Uitgebreide samenvatting waardoor je het boek niet meer nodig hebt. Met alleen deze samenvatting van het boek "gedrag in organisaties" heb ik een 8 gehaald voor mijn tentamen. Alles uit het boek is opgenomen in de samenvatting, inclusief plaatjes.
1.1 Gedrag en motivatie
Motivatie --> het totaal van beweegredenen of motieven dat op een bepaald ogenblik
werkzaam is binnen een individu. Die motieven kunnen leiden tot bereidheid om
bepaalde inspanningen te verrichten.
--> Bestaan verschillende opvattingen over ontstaan van motivatie.
We onderscheiden 3 stromingen, motivatie wordt bepaald door:
- interne krachten (behoeften)
- externe krachten (situatie)
- betekenisgeving aan situatie en behoeften
1.1.1 Motivatie door interne krachten
Interne krachten: driften / behoeften
Er zijn verschillende theorieën over behoeften (Maslow, Alderfer, McClelland)
Theorie van Maslow
--> Maslow gaat ervan uit dat aan het gedrag van alle mensen een vijftal behoeften ten
grondslag ligt. De volgende behoften worden door hem onderscheiden, leer uit hoofd:
Meer uitleg nodig bij andere dingen? → zie blz 18
Aan Maslows theorie liggen 2 uitgangspunten ten grondslag:
• 1. Deprivatie van behoeften leidt tot activatie. (lees evt op blz 19)
, • 2. Behoeften zijn hiërarchisch geordend.
--> In beweging komen vanuit een tekort (deprivatie) gaat op voor de eerste 4 behoften,
daarom worden die ook wel deficiëntiebehoeften genoemd.
--> Zelfactualiseringsbehoefte: wens
(Kritiek op Maslow --> zie evt blz 19 daarvoor)
Theorie van Alderfer
Volgens Alderfer zijn er 3 soorten behoeften. Hij heeft die beschreven in zijn
ERG-theorie. Deze 3 behoeften zijn:
1. Existentiële behoeften --> dit is de behoefte aan materiële zekerheid. Lees meer over
dit stukje op blz 20
2. Relationele behoeften --> de behoefte aan goede relaties met andere mensen, en
aan liefde en vriendschap.
3. Groeibehoeften --> dit is de behoefte aan persoonlijke groei, aan mogelijkheden om
zichzelf te ontplooien
- Ook hierbij: deprivatie (tekort) leidt tot activatie
- Verschil tussen mannen en vrouwen in soorten behoeften.
--> Anders dan bij Maslow gaat Alderfer ervan uit dat verschillende soorten van
behoeften tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn, en er is geen vaste volgorde.
--> Daarnaast poneert hij de frustratie-regressie-hypothese: veel frustratie bovenin, dan
wordt onderin belangrijk.
Theorie van McClelland
Volgens McClelland ontwikkelt ieder individu in de eerste levensjaren een eigen
behoefteprofiel. (aangeleerd) --> In zo'n profiel is een behoefte dominant aanwezig en
deze dominante behoefte bepaalt de gerichtheid van de persoon.
McClelland ondersheidt 3 behoefteprofielen:
1. prestatiebehoefte, als deze behoefte dominant is zullen mensen vooral gericht zijn op
het leveren van goede prestaties.
2. machtsbehoefte, mensen bij wie deze behoefte dominant is, streven naar invloed en
controle over anderen.
3. affiliatiebehoefte, als deze behoefte dominant is zijn mensen gericht op het scheppen
van goede relaties met anderen.
(ook kritiek op lees evt stukje ook boek daarvan blz 21)
,--> Dominante behoefte is aangeleerd. (NIET aangeboren, zoals in voorafgaande
theorieën) Het belonen van gedrag speelt een grote rol (reinforcement/bekrachtiging).
(een manager die door machtsuitoefening iets voor elkaar krijgt, zal de neiging hebben om die
aanpak te herhalen)
1.1.2 Motivatie door externe krachten (de situatie)
--> Gedrag wordt niet alleen gestuurd door een aanwezige behoefte, maar ook doordat
situaties gedrag kunnen uitlokken.
- Trial and error: leren door middel van vallen en opstaan
- Wet van het effect: de gevolgen van een handeling bepalenn of iemand de neiging
heeft om die handeling te herhalen of juist achterwege te laten.
--> Gevolgen aantrekkelijk: postieve bekrachtiging
--> Gevolgen niet aantrekkelijk: negatieve bekrachtiging
1.1.3 Motivatie door betekenisgeving aan situatie en behoeften
- Mensen kunnen gedrag vertonen omdat dat wordt uitgelokt door de situatie: trekkende
kracht
- Anderzijds worden ze aangezet tot gedrag door hun behoeften: duwende kracht
In een aantal gevallen is het gedrag dat mensen vertonen de uitkomst van een proces
van overwegen en kiezen. In die overweging spelen de behoeften van de persoon en
de mogelijkheden die de situatie biedt een belangrijke rol.
--> 2 theorieën beschrijven de overwegingen die ten grondslag liggen aan de keuze van
gedrag: de verwachtingstheorie en attributietheorie.
Verwachtingstheorie
(overwegingsproces om te komen tot een bepaald gedrag)
Of mensen geneigd zijn om zich in te spannen voor het werk, hangt volgens deze
theorie af van verschillende overwegingen:
- Het verband tussen inspanning en prestatie.
- Het verband tussen prestaties en opbrengsten.
- De waarde van de opbrengsten. --> let op waarde van opbrengsten uit het werk is niet
voor iedereen hetzelfde.
^ Volgens de verwachtingstheorie zal iemand zich meer inspannen naarmate die
persoon de kans hoger inschat om goede resultaten te behalen, naarmate vervolgens
de kans groter is dat daaraan bepaalde opbrengsten vastzitten en naarmate die
opbrengsten meer waard zijn.
, Het gaat vooral om SUBJECTIEVE overwegingen en inschattingen. Daarbij spelen 2
zaken een rol:
- Billijkheid: de mate waarin er een redelijke verhouding is tussen inspanning en
opbrengsten
- Zelfbeeld: de mate waarin men zich in staat acht om tot goede prestaties te komen.
attributietheorie
De attributietheorie verklaart waarom mensen zich willen inspannen.
--> Als mensen het idee hebben dat ze met hun inspanning succes kunnen bereiken,
dan doen ze dat.
Hoe komen mensen tot een goede inschatting van hun mogelijkheden? Dat gebeurt
door te attribueren. --> is een proces waarin mensen proberen te achterhalen wat de
oorzaken zijn van hun eigen gedrag en het gedrag van anderen.
Wat is de oorzaak van slagen of falen?:
- Interne attributie : oorzaak bij zichzelf zoeken (vb op p. 26 evt)
- externe attributie : oorzaak buiten zichzelf zoeken, aan omstandigheden of aan andere
mensen toeschrijven
Attributie verloopt niet altijd objectief
- Zelfdienende vertekening : de neiging informatie op zo'n manier te interpreteren dat
het ons (zelfbeeld) het beste uitkomt
- Funadementele attributiefout : de neiging om gedrag van anderen toe te schrijven aan
hun persoonlijkheid of aan hun karakter
--> is van beang dat het management zorgt voor situaties waarbij medewerkers hun
werkcapaciteiten positief kunnen inzetten.
--> Het zelfbeeld is van invloed op de inspanning-prestatieverwachting. Iemand die zich
bekwaam voelt, zal eerder verwachten dat zijn inspanning tot goede prestaties leidt dan
iemand die zich niet bekwaam voelt.
1.1.4 Intrinsieke en extrinsieke motivatie
We onderscheiden 2 soorten motieven:
Werkintrinsieke motieven --> werkintrinsieke motieven om goed te presteren hebben te
maken met de uitdaging die er van het werk zelf uitgaat en met het plezier in het werk.
Mensen doen hun best, omdat ze het werk leuk vinden en plezier ontlenen aan een
goede prestatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ninawesterbeek6. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.