Leerdoelen Goederenrecht K8 uitgewerkt
Week 1:
Goederenrecht: geef n w t tot iem nd vermogen behoort een chuldei er k n ziinn vordering oe
lle goederen v n de chulden r verh len.
Algemene begrieeen:
- Goed (rechthebbende), rt. 3:1 BW: lle zi ken en vermogen rechten.
o Z ken (rechthebbende of eigen r), rt. 3:2 BW: de voor men elinke beheer ing
v tb re tofen.
Roerend en onroerend, rt. 3:3 BW en HR Port c bin:
Een gebouw k n duurzi m met de grond verenigd ziinn voord t het
n r h r rd en inrichtng be temd i om duurzi m ter el t e te
blinven. Niet v n bel ng i d t techni ch de mogelinkheid be t t om
het bouw el te verel t en.
Bin de be ntwoording v n de vr g of een gebouw of werk be temd
i om duurzi m ter el t e te blinven moet teven worden gelet oe
de bedoeling v n de bouwer.
Be t nddeel, rt. 3:4 BW en Déeex/Cur toren:
De zi k i incomeleet zionder het be t nddeel, of
De onderdelen ziinn in con tructef oeziicht oe elk r fge temd en
met elk r verbonden.
o Vermogen rechten (rechthebbende), rt. 3:6 BW:
Overdr gb r
Strekkende ertoe tofelink voordeel te ver ch fen
- Regi tergoed, rt. 3:10 BW: lle goederen w rbin een in chrinving in een regi ter voor
overdr cht noodzi kelink i .
- Ab olute rechten: rechten die tegenover iedereen gelden (eigendom recht).
- Rel teve rechten: rechten die tegenover een bee ld eer oon werken (vordering recht).
Eigendom, rt. 5:1 BW: het mee t omv tende recht d t een eer oon oe een goed k n hebben.
- De rechthebbende m g met uit luitng v n eenieder vrin ziinn goed gebruiken of verbruiken.
- De rechthebbende m g met uit luitng v n eenieder be chikken over ziinn goed of het
beziw ren.
- Kenmerken:
o Z kelink en b oluut recht
o Z k gevolg: r kt de zi k uit de m cht v n de eigen r, d n r kt hin niet ziinn
eigendom kwint.
o Revindic te, rt. 5:2 BW: de eigen r v n een zi k k n h r oeei en v n eenieder
die de zi k zionder recht onder ziich houdt.
o See r t t bin f illi ement, rt. 57 Fw: buiten het f illi ement om k n een eigen r
ziinn eigendom oeei en.
- Degene n wie een bevoegdheid toekomt, k n h r niet inroeeen voor ziover hin h r
mi bruikt, rt. 3:13 BW. De eigen r die ziinn eigendom bevoegdheden oe ziod nige winzie
uitoefent d t tegenover ziinn bel ng een onevenredig grote ch de bin een nder ont t t,
chendt een bet melinkheid regel.
Verkringing/verlie v n goederen:
- Verkringing onder lgemene ttel, rt. 3:80 lid 2 BW: de verkringer volgt een nder oe in een
geheel of deel v n een vermogen.
o Erfoevolging
o Boedelmenging
o Fu ie
o Selit ing
, - Verkringing onder binziondere ttel, rt. 3:80 lid 3 BW: de verkringer verwerf een of meerdere
fzionderlinke goederen oe de in de wet ngegeven winzien.
o Overdr cht, rt. 3:83 e.v. BW
o Vern ring, rt. 3:99 e.v. BW
o Onteigening
o Overige in de wet ngegeven winzien
- Verlie v n goederen, rt. 3:80 lid 4 BW: oe de in de wet ngegeven winzien.
o Ab oluut: het goed g t teniet.
o Rel tef: een nder wordt rechthebbende v n het goed.
Origin ire verkringing: oor eronkelinke verkringing men verwerf een nieuw recht.
Deriv teve verkringing: fgeleide verkringing men verwerf een recht v n een recht voorg nger.
Goederenrechtelinke eo ite :
- Rechthebbende: het mee t volle recht d t een eer oon oe een goed k n hebben.
- Houder ch e (detentor): het houden v n een goed voor een nder, rt. 3:107 lid 4 BW. Een
houder wordt vermoed beziiter te ziinn, rt. 3:109 BW.
- Beziiter: het houden v n een goed voor ziichzielf, rt. 3:107 lid 1 BW. Een beziiter wordt
vermoed rechthebbende te ziinn, rt. 3:119 BW.
o Beziiter te goeder trouw, rt. 3:118 no. 11 BW: een beziiter be chouwt ziich l
rechthebbende en hin m g ziich redelinkerwin l ziod nig be chouwen.
o Een beziiter verlie t het beziit l hin ziinn goed kennelink erin geef of w nneer een
nder het beziit v n het goed verkringt, rt. 3:117 BW.
o Een beziiter k n bin beziit verlie of beziit toorni tegenover derden ziinn beziit weer
oeei en, rt. 3:125 BW.
Beziit verkringing, rt. 3:112 BW:
- Oevolging onder lgemene ttel, rt. 3:117 BW
- Inbeziitneming, rt. 3:113 BW
- Beziit overdr cht:
o Feitelinke overdr cht, rt. 3:114 BW
o Tweeziindige verkl ring, rt. 3:115 BW:
Korte h nd: de verkringer v n de zi k w houder voor de vervreemder, rt.
3:115 ub b BW.
L nge h nd: de derde hield de zi k voor de vervreemder en g t de zi k
voor de verkringer houden, rt. 3:115 ub c BW.
Ce: de vervreemder beziit de zi k en g t voort n voor de verkringer
houden, rt. 3:115 ub BW.
Vern ring:
- Verkringende vern ring, rt. 3:99 BW: beziiter te goeder trouw.
o N 3 n r eigen r v n een roerende zi k, niet-regi tergoed.
o N 10 n r eigen r v n een regi tergoed.
- Bevrindende vern ring, rt. 3:105 no. 106 BW: beziiter niet te goeder trouw.
o N 20 n r eigen r v n een goed, rt. 3:306 BW.
Week 2:
Overdr cht v n een goed, rt. 3:84 BW:
- Het goed moet overdr gb r ziinn, rt. 3:83 BW
- Geldige ttel: een recht verhouding die ten grond l g ligt n overdr cht.
- Be chikking bevoegdheid v n de vervreemder
o Tweedeh nd Volvo: om te goeder trouw te ziinn tnden de verkringing v n een zi k
heef de verkringer een onderzioek elicht met betrekking tot de
be chikking bevoegdheid v n de vervreemder.
- Levering: