TENTAMEN BLOK 4
WEEK 1 Inleiding
HC Inleiding
Wat is opvoeden?
● Verschuiving in denken over opvoeding
- opvoedingsdoel -> kwaliteit van de opvoedingsrelatie
● Is er een concreet eindpunt van opvoeding? (nee)
● Want wanneer is iemand volwassenen? (volgens de wet 18)
● Waar kijk je naar? Chronologisch leeftijd?, Wat de wet zegt? Ontwikkelingsleeftijd?
Opvoeden is cultureel, tijds- en plaatsgebonden.
Opvoeden - Het in relatie staan van de opvoeders en opvoedinglingen waarin de opvoeder
zich als persoon, als zijn wijze van mens-zijn presenteert, een klimaat creëert dat
persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituaties zo hanteert dat deze optimale kansen
bieden voor zelfontplooiing. - Kok (2005)
1. Functioneel kok
- bv geborgenheid creëren en veiligheid bieden
(bv houding van opvoeder fouten maken mag, we proberen het nog een keer)
2. Intentioneel kok
- kleine doelen (bv zelfstandig naar de wc gaan, 6 jaar)
- bewuste handelingen (Kleine dingen zoals een kind complimenteren nadat hij/zijn handen
heeft gewassen na toiletbezoek)
Pedagogiek: - Wetenschap waarin opvoeden centraal staat, opvoedingskunde
- Richt zich op ‘normale opvoeding’ en ondersteuning hierin
Orthopedagogiek (specifiek opvoeden):
- Wetenschap van de opvoeding van het in zijn ontwikkeling bedreigde kind
- Orthopedagogiek (ortho: recht): onderzoeken welke factoren in het opvoedingsproces
verstoord zijn, hoe dat komt (kind- en omgevingsfactoren) en zoeken naar oplossingen.
- Opvoedingssituaties waarin specifieke kennis en deskundigheid vereist is
Proces van opvoedingsimpasse
1. De opvoeder constateert voor tijdstip I dat de ontwikkeling niet in de door hem
gewenste richting verloopt.
2. De opvoeder tot op dat moment naar beste kunnen geprobeerd om de ontwikkeling
van het kind in de gewenste richting te beïnvloeden.
3. Op tijdstip I is de opvoeder van mening dat hij daar niet in geslaagd is.
4. De opvoeder ziet dan ook geen bevredigende middelen meer om de ontwikkeling
van het kind in die richting te beïnvloeden.
5. De opvoeder mist tevens de verwachting dat hij zelfstandig, of in overleg met
medeopvoeders, binnen een acceptabele termijn bevredigende middelen zal vinden.
6. Dit besef gaat gepaard met pijnlijke emoties van de opvoeder.
IC 1 It takes a village to raise a child
Bio-ecologisch model Bronfenbrenner
Intrapersoonlijk : Ruben, 36 jaar, persoonlijke waarden
Micro : Zoon, Vriendin, Goede vrienden/collega’s
Meso : Vrienden, Hulpverleners, Collega’s
Exo : Ooms/tantes, Woonwijk, Jeugdzorg, Kerk
,Macro : Beleid, wetten
Chrono : Tijd, Wereld
Het microsysteem: ik-ouders
= Activiteiten en interacties in de onmiddellijke omgeving (gezin, leeftijdsgenoten, school)
Werkt in twee richtingen = bidirectioneel
Bv. Ouder beïnvloeden het gedrag van de kinderen, maar de kinderen beïnvloeden
eveneens de ouders
Andere individuen in het microsysteem tasten de kwaliteit van elke tweepersoonsrelatie aan.
Bv. Wanneer beide ouders elkaar aanmoedigen in de rol dat ze hebben t.o.v. het kind, dan
worden ze beide beter in het ‘parenting’. Daarentegen wanneer er een huwelijksconflict is
dan hangt dat samen met inconsistente discipline en vijandige reacties tegenover het kind.
Dit heeft tot gevolg dat kinderen vijandiger worden en zowel de ouders als het kind gaan
eronder leiden.
Het mesosysteem: vader-moeder/werkterrein/klas
= Verbindingen tussen de microsystemen (ouders – school)
Bv. Academische vooruitgang van het kind hangt niet enkel af van de activiteiten die
plaatsvinden in het klaslokaal, maar ook van de betrokkenheid van de ouders in het
schoolleven en in welke mate het academisch leren thuis wordt overgedragen.
Bv. Hoe goed een persoon functioneert als echtgenoot / echtgenote en ouder thuis heeft ook
een effect op de relaties op het werk en vice versa.
Het exosysteem: werk/school
= Sociale contexten die het kind niet omvatten, maar die toch invloed hebben op de
onmiddellijke omgeving
Bv. Formele organisaties zoals community health, welfare services, board of directors
Bv. Informeel zoals het sociale netwerk van de ouders
Het macrosysteem: overheid
Geen specifieke context
Culturele waarden, wetten, gebruiken en hulpbronnen
Voorbeeld van hulpbronnen zijn een goede kinderopvang.
Het chronosysteem: wereld
Het tijdsdimensie van het model (niet in figuur)
De omgeving verandert altijd (door de omgeving of individu)
IC 2 Triple P
Triple P: Positive Parenting Program / Positief Pedagogisch
Programma
Een methode voor opvoedingsondersteuning voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar.
Kenmerken: - Laagdrempelig
- Integraal programma
- Preventief
Triple P leert ouders: - Een positieve opvoedstijl
- Beter omgaan met moeilijk gedrag van kinderen
- Betere communicatie tussen ouder en kind in alledaagse situaties
, 1. De student kan vertellen wat de uitgangspunten van Triple P zijn
1. Kinderen een veilige en stimulerende omgeving bieden
2. Kinderen laten leren door positieve ondersteuning
3. Aansprekende discipline hanteren
4. Realistische verwachtingen hebben van het kind
5. Als ouder goed voor jezelf zorgen
2. De student kan vertellen wat de vijf interventieniveaus van Triple P zijn
• Niveau 1: Universeel
Massale media -> voor alle ouders/opvoeders
• Niveau 2: Selectief
Informatie en lezingen -> voor ouders met een specifieke opvoedvraag
• Niveau 3: Basiszorg
Advies/Consult -> voor ouders met beginnende opvoedproblemen
• Niveau 4: Standaard of groep
Huisbezoek en training -> voor ouders met kinderen met ernstige
gedragsproblemen die een gerichte training in opvoedingsvaardigheden nodig hebben
• Niveau 5: Plus
Gezinsondersteuning -> voor gezinnen met meervoudige gedragsproblemen
van kinderen in combinatie met andere gezinsproblemen
3. De student kan vertellen welke theorieën ten grondslag liggen aan Triple P
• Ontwikkelingspsychologie: welk gedrag hoort bij welke leeftijd?
• Sociale-informatietheorie: effect van storende en helpende gedachten bij de ouders
• Ontwikkelingspsychopathologie: kennis over risico- en beschermende factoren voor
emotionele- en gedragsproblemen.
• Theorie over zelfredzaamheid, zelfregulatie en zelfsturing (Bandura, 1982):
probleemoplossende vaardigheden bij ouders vergroten
4. De student kan vertellen wat de positieve effecten van Triple P zijn
•“Uit een Nederlandse analyse van twintig internationale onderzoeken blijkt dat ouders direct
na afloop van Triple P, na 6 en 12 maanden, een afname in gedragsproblemen rapporteren
en een verbetering van hun opvoedingsvaardigheden.”
•“In de Verenigde Staten is een onderzoek uitgevoerd naar het effect van het volledige Triple
P programma. In deze studie is gekeken naar de effecten op kindermishandeling. Als de
uitkomsten van het onderzoek vertaald zouden worden naar een groep van 100.000
kinderen jonger dan 8 jaar, dan zouden met deze resultaten per jaar 688 minder kinderen
mishandeld worden, 240 minder kinderen uit huis geplaatst worden en 60 minder kinderen
worden opgenomen in het ziekenhuis.”
Ouders - verbetering relatiepartner
- minder onenigheid over het opvoeden
- minder persoonlijke psychische klachten
Kinderen - afname gedragsproblemen
5. De student kan de uitgangspunten van Triple P toepassen op een casus
CASUS