hoe doen je belangrijkste leveranciers het op
hun markt.
1.3.2 INKOOP EN DE POSITIE OP DE VERKOOPMARKT.
Vijfkrachten model van Porter helpt om de concurrentiepositie van de organisatie te bepalen. Vijf
omgevingskrachten:
1. Dreiging van nieuwe (potentiële) toetreders. Is het moeilijk om een nieuwe markt te betreden. Zijn je
leveranciers in staat om de benodigde grondstoffen of machines te leveren.
2. Onderhandelingsmacht van kopers. Hoe goed is de koper geïnformeerd en georganiseerd.
3. Onderhandelingsmacht van leveranciers. Leverancier kan ook een machtige positie hebben,
bijvoorbeeld een monopoliepositie.
4. Rivaliteit tussen de concurrenten. Kan ik tegen betere condities inkopen bij mijn leveranciers of juist
niet?
5. Dreiging van substituten voor producten of diensten. Kan je product door concurrenten gekopieerd
worden of in een verbeterde versie op de markt gebracht worden? Hoe kun je er dan voor zorgen dat
je product unieke grondstoffen bevat?
Drie strategieën Porter:
1. Kostenleiderschap Zij willen de goedkoopste zijn. Inkoopuitdaging: zorgen dat de kostprijs van de
ingekochte goederen zo laag mogelijk blijft. Wibra en zeeman zijn voorbeelden.
2. Differentiatiestrategie De organisatie probeert zich de onderscheiden van alle organisaties in de
markt. De organisatie zal een bovengemiddelde prestatie moeten leveren in de bedrijfstak. Inkopers
moeten zorgen dat het unieke karakter blijft.
3. Focusstrategie De organisatie kiest voor een bijzonder marktsegment. De organisatie speelt gericht
in op de specifieke verlangens van een specifieke doelgroep. Je hebt kostenfocus en
differentiatiefocus. Kostenfocus: organisatie probeert marktaandeel te veroveren door tegen lage
kosten te produceren. Differentiatiefocus: een unieke positie voor een bijzonder marktsegment, het
gaat om kwaliteit of imago.
Inkoopaandeel: De relatie tussen de omzet en de prijs van het aangeschafte product/dienst.
inkoopomzet
inkoopaandeel= × 100 %
totale omzet
Inkoopaandeel bij dienstverlening tussen de 20% en 30%. Bij productieondernemingen tussen de 50% en 70%.
Bij handelsorganisaties tussen 60% en 90%. Hoe hoger het inkoopaandeel, hoe belangrijker inkoop. Bij
handelsorganisaties vindt geen transformatieproces plaats, bijna alles wat de organisatie aanschaft verlaat
ongewijzigd de organisatie.
Het inkoopaandeel neemt toe wanneer er delen van het eindproduct niet meer door het bedrijf zelf gemaakt
worden, maar delen worden uitbesteed.
3
, Inkoopkosten: Alle kosten die een inkoopfunctie met zich meebrengt.
- Personeel van de inkoopafdeling.
- Werkplek.
- Inkoopsoftware.
- Leveranciersbeheer.
- Leveranciersbezoek.
- Beursbezoek.
- Inkoopmarktonderzoek.
- Het opvragen en beoordelen van offertes.
1.5 INKOOP IN ONTWIKKELING.
1.5.1 TRENDS IN DE INKOOP.
Inkoop is een belangrijk onderdeel van supply chain management en moet goed aansluiten bij de strategie van
de organisatie. Duurzaam inkopen wordt steeds belangrijker en etnisch verantwoord inkopen wordt de
norm. Daarnaast veranderd inkoop door digitalisering. Ook levert inkoop een grotere bijdrage aan
risicomanagement in de supply chain. Binnen de publieke sector zien we dat er meer dialoog plaatsvindt met
leveranciers. De inkoper van de toekomst heeft steeds meer vaardigheden nodig, waaronder ‘soft skills’, hij
moet een teamspeler zijn en op strategisch niveau kunnen meedenken. Daarnaast is het belangrijk dat de
inkoper etnisch handelt. Ten slotte is inkoop een goede graadmeter van groei of krimp van de economie, en
wordt deze ontwikkeling in de Purchasing Managers’ index in vele landen maandelijks gepubliceerd.
Duurzaam inkopen Afval en CO2 uitstoot verminderen. Het reduceren van het gebruik van water en energie
bij de productie van goederen. Duurzaam handelen leidt tot kostenreductie. Energiezuinigere oplossingen
leiden tot lagere energiekosten.
Etnisch verantwoord inkopen Door goede transparante inkoopprocessen kunnen levens van mensen
positief worden beïnvloedt. Eerlijke prijs betalen aan boeren of landen waar het vandaan komt. Omkoping en
corruptie is niet aanvaardbaar.
Inkopen verandert door digitalisering Er is veel meer data beschikbaar.
Inkoop levert een bijdrage aan risicomanagement Gezamenlijk door inkoper en leverancier werken aan
risicomanagement verminderd de kansen op risico’s tot wel 50%.
Publiek inkopen richt zich meer op leveranciers Er wordt eerder in het inkoopproces een dialoog gehouden
met de leveranciers om hun kennis te gebruiken.
1.5.2 INKOOP EN ETHIEK.
4 kernwaarden NEVI:
- Zakelijjk fatsoen Eerlijkheid, Geheimhouding, Betrouwbaarheid & Niet-schadelijk gedrag.
- Deskundigheid en objectiviteit Innemen van een onafhankelijke positie & verschaffen van juiste
informatie en oordelen.
- Vrije mededinging Niet samenspannen & Vermijden van gedwongen winkelnering.
- Duurzaamheid Respect voor mensen, milieu & winstgevendheid. People, planet & profit.
Risico’s onethisch handelen
4