Week 1; migratie en de multiculturele maatschappij
Bron Concept/theorie/begrippen Evt. resultaten
Bonjour & Modern migration policy; bedrijven krijgen De sociaal-economische positie van migranten
Scholten een grotere verantwoordelijkheid over het blijft relatief laag i.v.m. de Nederlandse
documenteren en identificeren van hun bevolking.
arbeiders en hun gedrag.
Civic integration (inburgeringsbeleid); Participatie op de arbeidsmarkt door migranten
permanent verblijf word alleen toegekend als heeft een flinke klap gehad door de
migranten een post-entry inburgeringstest economische crisis, vooral onder Turkse en
afleggen en slagen. Marokkaanse.
Integration paradox; ondanks progressie bij
sommige objectieve indicators van integratie,
blijft de subjectieve perceptie van de staat van
integratie achteruitgaan.
Crul & Comparative integration context theory; de De jonge tweede generatie is de ‘established’
Schneider deelname van immigranten aan de groep in grote steden. De native inwoners
samenleving word bepaald door verschillende vormen niet perse meer een meerderheid.
contexten, sommige bevorderen deelname, Steeds meer tweede generatie immigranten zijn
sommige verhinderen deze. (huizing, hoger opgeleid en hierdoor ook beter
kenmerken van het schoolsysteem, geïntegreerd.
wetten/overheid, arbeidsmarkt, religie). De Invloed van politieke discourse en sociale
theorie gaat uit van participatie en behoren, (acceptatie van immigranten) discourse (hc)
hoe hoger dit gevoel, hoe beter de integratie.
Super & The developmental niche; theoretisch kader The developmental niche van een kind blijft niet
Harkness om te kijken wat voor invloed cultuur heeft op constant voor lang.
de ontwikkeling van een kind. Vormt de
culturele context van een kind. 3 De timing en de kwaliteit van veranderingen
componenten; de fysieke en sociale setting bepalen de afdruk van cultuur op het kind.
waarin het kind zich bevindt (omgeving),
cultureel-gereguleerde ‘customs’ van Gericht op homeostase; verandering in een van
kinderzorg- en opvoeding (gewoontes en de componenten beïnvloed de andere
gebruiken), psychologie van de opvoeders. componenten ook.
Kagitcibasi General model of family change; laat variatie Veranderingen in de maatschappij
zien in de content tussen de componenten hebben invloed op de familie met als
familie systemen en familie structuren en ook resultaat veranderingen in de familie
tussen de context, leidend tot drie structuur en systeem. Deze
verschillende patronen. Helpt om de veranderingen kunnen weer effect
functionele verbanden te zien tussen hebben in de context, wat
maatschappij/cultuur, familie en de individu levensomstandigheden kan veranderen.
zelf. Familie wordt als systeem benaderd. Cultuur is individualistisch of
Het I-C model; uitleg individualisme en collectivistisch (meeste culturen
collectivisme. Model laat de mechanismen van combineren dit). Hiertussen integreren is
migratie niet zien. lastig.
Berry’s acculturatie model; integratie heeft de meeste voordelen voor het welzijn van adolescenten.
Wanneer de adolescent geen duidelijk acculturatie strategie heeft, zijn zij niet blij en voelen ze zich
niet thuis.
- Groepsperspectief ; Multiculturaliteit; smeltkroes; segregatie; uitsluiting.
- Individueel perspectief; integratie; assimilatie; segregatie; marginalisatie.
Migratie heeft 2 kanten; hoe welkom is NL? en NLse moeten ook soort van integreren in een nieuwe
diversiteit. Sinds 2000 voert NL een beleid richting assimilatie.
I-C model; 4 dimensies voor cross-culturele communicatie; individualisme/collectivisme, power
distance, uncertainty/avoidance (reactie), masculinity/feminity.
Marginalisatie na 1980; na 2000 assimilatie
, Week 2; cultuur en identiteit
Bron Concept/theorie/begrippen Evt. resultaten
Velez-Agosto Vygotsky’s socioculturele theorie; is gebaseerd op hoe Cultuur als systeem waarbij alle
et al. cultuur de menselijke ervaring bemiddelt en menselijke activiteit menselijke activiteit wordt
transformeert. Een van de fundamentele uitgangspunten is dat gerealiseerd en
het externe gebruik van cultureel gedefinieerde hulpmiddelen en geïnternaliseerd.
tekens later wordt geïnternaliseerd in hogere psychologische Cultuur als altijd veranderend
functies. Iedere vorm van menselijke activiteit is een vorm van systeem bestaande uit
culturele vorm van gedrag; ontwikkelt en gebruikt in een praktijken van sociale
gedefinieerde culturele context en later geïnternaliseerd door de gemeenschappen en de
individu. interpretatie hiervan door taal.
Thomas Weisner’ ecoculturele theorie; de culturele Gemeenschappen en sociale
gemeenschap biedt kinderen ontwikkelingsmogelijkheden instellingen zijn ook interpretatieve
binnen een ecoculturele context. Ontwikkelingspaden worden systemen die de macht hebben om te
geïnternaliseerd in dagelijkse routines verwijzen naar veranderen.
verschillende soorten activiteiten, georganiseerd door familie en
lokale gemeenschappen, waarin het kind kan of zal deelnemen Cultuur moet een belangrijke rol
tijdens de ontwikkeling. innemen in publiek beleid als de hoofd
Barbara Rogoffs transformatie van participatie perspectief; informant van processen, contexten,
plaatst cultuur binnen gemeenschapsroutines die richtlijnen mensen en tijd.
bieden van betrokkenheid bij culturele participatie om op voort te
bouwen bij dagelijkse activiteiten. Leerprocessen zijn Cultuur is onderdeel van alle contexten
gerelateerd aan culturele praktijken die het soort betrokkenheid (proximal and distal) niet een apart
dicteren dat het kind aan de gemeenschap zal deelnemen. systeem.
Kinderen worden door verzorgers toegewezen aan specifieke
instellingen deze verschillen van cultuur. Benadrukt
participatie van kinderen.
Verkuyten Social Identity perspective; groep gebaseerd begrip van Multiculturalisme positief; verrijking
emoties en gedrag (acties). Focus op onderscheid van andere maatschappij, tegengaan discriminatie
groepen. Gebaseerd op eigen definities en zelf-attributie. en benadrukt gelijkheid. (vaak
Essentialisme; stelt dat iedere entiteit wordt gedefinieerd door minderheden)
een aantal noodzakelijke eigenschappen. 2 dimensies de ‘’ negatief; onzekerheid, veiligheid,
mate waarin categorieën worden opgevat als natuurlijke of bedreiging, zorgen over stabiliteit
inherent verschillende soorten en de mate waarin categorieën maatschappij en risico voor de naties
worden beschouwd als homogene en verenigde entiteiten. eenheid en sterkte.
Rejection-identification model; stelt dat vooroordelen en Bewijs voor positieve associatie
discriminatie kosten hebben voor het psychologisch welzijn, tussen etnische identiteit en
maar dat deze kosten worden onderdrukt door verhoogde zelfvertrouwen (self-esteem
groepsidentificatie. argument).
Henrich et al. WEIRD-people; Western, Educated, Industrialised, Rich and 4 verschillen in populaties;
Democratic. Deze samenlevingen zijn de minst representatieve Geïndustrialiseerd vs small-scale
landen die men kan vinden om over te generaliseren. samenlevingen.
Zelfconcepten; continuüm dat strekt van independentie tot Westerse vs non-westerse
interdependentie, vergelijkbaar met I-C debat. Waar men samenlevingen.
zichzelf ziet, beïnvloed hun emoties, cognities en motivaties. Amerikanen vs andere westerse landen.
Kohlberg’s theorie; de ontwikkeling van de morele redenering Typische Amerikanen van nu vs andere
is afhankelijk van de cognitieve capaciteiten die zich met het Amerikanen.
opgroeien ontwikkelen. 3 fasen; pre-conventioneel niveau,
conventioneel niveau en post-conventioneel niveau.
Boxing is soms noodzakelijk maar creëert ook een realiteit gebaseerd op deze categorieën. Niet
houdbaar omdat; Between group variatie vs within group variatie; mixen van groepen; Versimpelen
van realiteit; Opdracht vs zelf-attributie; delen wij mensen in een bepaalde groep of kiezen ze zelf.
Liever; individuen participatie in culturele gemeenschappen; fluïde beschrijving ipv. categorische
variabelen.
Belangrijke aspecten social identity theory; statusposities, intensiteit van ingroep identificatie,
waargenomen aard van minderheidsgroepen, sociale systemen overtuigingen en consequenties.