Strafrecht
Tentamen datum: 10 januari 2024
Leerdoelen
- U kunt benoemen en beschrijven op welke dragende beginselen en uitgangspunten het
materiële en formele strafrecht zijn gebaseerd en uit die beginselen en uitgangspunten
implicaties afleiden voor concrete aspecten van het positieve recht.
- U kunt de verschillende fasen van het strafproces alsmede de bij die verschillende fasen
behorende en werkzame actoren benoemen en onderscheiden.
- U kunt de betekenis van de algemene voorwaarden voor strafbaarheid uitleggen en
toelichten hoe deze zich tot elkaar verhouden
- U kunt, aan de hand van de in een eenvoudige casus gegeven feiten en omstandigheden,
beoordelen of aan de voorwaarden van een materieelrechtelijk leerstuk is voldaan.
- U kunt, aan de hand van de in een eenvoudige casus gegeven feiten en omstandigheden,
beoordelen of aan de voorwaarden voor de toepassing van strafvorderlijke bevoegdheden is
voldaan.
- U kunt uitleggen op welke wijze de vervolgingsbeslissing wordt genomen, wat deze kan
inhouden en op welke wijze strafrechtelijk beleid in de Nederlandse strafrechtspleging wordt
vormgegeven.
- U kunt in een eenvoudige casus beoordelen of, en onder welke voorwaarden, strafrechtelijke
sancties mogen worden toegepast.
Onderwijsweek 1: Introductie van het materiële strafrecht en de structuur van het strafbare feit
M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer:
Kluwer 2022, hfst. 1, hfst. 2, hfst. 15 en hfst. 16.
F.A.J. Koopmans, Het beslissingsmodel van 348/350 Sv (bewerkt door F.W. Bleichrodt, J.H.J.
Verbaan & R.J. Verbeek), Deventer: Kluwer 2022, par. 3.1.
Jurisprudentie:
o HR 14 februari 1916, NJ 1916/681 (Melk en water).
o HR 20 februari 1933, NJ 1933/918 (Veearts).
Onderwijsweek 2: Algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid: opzet en culpa
M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer:
Kluwer 2022, hfst. 3.
Jurisprudentie:
o HR 19 februari 1963, NJ 1963/512 (Verpleegster).
o HR 15 oktober 1996, NJ 1997/199 (Porsche).
o HR 10 oktober 2000, NJ 2001/4 (Schieten in de kroeg).
o HR 25 maart 2003, NJ 2003/552 (HIV 1).
o HR 20 januari 2004, NJ 2004/214 (Bumperkleven).
o HR 29 mei 2018, NJ 2019/103 (Aanmerkelijke kans II).
1
,Onderwijsweek 3: Uitbreiding en inperking van strafbaarheid
M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer:
Kluwer 2022, hfst. 4, hfst. 5, enkel paragraaf 5.1 en 5.2, en hfst. 6, enkel paragraaf 6.1, 6.2 en
6.3.
Jurisprudentie: Uitbreiding van strafbaarheid:
o HR 24 oktober 1978, NJ 1979/52 (Uitzendbureau Cito). Inperking van strafbaarheid:
o HR 15 oktober 1923, NJ 1923/1329 (Opticien).
o HR 20 februari 1933, NJ 1933/918 (Veearts) (herhaling t.o.v. onderwijsweek 1).
o HR 14 februari 1916, NJ 1916/681 (Melk en water) (herhaling t.o.v. onderwijsweek 1).
o HR 16 september 2008, NJ 2010/5 (Medicinale Cannabis).
o HR 22 maart 2016, NJ 2016/316 (Overzichtsarrest noodweer(exces).
Onderwijsweek 4: Introductie van het formeel strafrecht en het voorbereidend onderzoek
M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer:
Kluwer 2022, hfst. 7, 8, hfst. 15, enkel paragraaf 15.4.5 (herhaling).
Jurisprudentie:
o HR 2 december 1935, NJ 1936/250 (Geweer).
o HR 2 februari 1988, NJ 1988/820 (Stormsteeg).
o HR 12 april 1897, W 1897, 6954 (Muilkorf).
Onderwijsweek 5: De vervolging en het onderzoek ter terechtzitting
M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer:
Kluwer 2022, hfst. 9, hfst. 10, hfst. 11, enkel paragraaf 11.2.2, hfst. 15, enkel paragraaf 15.4.4
(herhaling).
F.A.J. Koopmans, Het beslissingsmodel van 348/350 Sv (bewerkt door F.W. Bleichrodt, J.H.J.
Verbaan & R.J. Verbeek), Deventer: Kluwer 2022, par. 2.1.
Jurisprudentie:
o HR 19 september 1988, NJ 1989/379 (Parkeerwachter)
Onderwijsweek 6: De berechting
M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer:
Kluwer 2022, hfst. 12.
F.A.J. Koopmans, Het beslissingsmodel van 348/350 Sv (bewerkt door F.W. Bleichrodt, J.H.J.
Verbaan & R.J. Verbeek), Deventer: Kluwer 2022, hfst. 1 t/m 5.
Jurisprudentie:
o HR 20 december 1926, NJ 1927/85 (De auditu)
Onderwijsweek 7: Het sanctiestelsel
M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer:
Kluwer 2022, par. 1.3 (herhaling), hfst. 13, hfst. 14.
2
, Week 1
Hoorcollege 1 ‘introducti e van het strafrecht ’
Strafrecht houdt zich bezig met het bestraffen van personen die ene strafbaar feit hebben begaan
(Kronenberg en De Wilde).
- Bestraffen: welke sancties kent het strafrecht en wanneer en waarom mag worden gestraft?
- Hoe kan het tot bestraffing komen en hoe vindt bestraffing plaats?
- Wie zijn betrokken bij het bestraffen van personen?
- Personen: wie kunnen worden bestraft?
- Strafbaar feit: wanneer is daar sprake van?
We bekijken het strafrecht vanuit het recht, vanuit de criminologie maar ook vanuit de democratische
rechtsstaat.
Democratische rechtsstaat
Het strafrecht normeert de maatschappij en het is genormeerd door rechter, wetgever en internationale
organen, zoals het EHRM.
Deelgebieden v.h. strafrecht
- Materieel strafrecht
- Strafprocesrecht
- Strafrechtelijk sanctierecht
Strafbaarheid = strafrechtelijke aansprakelijkheid
Bronnen van strafrecht
- Verdragen: VN, Raad van Europa etc.;
- EU-recht: richtlijnen, verordeningen;
- Wetgeving: nationaal en lokaal;
- Rechtspraak: nationaal en internationaal.
Commuun strafrecht
Wetboek van Strafrecht: materieel strafrecht
1. Algemene bepalingen (ook van toepassing op bijzondere wetten)
2. Misdrijven
3. Overtredingen
Wetboek van Strafvordering: formeel strafrecht
1. Algemene bepalingen
2. Strafvordering in eersten aanleg
3. Rechtsmiddelen
4. Enige rechtsplegingen van bijzondere aard
5. Internationale en Europese strafrechtelijke samenwerking
3
, 6. Tenuitvoerlegging
Bijzonder strafrecht
- WVW, Op, WWM, APV.
Op lokaal niveau kan materieel strafrecht worden ingesteld, formeel strafrecht kan niet worden gesteld via
APV.
De vier voorwaarden van strafbaarheid
1. Menselijke gedraging/handeling
2. Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving
a. Lex scripta: eis van geschreven wet
b. Lex certa/legaliteitsbeginsel: eis van toegankelijke en voorzienbare wetten
3. Wederrechtelijkheid (objectieve rechtvaardiging): Veearts-arrest
4. Schuld/verwijtbaarheid (AVAS) : Melk en Water-arrest
Bestanddelen – elementen
- Delictsomschrijving bestaat uit bestanddelen.
o Voor strafbaarheid moeten de bestanddelen zijn vervuld door de menselijke gedraging.
o Valt de menselijke gedraging niet of niet helemaal onder een wettelijke
delictsomschrijving => geen straf.
o Valt de menselijke gedraging wel onder een wettelijke delictsomschrijving => straf, onder
de voorwaarde dat -er ook sprake is van wederrechtelijkheid én verwijtbaarheid.
4