Hoofdstuk 4. De arbeidsmarkt
Totale (beroeps)bevolking = aanbod van arbeid
Beroepsgeschikt Niet-beroepsgeschikt
(15-67 jaar) (<15 jaar en > 67 jaar)
Beroepsbevolking Inactieven
Loondienst, zelfstandige ondernemers arbeidsongeschikt
Werklozen Niet-werkzoekend
Ruime arbeidsmarkt = aanbod van arbeid is groter dan vraag naar arbeid
- Werkgevers hebben ruime keuze voor nieuw personeel
Krappe arbeidsmarkt = vraag naar arbeid is groter dan aanbod van arbeid
- Werkgevers hebben nauwelijks keuze voor nieuw personeel
Werkloos:
CBS / Centraal Bureau voor de Statistiek
Wordt het meest gebruikt voor cijfers over
werkloosheid.
CWI / Centrum voor Werk en Inkomen
Is van belang voor werkzoekenden die recht
hebben op een uitkering.
Het verschil tussen het werkloosheidscijfer CBS en CWI wordt gevormd door werkzoekenden die
geen recht hebben op een uitkering (schoolverlaters, herintreders).
WW (Werkloosheids wet): 70% van laatstverdiende loon, arbeidsverleden van min. 6 maanden,
actief solliciteren.
WWB (Wet Werk en Bijstand): sociaal minimum inkomen, actief solliciteren.
Gevolgen werkloosheid: Lager inkomen
(redenen om juist Minder sociale contacten
weer werk te Minder zelfontplooing
gaan zoeken) Lagere maatschappelijke status
Oorzaken van werkloosheid
1. Conjuncturele werkloosheid
= vraagzijde van de economie
Ontstaat door afname van de totale vraag naar producten in een land
(minder export, consumptie, investeringen en overheidsbestedingen)
(bijv. Belastingen stijgen, inkomen daalt, consumptie daalt, productie daalt, vraag naar arbeid
daalt = conjuncturele werkloosheid)
Oplossen door: consumptie stijgt als belasting daalt of lonen stijgen.
Overheidsbestedingen stijgen.
Export stijgt als lonen en loonkosten dalen.
2. Structurele werkloosheid (natuurlijke werkloosheid)
= productiecapaciteit of aanbodzijde van de economie
Ontstaat door veranderingen in het productieproces
, (bijv. door automatisering, verplaatsing productie naar lagelonenlanden)
Kwantitatief structurele werkloosheid
Werkloosheid door te weinig productiecapaciteit, er zijn te weinig bedrijven om elke
werkzoekende van een baan te voorzien.
Oplossen door: Aantrekkelijke vestigingsplaats te zijn voor buitenlandse bedrijven via;
belastingvoordelen, loonmatiging, infrastructuur (lucht- en zeehavens & spoor-, vaar-, en snelwegen)
Kwalitatief structurele werkloosheid
Werkzoekenden zijn qua opleiding niet geschikt voor de vacatures. Werkzoekenden zijn niet
bereid om in een andere regio te werken (lage arbeidsmobiliteit)
Gevolg: er zijn tegelijkertijd vacatures en werklozen
Oplossen door: Werkzoekenden geschikt maken voor de beschikbare vacatures via
- omscholing/verbeteren arbeidsmobiliteit (verhuispremies, reiskostenvergoeding, betere
infrastructuur)
Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid door seizoen afhankelijke productieprocessen (landbouwsector, horeca,
toerisme en recreatie)
Oplossen door: groente kweken in kassen, overdekte recreatie- en vakantiecentra
Frictiewerkloosheid
Tegelijkertijd vacatures en werklozen (wel een ‘match’) maar asymmetrische informatie.
Vraag en aanbod arbeidskrachten weten elkaar niet te vinden door een
communicatieprobleem. Er zit tijd tussen twee banen in of tussen afronding studie en eerste
baan.
Oplossen door: verbeteren communicatie (banenmarkten, voorlichting, stages, etc.)
Inkorten sollicitatieprocedures & versoepelen ontslagrecht (sneller banen
beschikbaar)
Perfecte arbeidsmarkt
Kenmerken: Veel werkgevers (vraag naar arbeid)
Veel arbeiders (aanbod van arbeid)
Homogene arbeiders
Transparante/doorzichtige markt
Vrije toe- en uittreding
Mensen (arbeiders) zijn niet homogeen, want ze verschillen van elkaar op basis van: talent/aanleg,
intelligentie/opleidingsniveau, interesse, geslacht, leeftijd, werkervaring.
Arbeidsmarkt is ondoorzichtig:
Mensen zijn verschillend dus een taak wordt door iedereen anders uitgevoerd.
Opleidingen verschillen (welke opleiding is geschikt voor welke taak?)
Er is informatie asymmetrie bij solliciteren: zijn arbeiders eerlijk? En zijn werkgevers dat ook?
Vrije toetreding tot de arbeidsmarkt wordt belemmerd door diploma’s, werkervaring en leeftijd.
Vrije uittreding van de arbeidsmarkt wordt belemmerd door opzegtermijn, ontslagbescherming
werknemers.