Hoorcolleges Psychodiagnostiek deel 2
Hoorcollege 7 - Verhulp et al.
Culturele diversiteit
Relevantie: groot deel jongen NL 2017 een migratie achtergrond
Migratie en psychische gezondheid:
o Stressperspectief: migratieproces (vaak verhuizen), culturele achtergrond (bepaalde
normen over (on)gewenst gedrag en neveneffecten daarvan), asymmetrische acculturatie
(of je je op je gemak voelt en je je identificeert met het nieuwe land: jongeren passen zich
sneller aan aan de nieuwe cultuur), vooroordelen en discriminatie
o Veerkrachtperspectief: healthy migrant effect (selectie effect, wanneer het lukt om te
migreren), immigrant paradox (eerste generatie migranten doen het beter omdat ze zich
willen bewijzen)
Systematische review: kinderen uit migrantengezinnen: soms meer, soms evenveel en soms
minder problemen
o Verklaringen hiervoor: verschillende informanten, kenmerken migrantengroep, kenmerken
‘gastland’
Over- of ondervertegenwoordiging in hulpverlening?: percentages cliënten met
migratieachtergrond vergelijken in algemene populatie en in instellingen
o Bijv onderzoek kinderen Ned achtergrond en Turkse achtergrond met ASS, ong 2-4% van
Turkse kinderen heeft ASS, die zijn dus ondervertegenwoordigd
o Ondervertegenwoordiging:
In Jeugd-GGZ: Marokkaanse, Turkse en Surinaamse kinderen en jongeren
In jeugdhulp: jongeren met een migratieachtergrond (voor en na transitie)
In professionele hulp voor internaliserende problematiek (Verhulp et al)
o Oververtegenwoordiging: in zwaardere, niet-vrijwillige vormen van jeugdhulpverlening:
jongeren met een migratieachtergrond (met name Marokkaanse en Antilliaanse jongeren)
In Nederland hebben migrantenjongeren tenminste evenveel internaliserende en externaliserende
problemen als Nederlandse leeftijdsgenoten, maar zijn wel ondervertegenwoordigd in de reguliere
hulpverlening (zowel voor als na de transitie)
Biases
Filter model: beschrijft verschillende niveaus in hulpverlening waar je kan zijn als cliënt, met filters
ertussen. Bijv eerst naar de huisarts gaan en dan doorverwezen worden. Herkenning problemen
door een professional (is namelijk niet altijd het geval)
Bias in perceptie professional mbt autisme:
o ASS komt niet vaker of minder vaak voor bij kinderen uit etnische minderheden of
migrantengroepen. Etnische minderheden wel ondervertegenwoordigd in ASS
hulpverlening > door bias in perceptie professional?
o Participanten: kindartsen en mentoren op school. Maakten gebruik van vignetten van
kinderen met kenmerken van ASS en met verschillende etnische achtergronden.
o Vragen: wat is er aan de hand met dit kind? Kunt u aangeven hoe waarschijnlijk het is dat
het kind van de volgende stoornissen heeft (oa ASS)
o Bias bij kinderartsen en mentoren: minder vaak gerefereerd aan ASS bij kinderen met een
niet-westerse migratieachtergrond bij open vraag. Bij gesloten vraag: kinderartsen vinden
ASS even waarschijnlijk voor kinderen met en zonder migratieachtergrond, mentoren op
school niet
o Hoe verklaren? Er wordt vaak eerst gedacht aan factoren van migratie. Ze passen volgens
professionals minder goed in classificaties
Kinder en jeugd psychologie studenten, moesten een casus laten beoordelen van Memet en
Gerard. Exact dezelfde casus, behalve naam kind en geboren in Turkije of Groningen. Dezelfde
vragen gesteld als bij eerder onderzoek
o Bij Gerard open vraag 92,5% ASS, Memet 52,8% ASS
o Bij gesloten vraag 97,5% ASS voor Gerard en 77,8% ASS voor Memet
Welke tip zou je jezelf willen meegeven om de kans op bias te verkleinen? Gesloten vragen
stellen, gestructureerd werken
Zelfde casus, zelfde design in 2018 met studenten:
1
, o Open vraag ASS: 82,2% bij Gerard en 88,1% bij Memet
o Gesloten vraag ASS: 93,3% bij Gerard en 92,9% bij Memet
o Hoe kunnen we dit verschil tussen de twee cohorten 2 e jaars studenten verklaren?
Misschien met elkaar overlegd (niet waarschijnlijk). Maar: tweede cohort kreeg les/college
over vluchtelingenproblematiek, waren daar dus sensitiever voor
Dus: tenminste evenveel probleemgedrag bij migrantenjeugd vergeleken met Nederlandse jeugd.
Migrantenjeugd ondervertegenwoordigd in de reguliere jeugdhulpverlening (na transitie nog
steeds hetzelfde). Een van de mogelijke verklaringen hiervoor is de bias in perceptie van
professionals: met name in spontane oordeel over gedrag van kinderen
Migrantenouders
Theoretisch model:
o Stap 1: probleem herkennen
o Stap 2: besluiten om hulp te zoeken
o Stap 3: mentale gezondheidszorg
Stap 1: waarom herkennen migrantenouders minder problemen?
o Symptomen herkennen: praten over gevoelens/problemen > ook dingen bespreken met
sociaal netwerk, van hoe herken je symptomen (doen Nederlandse ouders vaker)
o Percepties van (ab)normaal gedrag
o Delen van zorgen met anderen
Stap 2: hulp zoeken is geen automatisch gevolg van de vorige stap, want het probleem moet als
onwenselijk ervaren worden en er moet gedacht worden dat het niet automatisch weggaat. Is
lastig in de adolescentie. Afhankelijk van oa lekenopvattingen en vertrouwen in hulpverlening
o Lekenopvattingen & vertrouwen in hulpverlening: beoordelen van vignette door ouders en
jongeren van diverse achtergronden mbt oorzaken van problemen, oplossingen voor
problemen, vertrouwen in hulpverlening. Algemeen: etnische verschillen alleen te vinden
onder ouders en niet onder jongeren
o Marokkaans-NL ouders rapporteren lage scores op alle oorzaken
o Hoge scores migrantenouders op passieve oplossingen en lage scores op actieve
oplossingen
o Vertrouwen hulpverlening: ouder alleen etnische verschillen in angst en jongeren meer
angst en afwijzing dan ouders
In DSM-5 staat ook een gestructureerd interview voor de rol van cultuur op essentiele aspecten
van klinisch beeld. Is nuttig om: bruikbare klinische informatie te verzamelen, verkeerde
classificatie te voorkomen, behandelrelatie te verbeteren, therapeutische doeltreffendheid te
vergroten. Vier domeinen:
o Culturele definitie van het probleem: wat is de reden van uw komst hier vandaag? Soms
hebben mensen verschillende manieren om hun problemen te beschrijven aan hun familie,
vrienden of anderen in hun omgeving. Hoe zou u uw probleem/zorgen aan hen
beschrijven?
o Culturele perceptie van oorzaak, context en steun: waarom denkt u dat dit u overkom? Wat
is volgens u de oorzaak of wat zijn de oorzaken van uw probleem? Sommige mensen
leggen hun probleem uit als gevolg van slechte dingen die zijn gebeurd in hun leven,
problemen met anderen, lichamelijke ziekte, geesten etc.
o Culturele factoren betreffende coping en eerder hulpzoekgedrag: vaak zoeken mensen hulp
op verscheidene plaatsen, zoals bij verschillende soorten artsen, mantelzorgers of
genezers. Wat voor soort behandeling, hulp, adviezen of genezing heeft u tot nu toe
gezocht voor uw probleem? Wat voor soort hulp vond u het nuttigst en was niet bruikbaar?
o Culturele factoren betreffende huidig hulpzoekgedrag: soms begrijpen artsen en patiënten
elkaar verkeerd omdat ze een verschillende achtergrond hebben, of verschillende
verwachtingen. Heeft u zich hier wel eens zorgen over gemaakt en is er iets wat wij kunnen
doen om u de hulp te kunnen geven die u nodig heeft?
Stap 3: selecteren van zorgaanbieder; formele hulp (psycholoog, psychiater etc) versus informele
hulp (ouders, vrienden, familie, mentor)
o Er wordt verondersteld dat etnische minderheden vaker hulp zoeken in informele netwerk.
Maar ook veel angst voor geroddel door nabije omgeving, en daarom liever formele
hulpverlener? (geheimhoudingsplicht)
o Migrante jongeren gaan minder snel naar ouders, vrienden of mentor voor problemen
2