Projectmanagement samenvatting
Hst. 1, 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10, 11.
,Inleiding
De kenmerken van een project zijn: een gedefinieerd resultaat, een tijdelijk organisatie, een geheel aan
activiteiten en gestelde condities (tijd, geld, kwaliteit, risico’s).
Een organisatie is een door mens gecreëerd samenwerkingsverband gericht op behalen van resultaten, die
betekenis zijn voor of waarde toevoegen aan het samenwerkingsverband zelf en haar omgeving.
Redenen om dit waarde creërend proces uit te voeren:
- De eenmalige realisatie van een gewenst resultaat in een specifieke context
- De complexiteit van de realisatie
- Bewust vrijmaken van middelen en het inzetten van een multidisciplinair team
- Toewijzing van middelen
- Bestendigen en versterken van draagvlak
Resultaten zijn opbrengsten van een proces.
Project ➔ manager verantwoordelijk om
overeengekomen voorwaarden op te leveren aan de
opdrachtgever.
Organisatie ➔ processen die ten grondslag liggen aan
het organisatieresultaat met bestuurlijke processen.
Bedrijf➔ opbrengsten als gevolg van levering aan het
project
Omgeving ➔ opbrengst die ingebruikname heeft voor
de (doel)groep) die opdrachtgevers voor ogen hebben.
Het doel van een project is om de resultaten van het project zodanig te realiseren, dat ze positief bijdragen
aan het project- en organisatieresultaat. Daarnaast bijdragen leveren aan de tevredenheid van leverende
partijen en in de (in)directe omgeving.
Het doel voor een projectmanager is om binnen de tijd, budget en conform specificaties het op te leveren.
Noodzakelijke projectvoorwaarden: herkenbaar organisatieresultaat, beoogd product gedefinieerd,
besloten via een project te realiseren, werkzaamheden zijn gedefinieerd en condities waarbinnen deze
werkzaamheden worden uitgevoerd.
, Hoofdstuk 1
Een project is een geheel van activiteiten om in een tijdelijke organisatie, binnen gestelde condities, een
gedefinieerd resultaat te bereiken.
Het primaire proces vormt de kern van een bestaande organisatie. Het zijn samenhangende activiteiten die
resulteren in een product voor de externe klant. Het primaire proces bepaalt het bestaansrecht van de
organisatie en alle activiteiten binnen de organisatie. Projecten zijn erop gericht deze activiteiten te
verbeteren en te verrijken.
Een organisatie bestaat uit verschillende deelgebieden. Deze vormen samen de functionele structuur.
Organisaties bestaan uit 6 fundamentele elementen. 5 zichtbare en 1 onzichtbare.
1. Strategische top ➔ neemt beslissingen over de koers
2. Uitvoerende kern ➔ uitvoerende basis. Medewerkers in het primaire proces.
3. Techno structuur ➔ analytici die het uitvoerende proces formeel en gestandaardiseerd inrichten,
waardoor het proces efficiënt kan worden gevoerd.
4. Ondersteunende staf ➔ ondersteunende diensten zodat het bedrijf op alle gebieden goed kan
blijven functioneren
5. Middenmanagement ➔ stemt strategische en besturing af wat uitgevoerd moet worden en
optimaliseert vanuit de afstemming de inzet van mens en middelen voor de lijnafdeling waar zij
leiding aan geeft.
6. Cultuur ➔ kenmerkende gewoontes.
De dominantie van een bedrijf wordt bepaald door de aard van het primaire proces en de omvang van de
organisatie. Projectmanagers moeten de trekkrachten per organisatieconfiguratie kennen. Deze krachten
bepalen de sterke wat er wel en niet gedaan wordt binnen de organisatie. Steun van de dominante
trekkracht versnelt het werkt.
1. Ondernemerscultuur ➔ kleine organisaties, ondernemer/directeur centrale leidinggevende. De
strategische top houdt overzicht en invloed op alle werkzaamheden is een gecentraliseerde
organisatie. Projecten: centrale coördinatie gebonden.
2. Machinebureaucratie ➔ gestandaardiseerde werkprocessen, technocratische staf oefent
trekkracht, strategische top delegeert de inrichting en optimalisering van het werk. Projecten:
gericht op verbeteren van omgevingseisen in het primaire proces in samenwerking met
technocratische staf.
3. De professionele bureaucratie ➔ uitvoerende kern bestaat uit professionals. Deze worden
ondersteund door ondersteunende staf. Werk wordt gedecentraliseerd over verschillende
specialisme Projecten: gericht op versterken onderlinge samenhang of realiseren
gemeenschappelijke faciliteiten.
4. Gedifferentieerde organisatie ➔ centrale top beperkt bevoegdheden. Directies van de
gedecentraliseerde eenheden oefenen decentrale een verdelende trekkracht uit op de organisatie.
Projecten: binnen gedifferentieerde eenheden tot stand komen, maar worden ondersteund en
gekaderd door aanwijzingen van centrale orgaan.
5. Adhocratie ➔ bijdragen aan innovatie centraal. Projecten: hoede ondersteuning van samenwerking
is cruciaal. Samenwerking voert trekkracht uit.
6. Zendingsorganisatie ➔ beoogde normen centraal, het stuurt het gedrag van mensen. Project:
focust op zorgvuldig betrekken van alle belangengroepen.
De dominantie in het bedrijf bepaalt de aanpak van het project.
Als processen verfijnd worden, wordt de kern van het werk van mensen zichtbaar.
Bij organisatie en uitvoering van projecten moet er rekening gehouden worden met de cultuur.
Het is de som van alle gemeenschappelijke en vanzelfsprekende ervaren vooronderstellingen die een
groep in de loop van haar bestaan heeft geleerd.