Hoofdstuk 1
Bijzondere overeenkomsten zijn bijzonder omdat zij een bijzondere regeling in de wet kennen, die
aanvullend is op de algemene regels van het overeenkomstenrecht. Bijzondere overeenkomsten
worden ook wel benoemde overeenkomsten genoemd, omdat de wetgever ze tot bijvoorbeeld een
arbeidsovereenkomst hebben benoemd.
Het doel van bijzondere overeenkomsten:
∗ Het goede verloop van het rechtsverkeer bevorderen
Aanvullende wettelijke bepalingen kunnen gaten in een overeenkomst opvullen en mogelijke
conflicten oplossen
∗ Bescherming van zwakkere partijen
Werkgever – werknemer, verhuurder – huurder, verkoper – consument. De werknemer is
financieel afhankelijk van zijn werkgever en heeft hierdoor een slechte
onderhandelingspositie. Een consument heeft minder kennis en ervaring met het sluiten van
een koopovereenkomst dan een professionele verkoper. Een huurder heeft ook een slechte
onderhandelingspositie. Afspraken in het voordeel van de zwakkere partij zijn wel toegestaan.
Lex spexialis derogat lex generali: bijzondere wettelijke regel gaat voor de algemene wettelijke regel.
Een adagium is een motto, een spreuk die een bepaalde regel uitdrukt.
Bijzondere overeenkomsten:
∗ Koop (+ consumentenkoop)
∗ Arbeidsovereenkomst
∗ Opdrachten (+ varianten)
∗ Aanneming van werk
∗ Vaststellingsovereenkomst
∗ Verzekeringsovereenkomst
De vaststellingsovereenkomst wordt in de praktijk gebruikt om de beëindiging van een conflict vast te
stellen.
Rechtssubjecten van het privaatrecht: natuurlijke personen en rechtspersonen die mogelijke dragers
van rechten en plichten zijn.
Vóór het huidige Burgerlijke wetboek golden de regels van het burgerlijk wetboek van 1838. Hier
wordt naar verwezen als het Oud burgerlijk wetboek. Het burgerlijk wetboek van 1838 was na de
Franse overheersing tot stand gekomen en leunde zwaar op de Franse code civil uit 1804. Dit was de
Franse wetgeving die in de tijd van Napoleon Bonaparte was vastgesteld. Code civil staat ook bekend
onder de naam Code Napoléon. Deze Franse wetgeving was van hoge kwaliteit en vond door de
Franse overheersing van Europa in verschillende landen van Europa navolging. Napoleon
beschouwde de totstandkoming en invoering van de code civil als een van de grootste prestaties van
zijn bewind, want zijn code civil zal eeuwig voortbestaan.
Professor Eduard Maurits Meijers is de grondlegger van het nieuwe burgerlijke wetboek. Door zijn
Joodse afkomst werd het hem door de Duitse bezetters echter verboden om zijn werk als hoogleraar
aan de universiteit van Leiden voort te zetten.
Van het oude BW resteert momenteel nog boek 7A BW. Het nieuwe BW wordt wereldwijd als
vooruitstrevend en vernieuwend gezien. Het heeft nog steeds sporen van de Code Civil, maar is ook
sterk beïnvloed door stromingen uit de Duitse rechtswetenschap. Toen de Sovjet-Unie in 1989
uiteenviel en Rusland een nieuw, postcommunistisch wetboek wilde, gebruikten ze het Nederlandse
BW als inspiratiebron.
Privaatrechtelijke wetgeving is belangrijk voor het economisch verkeer. Een van de pijlers van de EU
is dat er tussen de lidstaten een interne markt geldt waar geen handelsbelemmeringen zijn. Omdat
verschillen in het recht voor de handel belemmerend kunnen werken, is het wenselijk dat de
1
,privaatrechtelijke regels van de verschillende landen op onderdelen gelijk worden getrokken.
Europese regelingen worden dan ook steeds belangrijker in het privaatrecht. Een Europese richtlijn
houdt in dat de lidstaten hun nationale wetgeving binnen een bepaalde termijn moeten aanpassen aan
de Europese wetgeving. Daarnaast zijn er ook Europese verordeningen die rechtstreeks werken.
Er zijn ook andere internationale privaatrechtelijke regelingen die voor handelsverkeer van belang zijn:
namelijk de United Nations Convention on Contracts fort he International Sale of goods (= het Weens
koopverdrag) uit 1980. Het Weens koopverdrag geeft regels voor het sluiten van
grensoverschrijdende koopovereenkomsten. Het gebruik van dit verdrag is niet verplicht. Het staat in
het privaatrecht de partijen vrij om binnen bepaalde grenzen zelf te kiezen welk rechtsstelsel op hun
overeenkomst van toepassing is.
Vanuit een privaatrechtelijk perspectief bezien kunnen er in Europa grofweg 3 juridische families
worden onderscheiden:
∗ Landen met een napoleontisch systeem
∗ Landen met een Romaans-Germaans systeem
∗ Common law-systemen
1. Landen met een napoleontisch systeem
Hier behoren de landen waar de Code Civil grote invloed heeft gehad. Het gaat om onder
andere Frankrijk, België, Spanje en Portugal. Via Frankrijk is dit systeem verspreid naar veel
Afrikaanse landen en via de Spaanse en Portugese ex-kolonies is dit verspreid naar Zuid-
Amerika.
2. Landen met een Romaans-Germaans systeem
Tot deze familie behoren de Europese landen met een rechtssysteem dat vooral beïnvloed is
door het Romeinse en Germaanse recht. Dit is het recht dat in de loop der eeuwen is ontstaan
in Scandinavië en Duitstalige landen. Hier heeft de Code Civil veel minder invloed gehad.
Nederland wordt gerekend onder dit systeem, hoewel wij ook invloed hebben gehad van Code
Civil, dus wij zijn gemengd.
3. Common law-systeem
Alleen Groot-Brittannië heeft een rechtsstelsel dat qua systeem afwijkt, omdat het Romeinse
recht hier minder invloed heeft gehad dan in de landen van het continentale Europa. Het
Britse systeem is meer vanuit rechtspraak dan vanuit wetgeving opgebouwd. Rechters
spreken in dit systeem recht op basis van het gewoonterecht: de maatschappelijke gebruiken
en gewoonten die op een bepaald terrein golden. Het Britse rechtssysteem wordt aangevuld
met regel- en wetgeving, terwijl de Nederlandse rechtssysteem wordt aangevuld met
jurisprudentie. Er wordt gesproken van het Angelsaksische of Anglo-Amerikaanse recht.
Britten en de Amerikanen noemen de Europese napoleontische en Romaans-Germaanse
systemen civil law.
In common law-systemen is er minder aanvullend recht en is de letterlijke tekst van het contract zeer
belangrijk en moeten contracten uitgebreid en waterdicht zijn.
Door de toenemende globalisering wordt voor juristen inzicht en kennis van buitenlandse
rechtssystemen steeds belangrijker.
In de telecommunicatiewet worden de overeenkomsten geregeld die een consument sluit met de
aanbieder van een telecomdienst, zoals internet of telefonie.
Binnen de Nederlandse juridische beroepspraktijk ligt het zwaartepunt van het vervoersrecht in
Rotterdam, waar de Rotterdamse haven vanzelfsprekend debet aan is. De Rotterdamse rechtbank
heeft een speciale ‘’natte’ kamer, gespecialiseerd in zaken die met vervoer over water te maken
hebben.
2
, Bruikleen -> een overeenkomst waarbij je goederen gratis mag lenen en waarbij de lener ze ook mag
gebruiken.
Bijzondere overeenkomsten:
∗ Koop en ruil artikel 7:1-50
Koop is de overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt een zaak te leveren, terwijl de
andere partij hiervoor een prijs in geld zal betalen. De regels van koop zijn ook van toepassing
op koop van vermogensrechten en downloads van digitaal materiaal. Voor de
consumentenkoop gelden speciale, aanvullende en beschermende regels. Ruil wordt
gelijkgesteld aan koop, alleen wordt er geen prijs in geld betaald, maar er wordt met een zaak
betaald.
∗ Financiële zekerheidsovereenkomsten artikel 7:51-140
Dit zijn overeenkomsten met een financieel karakter. Denk aan consumentenkrediet of
geldlening. Het verschil tussen een lening en een krediet: een lening wordt vaak voor een
bepaald doel aangegaan en er zijn vaak vaste terugbetaaltermijnen afgesproken. Een krediet
is een mogelijkheid om bij de kredietgever ‘’rood te staan’’: tot een bepaald maximum kan er
continu geld worden opgenomen en teruggestort.
∗ Schenking artikel 7:175-188
Schenking is een niet-wederkerige overeenkomst. De schenker ontvangt geen tegenprestatie
en verricht daarmee zijn prestatie om niet. ‘’Om niet’’ is de vaste uitdrukking voor het gratis
verrichten van een prestatie.
∗ Huur artikel 7:201-310
Dit is een overeenkomst waarbij de verhuurder een huurder een zaak, of een gedeelte
daarvan, in gebruik verstrekt in ruil voor een tegenprestatie. Omdat wonen een eerste
levensbehoefte is, is het begrijpelijk dat de wet deze bescherming biedt. Op grond van de
Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, houden huurcommissies toezicht op de huurprijzen
die door een verhuurder kunnen worden gevraagd.
∗ Pacht artikel 7:311-399e
De pachtovereenkomst is vergelijkbaar met de huurovereenkomst. Het gaat hier echter om de
huur van landbouwgronden. Ook voor de pachter gelden beschermende regels. Grondkamers
zijn vergelijkbaar met huurcommissies.
∗ Opdracht artikel 7:400-468
Dit is een overeenkomst waarbij de ene partij voor een andere partij, zonder dat er sprake is
van een arbeidsovereenkomst, werkzaamheden verricht. Voorbeelden zijn overeenkomsten
met een accountant, kapper, architect etc.
Opdracht kent een aantal gekwalificeerde varianten:
- Bemiddeling
- Lastgeving
- Agentuur
- Geneeskundige behandelovereenkomst
∗ Reisovereenkomst artikel 7:500-513
De bescherming van reizigers in de EU is hiermee gelijkgetrokken. Hiermee wordt bedoeld:
de overeenkomst tussen een reiziger en een professionele reisorganisator die een periode
van langer dan 24 uur bestrijkt en waarin de reisorganisator minimaal twee diensten aanbiedt,
zoals vervoer en verblijf. Als er alleen sprake is van een overeenkomst tot vervoer, zonder
bijkomende diensten, dan is er geen sprake van een reisovereenkomst.
∗ Betalingstransactie artikel 7:514-551
Deze titel bevat regels rond betalingstransacties, zoals de opdracht om een bepaald
geldbedrag over te maken aan een bank.
∗ Bewaarneming artikel 7:600-609
Hiervan is sprake in alle gevallen waarin een partij voor een andere partij een zaak bewaart
met het doel het later weer terug te geven.
∗ Arbeidsovereenkomst artikel 7:610-745
Het arbeidsrecht wordt als een zelfstandig rechtsgebied beschouwd. Het
socialezekerheidsrecht heeft een grote invloed op het arbeidsrecht. Arbeidsrecht en
socialezekerheidsrecht worden aangeduid als sociale recht.
∗ Aanneming van werk artikel 7:750-769
3