Samenvatting systeemtheorie
Hoofdstuk 1 Het karakter en de plaats van de systeemtheorie
1.1) Theorieën over menselijk gedrag
Freud heeft een theorie en een therapeutische methode ontwikkeld, die later als
psychoanalyse bekend is geworden. De psychoanalyse bestaat uit:
- De psychoanalytische theorie behandelt de dynamiek van de psychische
processen van de mens, die voor een belangrijk deel onbewust zijn en bepaald
worden door verdringing en afweermechanismen. Deze afweer heeft te maken
met onaanvaardbare, pijnlijke of angst verwekkende bewustzijnsinhouden, die
meestal verband houden met seksuele en agressieve driften.
- De psychoanalytische therapie is de vorm van therapeutisch handelen
waarbij uitsluitend psychische, dat wil zeggen niet medische of medicinale,
beïnvloedingsmiddelen worden aangewend om stoornissen op het spoor te
komen en op te hefen, met het doel om ziekten te genezen.
Drie aspecten van de theorie van Freud
Freud onderscheid 3 ontwikkelingsfasen:
- De orale fase
- De anale fase
- De fallische of genitale fase
Wanneer een kind een bepaalde fase niet goed doorloopt, zal het de niet-volledig
doorgewerkte elementen meenemen naar de volgende fase, wat zich later kan
aandienen als een persoonlijkheidsstoornis of een psychische aandoening als
angst of depressie.
Een belangrijk gegeven uit de psychoanalyse is het persoonlijkheidsmodel.
Hierin worden 2 elementen onderscheiden:
1. Het es: hierin verblijven de driften, de impulsen en de seksualiteit, die
voortdurend de aandacht van de persoon vragen.
2. Het Ich: heeft sturende en coördinerende functie.
3. Het Über-Ich: de waarden, normen, geboden en verboden worden hier
verinnerlijkt.
Het derde aspect is Freud’s aandacht voor het onbewuste. Met name door zijn
onderzoek naar het droomleven van mensen ontdekte Freud dat er naast ons
kennende bewustzijn van de werkelijkheid, ook heel veel in ons leeft waarvan we
ons niet bewust zijn. Hij stelde zich dan ook ten doel om door middel van de door
hem ontwikkelde psychoanalyse therapie mensen in staat te stellen zich steeds
meer elementen uit hun onbewuste levenssfeer bewust te worden en deze een
plek te geven binnen het gebied van hun bewustzijn.
De essentie van Freuds theorie is als volgt weer te geven: de mens moet tijdens
zijn leven in het reine zien te komen met 2 principes:
- Het lustprincipe, dat stelt dat je in het leven zo veel mogelijk gelijk moet zien
te genieten enerzijds
- Het realiteitsprincipe, dat ons duidelijk maakt dat het in het leven niet altijd
feest kan zijn en dat de samenleving allerlei grenzen stelt aan de realisering
van het lustprincipe anderzijds.
Rond 1920 werd het behaviorisme ontwikkelt. Het behaviorisme kan je
omschrijven als de psychologie van het uiterlijk waarneembare gedrag. Binnen het
behaviorisme bestaan theorieën over de verschillende manieren waarop mensen
leren.
, Begrippen als conditionering, stimulus, respons en bekrachtiging verwijzen naar
de onbewuste en bewuste leerprocessen die aan het menselijk gedrag ten
grondslag liggen.
Vb. Pavlov deed experimenten met honden. Hij gaf honden een stuk vlees en liet
tegelijkertijd een bel rinkelen. De honden reageerden daarop steeds met een
sterke speekselafscheiding. Pavlov ontdekte dat deze speekselafscheiding zich
bleef voordoen, ook wanneer hij na verloop van tijd wél de bel liet rinkelen, maar
geen vlees meer aan de honden aanbood. Dit verschijnsel wordt klassieke
conditionering genoemd.
Vb. Skinner was in staat ratten te programmeren: als ze een
hendel indrukten, gingen de ratten door met het
aangeleerde gedrag. Dit verschijnsel werd aangeduid met
operante conditionering.
De behoeftepiramide van Maslow zegt dat mensen een
aangeboren behoefte hebben aan groei en zelfontplooiing
of zelfverwerkelijking. Dit wordt weergegeven in 5 typen.
Deze behoeften vormen een oplopende reeks, in die zin dat
de behoefte van het ‘lagere’ type eerst bevredigd moet zijn
voordat de behoefte van een ‘hoger’ type gerealiseerd kan
worden.
1.2) Een verkenning van de systeemtheorie
De kern van de systeemtheorie kan worden samengevat in de volgende 5
principes:
- Het geheel is meer dan de som der delen. Het geheel is meer dan het
(gezin, familie, voetbalclub) alleen, ook de kracht tussen de leden van het
(gezin, familie, voetbalclub) is belangrijk.
- Binnen het systeem (geheel) zijn de delen van elkaar afhankelijk. In
het systeem hangt alles met alles samen. Als er in het systeem iets verandert,
komt het gehele systeem in beweging.
- Het systeem bepaalt in belangrijke mate het gedrag van de
individuen.
- Het systeem vertoont overlevingsdrang. Het systeem probeert zich op
allerlei manieren aan ta passen aan zijn omgeving, omdat het wil overleven.
- Een systeem heeft de eigenschap zichzelf te handhaven en te blijven
voortbestaan wanneer het eigenlijk geen recht van bestaan meer heeft.
Het systeem zoekt eventueel naar een andere functie.
In de systeemtheorie worden de factoren die de gedragingen van mensen
beïnvloeden niet in de eerste plaats in de persoon zelf gezocht, maar in de
werking van het systeem en in de wisselwerking tussen personen. Het gedrag van
een bepaald persoon vormt altijd een reactie op het gedrag van een ander of van
meerdere anderen.
De beschrijvingen en verklaringen van de systeemtheorie hebben dus een de-
individualiserend karakter. Dat wil zeggen dat men de gesignaleerde
problemen losmaakt van het individu.
Binnen de natuurwetenschappen en ook binnen de psychoanalyse is energie het
kernbegrip. Binnen de systeemtheorie staat informatie centraal. Hierbij wordt
niet in de eerste plaats gedacht aan bedoelde en gestuurde informatie, maar aan
de voortdurende stroom van zowel verbale als non-verbale, onbewuste en
onbedoelde signalen die mensen uitzenden en ontvangen.
Het verschil tussen energie en informatie kun je zien door de volgende 2 zinnen:
- Man schopt bal (energie).
, Hier is sprake van een actie van de man.
- Man schopt hond (informatie).
Hier blijft het niet bij een actie van de man. De schop lokt een bepaalde reactie
uit van de hond.
Feedback is een wezenlijk kenmerk van sociale systemen. Feedback is
zogenoemde positieve of negatieve feedback – die men in bepaalde situaties van
anderen krijgt met betrekking tot het eigen gedrag en functioneren. Bij het
systeemtheoretische begrip feedback wordt onderscheid gemaakt:
- Positieve feedback= is erop gericht dat het systeem verandert en dat een
bepaalde systeemnorm die tot dan toe gold, wordt losgelaten.
- Negatieve feedback= draagt bij aan de bestendiging van de situatie, aan
het voortbestaan van de bestaande toestand van het systeem. Negatieve
feedback is erop gericht veranderingen tegen te gaan.
Hoewel zich in systemen allerlei veranderingen voordoen, is herhaling het
kenmerk waaraan men een systeem herkent. Als er in de loop van het
kennismakings- en samenlevingsproces eenmaal een bepaald traject is afgelegd
en er verschillende ‘wissels’ zijn genomen, zal 80 à 90% van het totaal aan
theoretische gedragsmogelijkheden niet meer worden gerealiseerd. Dit wordt
beperking genoemd. Deze beperking is niet slecht of negatief, want dit
verschijnsel zorgt voor vertrouwdheid en zekerheid en creëert een bepaalde mate
van beheersbaarheid en voorspelbaarheid van de situatie. Deze steeds grotere
voorspelbaarheid van systemen wordt redundantie genoemd.
Redundantie= geeft aan dat er veel informatie binnen het systeem overbodig is,
geen nieuwe informatie bevat, zichzelf herhaalt en volledig past in het patroon dat
ons al bekend was.
Communicatie = interactie = gedrag = beïnvloeding
1.3) Vergelijking tussen de eerdere psychologische stromingen en de systeemtheorie
Contrasten tussen de traditionele psychologie en de systeemtheorie
Traditionele psychologie Systeembenadering
Individugericht Systeemgericht
Intrapsychische benaderingswijze Interpersoonlijke benaderingswijze
Waarneembaar en niet-waarneembaar Uitsluitend waarneembaar gedrag
gedrag
Het verleden is van groot belang Het verleden is veel minder van
belang
De waaromvraag staat in het teken van De waaromvraag staat in het teken
de persoonsanalyse van de systeemanalyse
Men maakt onderscheid tussen Men maakt onderscheid tussen de
normaal en abnormaal gedrag van het verschillende gedragingen van het
individu systeem
Men gaat uit van eenduidige oorzaken, Men gaat niet uit van eenduidige
van zogenoemde lineaire causaliteit: oorzaken, maar van zogenoemde
oorzaak gevolg circulaire causaliteit: oorzaak =
gevolg = oorzaak = gevolg
De benaderingswijze van de systeemtheorie is interpersoonlijk. Het onderzoeks-
en interventieterrein van de systeemtheorie is het interpersoonlijke relatiepatroon,
het netwerk van relaties binnen het systeem waartoe de persoon behoort, het
communicatiepatroon en de wijze waarop wordt gecommuniceerd. De
systeemtheorie heeft belangstelling voor zichtbare zaken: gedrag, relaties,