FEITVRAGEN
Voor een goed begrip van de Chinese geschiedenis is kennis nodig van belangrijke feiten.
Na elke bijeenkomst wordt daarom een reeks feitvragen opgesteld en op blackboard
gezet. Je doet er goed aan om de juiste antwoorden op deze vragen te vinden (in het
lesboek, op de powerpoints of in je collegeaantekeningen), en deze antwoorden te leren.
Het zou namelijk zomaar kunnen dat vragen zoals deze terugkomen op de toetsen.
Bij “wanneer”-vragen geldt: hoe specifeker het antwoord, hoe beter. Antwoorden als
“ooit”, “lang geleden”, “vroegâh”, of “in de Chinese geschiedenis” leveren op tentamen
geen punten op.
Bij “wie was”-vragen geldt ook hoe specifeker het antwoord, hoe beter. Antwoorden als
“iemand uit de Chinese geschiedenis”, “een Chinees”, of “een man” leveren op tentamen
geen punten op.
Bijeenkomst 1
1. Hoe komen wij aan de naam “China”?
2. Wat is “symbolisch kapitaal”?
3. Wat wordt er bedoeld met de term wenyan?
4. Wat wordt er bedoeld met de term guanhua?
5. Wat wordt er bedoeld met het “dynasteke model”?
6. Wanneer en door wie werd het boek Optekeningen van de Historicus voltooid?
7. Wat wordt er behandeld in het boek Optekeningen van de Historicus?
8. Wat brengen “cultuurhelden” mee voor de mensheid?
9. Wie waren de “Drie Verhevenen en Vijf Oerkeizers”? Noem er twee. Wanneer hebben zij volgens de
tradite geleefd?
10. Wie waren de “Drie Koningen”? Noem ze alle drie. Wanneer hebben zij volgens de tradite geleefd?
11. In het oude China noemden heersers en onderdanen zich geen van allen “Chinees” en zij spraken
nooit over hun grondgebied als “China”. Welke term gebruikten zij wel om hun grondgebied aan te
duiden?
ANTWOORDEN
1. Het is waarschijnlijk afgeleid van het woord ‘Qin’ van de Qin-dynaste. Qin – qina – China. (Latjn: sina,
sinologie). De Chinezen zelf hebben het over Zhongguo, het Middenrijk.
2. Een niet-materiële vorm van kapitaal, zoals het bezit van een bepaalde cultuur.
3. De geschreven standaardtaal.
4. Het Mandarijn, de gesproken standaardtaal, toen de taal van de ambtenaren.
5. Dit is een model waarvan er uitgegaan wordt dat alle dynasteën een bepaalde ‘cyclus’ doorlopen: De
opkomst, de bloei/piek, en vervolgens het verval, waarna het einde van de dynaste volgt.
6. In ca. 100 BC, door Sima Qian (ca. 145-86 BC)
7. Een groot deel van de Chinese geschiedenis die toen door mondelinge overlevering bekend was.
Hierin worden onder andere de Gele Keizer, de Goddelijke Boer, de Drie Verhevenen, de Drie
Koningen en de Vijf Oerkeizers beschreven. Voor dit alles is geen archeologisch bewijs.
8. De cultuurhelden (Drie Verhevenen (sanhuang), Vijf Oerkeizers (wudi/Vijf Thearchen)) zorgen ervoor
dat er een einde komt aan het leven in een soort primiteve oerstaat. Zij geven de mensheid de
basiselementen van de beschaving, zoals landbouw, zijdeteelt, of het schrif.
9. Zij waren de zogenoemde cultuurhelden uit het China. Gele Keizer (2698-2599 BC) en Shennong
(=goddelijke boer)
10. – Yao (2356-2255 BC)
– Shun (2255-2200 BC)
– Yu (2200-2100 BC)
11. Zij plaatsten zich binnen hun familie, in hun dorp, als onderdaan van een heerser. Zij noemden hun rijk
het ‘Rijk van het Midden”: Zhongguo.
Bijeenkomst 2
1. Van wanneer tot wanneer duurde de Shang-dynaste?
, 2. Wat was de hoofdstad (!) van de Shang-dynaste?
3. Wie of wat was Anyang?
4. Wie of wat was Di?
5. Wie was Fu Hao (Vrouwe Hao, Vrouwe Voortrefelijk)? Wanneer leefde zij?
6. Wat zijn “drakenboten”
7. Van welke periode dateren de tot nu toe opgegraven orakelboten
8. Van welke twee materialen zijn orakelboten gemaakt?
9. Op orakelboten staan de vroegste vormen van het Chinese schrif. Wie maakte er destjds gebruik van
dat schrif?
10. Wie stond er aan het hoofd van de Shang-samenleving?
11. Wat voor soort goden werden er vereerd tjdens de Shang-dynaste?
12. Via welke familielijn verliep de vererving van het koningschap in de Shang-dynaste?
13. Van wanneer tot wanneer duurde de Zhou-dynaste?
14. Van wanneer tot wanneer duurde de Westelijke Zhou-dynaste?
15. Van wanneer tot wanneer duurde de Oostelijke Zhou-dynaste?
16. Van wanneer tot wanneer duurde de Lente en Herfst-periode?
17. Van wanneer tot wanneer duurde de Periode van de Strijdende Staten?
18. Wat was de hoofdstad van de Westelijke Zhou-dynaste?
19. Wat was de hoofdstad van de Oostelijke Zhou-dynaste? Vanaf de vierde eeuw v.Chr. neemt het aantal
geschreven bronnen sterk toe. Deze teksten zijn meestal geschreven op bamboelatjes. Wat zijn twee
voordelen van het schrijven op bamboelatjes?
20. In de loop van de Zhou-dynaste is men op steeds grotere schaal ijzer gaan smeden, onder meer voor
landbouwwerktuigen en wapens. Wat zijn twee voordelen van ijzer ten opzichte van brons?
21. Welke nieuwe functe kreeg het paard tjdens veldslagen in de Periode van de Strijdende Staten?
22. Wanneer duiken termen als ‘Hemels Mandaat’ en ‘Zoon van de Hemel’ voor het eerst op?
23. Waarom namen de koningen van de Westelijke Zhou het machtscentrum van de Verslagen Shang niet
over?
24. Waaraan dankt de Lente en Herfst-periode haar naam?
25. Van wanneer tot wanneer leefde Meester Kong (Confucius)?
26. Van wanneer tot wanneer leefde Meester Mo?
27. Welke oude Chinese denker hecht veel belang aan de familie?
28. Welke oude Chinese denker hecht veel belang aan de samenleving als geheel?
29. Welke oude Chinese denker hecht veel belang aan weten?
30. Welke oude Chinese denker was een voorstander van “niets doen”?
ANTWOORDEN
1. 1550-1045 BC
2. De Shang-dynaste had geen vaste hoofdstad. De koning trok rond van veste naar veste. Er was wel
een vaste koninklijke begraafplaats in Anyang.
3. De koninklijke begraafplaats. Hier zijn veel archeologische vondsten gedaan en daarom is deze plaats
nog steeds belangrijk wegens historisch onderzoek.
4. De oppergod ten tjde van de Shang. Hij stond bovenaan in de samenleving en werd gezien als een
wezenlijk onderdeel van de samenleving.
5. Zij was een/de vrouw van koning Wu Ding. Zij leefde voor 1200 BC.
6. Drakenboten zijn gemaakt van het buikschild van een schildpas of van het schouderblad van een os.
Ze werden gebruikt om het orakel (voorouders) te raadplegen bij het nemen van beslissingen. Bij een
ritueel waren twee personen aanwezig: de sjamaan/wichelaar en de koning. Deze boten werden later
door Chinese boeren in hun akker gevonden en zij noemden het drakenboten.
7. 1200-1045 BC
8. Het buikschild van een schildpad en het schouderblad van een os.
9. De klerk.
10. De oppergod Di.
11. De oppergod, zielen van voorouders, natuurkrachten (berg, Gele Rivier, etc.)
12. Van broer op broer en als er geen broers (meer) waren pas naar de volgende generate (zoon).
13. 1045 - 256 BC
14. 1045 – 771 BC
15. 771 - 256 BC