The Science of Nutrition
Hoofdstuk 1
Een link leggen tussen voedsel, functioneren en gezondheid
Voedsel refereert naar de planten en dieren die we eten, nutrition verwijst naar de
wetenschappelijke studie naar voedsel en hoe dit ons lichaam en gezondheid beïnvloed.
Nutrigenomics bestudeert de relatie tussen genen, voeding en gezondheid.
6 groepen voedingsstoffen die we in ons eten vinden:
Koolhydraten
Lipiden (vetten en oliën)
Eiwitten (proteïnes)
Vitamines
Mineralen
Water
De term ‘organisch’ wordt gewoonlijk gebruikt om aan te duiden dat bepaald voedsel zonder
bewerking van chemicaliën is gegroeid, maar wanneer wetenschappers de term ‘organisch’ noemen
bedoelen ze voedingsstoffen die de elementen koolstof en waterstof bevatten.
Koolhydraten, lipiden, eiwitten en vitamines zijn organisch. Mineralen en water zijn niet organisch en
bevatten dus geen kool-en waterstof.
De (enige) 3 macronutriënten die energie leveren + water
Koolhydraten
Lipiden
Eiwitten (proteïnes)
Koolhydraten
Functie: primaire energiebron voor het lichaam.
Bestaat uit: ketens van kool-, water- en zuurstof.
Voedselbronnen: volkoren granen, groentes en fruit.
Lipiden (vetten en oliën)
Functie: belangrijke bron van energie in rust en tijdens low-intensity oefeningen.
Bestaat uit: kool-, water- en zuurstof.
Voedselbronnen: plantaardige oliën, boter en zuivelproducten.
Eiwitten (proteïnes)
Functie: ondersteuning van weefselgroei, herstel en onderhoud.
Bestaat uit: aminozuren bestaande uit kool-, water- en zuurstof. En stikstof.
Voedselbronnen: vlees, zuivelproducten, zaden, noten en peulvruchten.
Vitamines
Functie: helpen bij het vrijkomen van macronutriënten. Cruciaal voor het opbouwen en onderhouden
van botten, spieren en bloed; support het immuunsysteem en het gezichtsvermogen.
Bestaat uit: vet- en wateroplosbare verbindingen.
Voedselbronnen: fruit, groenten, zuivelproducten en vlees.
, The Science of Nutrition
Mineralen
Functie: helpen met vloeistof regulatie en energie productie; onderhouden de kwaliteit/gezondheid
van het bloed en de botten; ontdoen het lichaam van schadelijke bijproducten van de stofwisseling.
Bestaat uit: enkelvoudige elementen zoals natrium, kalium, calcium of ijzer.
Voedselbronnen: fruit, groentes, zuivelproducten en vlees.
Water
Functie: zorgt voor een goede vochtbalans; helpt bij regulatie van zenuw impulsen,
lichaamstemperatuur en spiersamentrekkingen.
Bestaat uit: water- en zuurstof.
Voedselbronnen: water, sappen, soepen, fruit en groentes.
Energie
De energie in voedsel wordt gemeten in kilocalorieën. Eén kilocalorie is de hoeveelheid warmte die
nodig is om de temperatuur van 1 kg water omhoog te krijgen met 1 graden Celsius. De energie in 1
gram koolhydraten is gelijkwaardig is aan 4 kcal.
Voor elke gram vet die we consumeren, verkrijgen we meer dan tweemaal zoveel energie die wordt
verkregen uit een gram koolhydraten of eiwitten.
Koolhydraten (en vetten) zijn een primaire brandstof/energie bron
Ook vetten leveren energie. Meer dan 2x zoveel als koolhydraten. Lipiden omvatten triglyceriden,
fosfolipiden en sterolen. Ze bevatten veel minder zuurstof en water dan koolhydraten. Hierdoor wordt
er minder zuurstof verbruikt omdat er letterlijk minder aanwezig is. Dit verklaart waarom ze meer
energie per gram opleveren dan koolhydraten of eiwitten.
Triglyceriden zijn de meest voorkomende vetten in voedsel. Ze bestaan uit een glycerol molecuul
verbonden aan drie zuur moleculen genoemd ‘fatty acids’ (vetzuren).
Cholesterol is een vet die voornamelijk in de lever wordt geproduceerd, hoewel het ook in andere
cellen van het lichaam kan worden gesynthetiseerd. De lever is het belangrijkste orgaan voor de
synthese van cholesterol.
Eiwitten ondersteunen weefselgroei, herstel en behoud
Eiwitten verschillen met de andere voedingsstoffen omdat ze stikstof bevatten. De 4 elementen
samen vormen ‘bouwstenen’ ook wel aminozuren.
Hoewel ze energie kunnen leveren, zijn ze hier geen primaire bron voor.