100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Hogeschool Utrecht HBO Verpleegkunde kennistoets blok A €8,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hogeschool Utrecht HBO Verpleegkunde kennistoets blok A

15 beoordelingen
 778 keer bekeken  45 keer verkocht

In dit document staat alles wat je nodig hebt voor de kennistoets voor blok A. Alle leerdoelen staan uitgebreid uitgewerkt inclusief AFPF. Ook de overige vakken staan erin, kortom alles wat je nodig hebt voor de kennistoets van blok A. Heb een 8.9 gehaald!

Voorbeeld 4 van de 212  pagina's

  • Onbekend
  • 8 juli 2018
  • 212
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)

15  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: bellevanderhoeven2005 • 1 maand geleden

review-writer-avatar

Door: trudyfloor • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: imaneaz2001 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: merveeturk • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: yannickreerink • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: vegro • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: teunbuizert • 6 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
soraya_dewith

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 178 Oefenvragen
€2,99 15 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Wat zijn verschillende definities van gezondheid en gezondheidsbeleving?

Antwoord: - medische, monocausale visie - biologische visie - psychologische visie - sociale visie - humane, multicausale visie - dynamische visie

2.

Wat houdt de klassieke medische (professionele) benadering in?

Antwoord: - gezondheid wordt gezien als de afwezigheid van ziekte en lichaamsgebrek. - het ontstaan van ziekte slechts 1 oorzaak. Als die oorzaak aanwijsbaar is, ben je ziek. Als het niet aanwijsbaar is dan ben je gezond. - volgens de actuele verpleegkundige visie op gezondheid biedt deze benadering onvoldoende houvast om het begrip gezondheid te definiëren

3.

Wat houdt de biologische visie op gezondheid in?

Antwoord: - de aanpassing van het menselijk lichaam aan externe omstandigheden - iemand is gezond als hij ertoe in staat is onder wisselende externe omstandigheden zijn interne milieu constant te houden - vpk kunnen zicht krijgen op de biologische gezondheid door bepaalde handelingen uit te voeren zoals lichaamstemperatuur meten, bloedglucosespiegels bepalen

4.

Wat houdt de psychologische visie op gezondheid in?

Antwoord: - gezondheid is het in staat zijn van een persoon om de door hemzelf gestelde doelen in het leven te behalen en in zijn geestelijke behoefte te voorzien - het gaat om geestelijk gezond zijn en voldoen aan geestelijke behoeften - vpk kan door observeren en praten met de patiënt inzicht krijgen in de psychologische gezondheid

5.

Wat houdt de sociale visie op gezondheid in?

Antwoord: - een persoon is gezond als hij de hem toebedeelde sociale rollen uitvoert binnen de waarden en normen die gelden in de samenleving - het accent ligt op sociale dimensie - vpk kan informeren naar het sociaal functioneren. Bijv. vragen of het patiënt lukt om zorg te dragen voor de kinderen of zijn baan goed kunnen combineren met thuissituatie

6.

Wat houdt de humane, multicausale visie op gezondheid in?

Antwoord: - deze verbindt de biologische, psychologische en de sociale visie - gezond = een staat van volledig fysiek, sociaal en mentaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of handicap - vpk. Het bied geen duidelijk criterium om gezonde en ongezonde mensen van elkaar te kunnen scheiden: omdat volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden onmogelijk is

7.

Wat houdt de dynamische visie op gezondheid in?

Antwoord: - de mens als holistische eenheid is gezond wanneer hij in balans is met zowel zichzelf als zijn externe milieu. Door zijn aanpassingsvermogen is hij in staat de regie te houden over zijn gezondheid. - objectieve & subjectieve aspecten maken deel uit van gezondheid - een evenwicht tussen draaglast en draagkracht is van belang

8.

Wat zijn de 6 pijlers van positieve gezondheid?

Antwoord: - lichaamsfuncties - mentaal welbevinden - zingeving - kwaliteit van leven - meedoen - dagelijks functioneren

9.

Wat kunnen risico\'s van infectie van operatie wonden zijn?

Antwoord: - de duur van het verblijf in de operatiekamer - de tijd waarop de operatie wordt uitgevoerd

10.

Wat kunnen risico\'s van infectie zijn?

Antwoord: - roken - alcohol - ouderdom - overgewicht - medicatie - ziekten - het niet handen wassen - geen korte nagels - alle vuile was laten slingeren

Kennistoets 1A Blok A

Casus 1

AFPF Casus 1 leerdoelen
 Een beschrijving geven van de complexiteitsniveaus van structuren in het lichaam

Het meest elementaire niveau bestaat uit de scheikundige processen.
Atomen vormen moleculen, waarvan het lichaam er een enorm aantal bezit.
Cellen zijn de kleinste onafhankelijke eenheden van de levende materie. Ze zijn
microscopisch klein, niet waarneembaar met het blote oog. Elk celtype is gespecialiseerd om
een specifieke functie te vervullen die het lichaam in zijn behoeften voorziet.
Zenuwcellen hebben als functie dat zij elektrische signalen ontvangen en doorgeven
(zenuwimpulsen).
Weefsels zijn cellen die overeenkomen in vorm en functie.
Organen bestaan uit verschillende soorten weefsels en zijn geëvolueerd om een specifieke
functie uit te oefenen.
Orgaanstelsels/systemen bestaan uit een aantal organen en weefsels die samen bijdragen
aan één of meer vitale functies(de hartslag, ademhaling, temperatuur en bloeddruk) van het
lichaam.
Het menselijk lichaam bevat meerdere stelsels die in onderlinge afhankelijkheid specifieke
functies vervullen, noodzakelijk voor de goede gezondheid.


 Een definitie geven van de begrippen ‘milieu intérieur’ en ‘homeostase’

De inwendige omgeving is het vocht dat de lichaamscellen overspoelt. Dit wordt ook wel
interstitiële- of weefselvloeistof genoemd. Zij absorberen zuurstof en voedingsstoffen uit
de omgevende interstitiële vloeistof, die deze stoffen opnieuw uit de bloedsomloop heeft
geabsorbeerd.
Elke cel heeft een omhulsel: een celmembraan die een selectieve barrière vormt voor
stoffen die binnenkomen of afgevoerd worden. Deze eigenschap, met name selectieve
permeabiliteit, maakt het mogelijk dat de cel(plasma) membraan controleert welke stoffen in
en uit de cel gaan en bijgevolg de samenstelling van de interne omgeving reguleert. Vele
kleine deeltjes zoals water, kunnen vrij door de membraan heen passeren, andere grotere
deeltjes niet. Zij kunnen dus zijn ingesloten in het interstitiële vocht/weefselvloeistof of in
het intracellulaire vocht (binnen de cel).
Selectieve permeabiliteit zorgt ervoor dat de chemische samenstelling van de vloeistof in de
cellen anders is dan die van de interstitiële vloeistof waarin ze drijven.
De definitie van milieu intérieur: de samenstelling (het milieu) van de extracellulaire/
interstitiële lichaamsvloeistoffen in een meercellig organisme bedoeld.
De samenstelling van het milieu intérieur wordt nauwkeurig gereguleerd. Hierdoor ontstaat
een relatief stabiele toestand die de homeostase wordt genoemd.
De definitie van homeostase: het in evenwicht zijn van alle functies in het lichaam (zoals
temperatuur, zuurgraad, bloeddruk en ademhaling) en het vermogen van het lichaam dit
evenwicht te behouden, ondanks omgevingsinvloeden.

,  Negatieve en positieve feedbackmechanismen met elkaar vergelijken

Een regulatiesysteem heeft 3 basiscomponenten:
- de detector
- het controlecentrum
- de effector
Het controlecentrum bevat de waarden waarbinnen de variabele factor moet worden
gehandhaafd. Het controlecentrum ontvangt bericht van de detector of sensor en verwerkt
die informatie. Als het binnenkomend signaal aangeeft dat aanpassing nodig is, reageert het
controlecentrum door wijziging van de opdrachten die het zendt naar de effector. Door dit
dynamische proces worden de vele fysiologische variabelen continu bijgesteld.
DUS: negatieve feedbackmechanismen is terug naar de norm, dus bijstellen naar de
normale waarden.
Negatieve feedbackmechanismen zorgen dus voor het bijstellen naar de norm. Indien een
variabel stijgt, laat negatieve feedback het dalen en als het daalt, laat negatieve feedback het
terug stijgen naar het normale niveau.’
Door negatieve feedback ontstaat er continue zelfregulatie oftewel regulering van een
variabele factor binnen nauwe grenzen.
De meeste homeostatische processen in het lichaam worden door negatieve feedback
gereguleerd om plotselinge en aanzienlijke veranderingen in het milieu intérieur te
voorkomen.
Positieve feedbackmechanismen beïnvloed een bepaald proces positief, dus het wordt
alleen maar versterkt en gaat dus verder van de norm af. Een voorbeeld zijn weeën, die
beginnen eerst bij 1 en daarna volgen er steeds meer.


 De functies van de transportsystemen in het lichaam beschrijven

Transportsystemen zorgen ervoor dat alle lichaamscellen in verbinding staan met zowel
mogelijke ondersteunende stoffen als ook de mogelijkheid bieden om afvalproducten af te
scheiden.
Hierbij zijn het bloed, de bloedsomloop en het lymfoïde systeem betrokken.
Alle communicatiesystemen zijn betrokken bij ontvangst, verificatie en beantwoording van de
juiste informatie.
Bij interne communicatie spelen het zenuwstelsel en het endocriene stelsel de hoofdrol: ze
handhaven de homeostase en reguleren vitale lichaamsfuncties
Voor communicatie met het milieu extérieur beschikt het lichaam over speciale zintuigen
en over verbale en non-verbale mogelijkheden


1) Bloed
Via een uitgebreid netwerk van bloedvaten transporteert het bloed stoffen door het hele
lichaam. Het bloed bestaat uit 2 componenten: een vloeistof, plasma, en een vast deel, de
bloedcellen, die gesuspendeerd zijn in het plasma.

,Plasma bestaat voornamelijk uit water met daarin opgeloste stoffen zoals:
- voedingsstoffen opgenomen uit het maag-darmkanaal
- zuurstof uit de longen
- chemische verbindingen die in lichaamscellen worden aangemaakt, bijvoorbeeld hormonen
- afvalproducten van alle lichaamscellen ter verwijdering uit het lichaam via excretie


Bloedcellen, er zijn 3 soorten bloedcellen met een bepaalde functie:
- Erytrocyten (rode bloedcellen) vervoeren zuurstof en, in mindere mate, koolstofdioxide,
tussen longen en lichaamscellen.
- Leukocyten (witte bloedcellen) hebben als hoofdtaak het lichaam te beschermen tegen
infectie en andere xenobiotica (een stof die in een organisme gevonden wordt, maar onder
gewone omstandigheden niet door dat organisme wordt gemaakt of waarvan niet verwacht
wordt dat de stof aanwezig is in dat organisme). Leukocyten zijn groter en minder talrijk dan
erytrocyten.
- Trombocyten (bloedplaatjes) zijn kleine cellen, eigenlijk cel fragmenten, die van essentieel
belang zijn bij de bloedstolling.


2) Het cardiovasculair systeem
Dit bestaat uit een netwerk van bloedvaten en het hart.
Er zijn 3 soorten bloedvaten.
- Arteriën (slagaders), die het bloed vanuit het hart vervoeren
- Venen (aders), die het bloed naar het hart terug vervoeren
- Capillairen (haarvaatjes), die arteriën en venen met elkaar verbinden
De capillairen zijn uiterst kleine vaatjes met een dunne wand van slechts één laag cellen
waardoor de uitwisseling van stoffen tussen het bloed en de weefsels kan plaatsvinden.
Bijvoorbeeld voedingsstoffen, zuurstof en afvalproducten.
De bloedvaten vormen een netwerk dat bloed transporteert naar:
- de longen, waar zuurstof wordt opgenomen uit de lucht en waar tegelijkertijd
koolstofdioxide wordt afgescheiden vanuit het bloed naar de uitademingslucht.
- de cellen in alle andere delen van het lichaam.
Het hart is een spier met 4 kamers die:
- het bloed door het lichaam pompt
- de bloeddruk op peil houdt.
De hartspier staat niet onder bewuste controle: ze werkt onwillekeurig. De frequentie neemt
toe als de behoefte aan zuurstof toeneemt.
De hartslag noemen we de pols. Die is het best waarneembaar daar waar een oppervlakkig
verlopende arterie lichtjes tegen het bot kan worden gedrukt, bijvoorbeeld bij de pols.


3) Het lymfoïde systeem
Het bestaat uit een aantal lymfevaten die beginnen als blind eindigende buisjes in de
interstitiële ruimten tussen de capillairen en de weefselcellen.
Hun structuur lijkt op die van de venen en de capillairen, maar de poriën in de wanden van
de lymfecapillairen zijn groter dan die van de bloedcapillairen.

, Lymfe is een weefselvloeistof dat ook materiaal bevat dat is afgevoerd van weefselruimten,
zoals plasma-eiwitten en soms ook bacteriën en celafval. De lymfe wordt via de lymfevaten
teruggevoerd naar de bloedsomloop nabij het hart.
In de lymfeklieren wordt de lymfe gefilterd en worden microben en andere stoffen verwijderd.
Het lymfoïde systeem zorgt ook voor de productie- en rijping van de lymfocyten, de
witte bloedcellen die betrokken zijn bij het immuunsysteem.


 De functies van het zenuwstelsel en het endocriene stelsel van interne communicatie
samenvatten
Het zenuwstelsel is een snel werkend communicatiesysteem.

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit:
1) de hersenen, gelegen in de schedelholte.
2) het ruggenmerg, lopend van de schedelbasis tot in de lumbale streek(onderrug). Het
wordt beschermd tegen letsel omdat het in de beenderen van de ruggengraat (de wervels)
ligt.
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit zich vertakkende zenuwvezels oftewel:
1) sensorische of afferente zenuwen, die signalen van het lichaam naar de hersenen sturen
2) motorische of efferente zenuwen, die signalen van de hersenen naar de effectorganen
sturen, zoals de spieren of klieren.
De somatische zintuigen detecteren 4 prikkels:
1) pijn
2) tast
3) warmte
4) koude
Zenuwuiteinden, gelegen in spieren en
gewrichten, reageren op
houdingsverandering en oriëntatie van het
lichaam en zorgen voor de handhaving van
houding en evenwicht.
Andere zintuigelijke receptoren worden
geactiveerd door prikkels van interne
organen en reguleren vitale functies zoals
de hartslag, de ademfrequentie en de
bloeddruk.
Communicatie langs de zenuwvezels gebeurt in de vorm van elektrische impulsen die
ontstaan door prikkeling van zenuwuiteinden. Zenuwimpulsen (actiepotentialen) verplaatsen
zich heel erg snel.
Communicatie tussen zenuwcellen is noodzakelijk: altijd zijn er meerdere zenuwen
betrokken bij alles wat er gebeurt tussen het moment van een stimulus en de reactie daarop.
Zenuwen communiceren met elkaar met behulp van een chemische stof (neurotransmitter),
die ze afscheiden in de smalle ruimten tussen twee zenuwcellen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper soraya_dewith. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 57413 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,49  45x  verkocht
  • (15)
In winkelwagen
Toegevoegd