HOOFDSTUK 6 DRIE SOORTEN MENSEN
(Symposium 1, 189c2-191c8)
3. DE REDE VAN ARISTOPHANES (Symposium 1, 189c2-189d4, 189d5-191c8)
b. De bolletjes-mensen (Symposium 189d5-190a4)
1 Δεῖ δὲ πρῶτον ὑμᾶς μαθεῖν τὴ ν ἀνθρωπίνην φύσιν καὶ τὰ
παθήματα αὐτῆς. Ἡ γὰ ρ πάλαι ἡμῶν φύσις οὐχ αὑτὴ ἦν ἥπερ νῦν,
ἀλλ’ ἀλλοία. Πρῶτον μὲν γὰ ρ τρία ἦν τὰ γένη τὰ τῶν ἀνθρώπων,
οὐχ ὥσπερ νῦν δύο, ἄρρεν καὶ θῆλυ, ἀλλὰ καὶ τρίτον προσῆν
5 κοινὸ ν ὂν ἀμφοτέρων τούτων, οὗ νῦν 1ὄνομα λοιπόν, αὐτὸ δὲ
ἠφάνισται· ἀνδρόγυνον γὰ ρ ἓν τότε μὲν ἦν καὶ εἶδος καὶ ὄνομα
ἐξ ἀμφοτέρων κοινὸ ν τοῦ τε ἄρρενος καὶ θήλεος, νῦν δὲ οὐκ
ἔστιν ἀλλ’ ἢ ἐν ὀνείδει ὄνομα 2κείμενον. Ἔπειτα ὅλον ἦν ἑκάστου
τοῦ ἀνθρώπου τὸ εἶδος στρογγύλον, νῶτον καὶ πλευρὰ ς κύκλῳ
10 ἔχον, χεῖρας δὲ τέτταρας εἶχε, καὶ σκέλη τὰ ἴσα ταῖς χερσίν, καὶ
πρόσωπα δύ’ ἐπ’ αὐχένι κυκλοτερεῖ, ὅμοια πάντῃ· κεφαλὴ ν δ’ ἐπ’
ἀμφοτέροις τοῖς προσώποις ἐναντίοις κειμένοις μίαν, καὶ ὦτα
τέτταρα, καὶ αἰδοῖα δύο, 3καὶ τἆλλα πάντα ὡς ἀπὸ τούτων ἄν τις
εἰκάσειεν.
1 Het is allereerst nodig dat jullie de menselijke natuur leren kennen en de dingen die
haar zijn overkomen. Want onze natuur van vroeger was niet dezelfde als nu, maar van
een andere aard. Allereerst waren er namelijk drie geslachten van mensen, niet zoals nu
twee, (het) mannelijk en vrouwelijk (geslacht), maar ook was er nog een derde, 5 delend
in die beide, waarvan nu de naam is overgebleven, maar het (geslacht) zelf is
verdwenen; want man-vrouw was toen één (van de geslachten) zowel wat betreft vorm
als naam samengesteld uit beide, het mannelijke en het vrouwelijke, maar nu bestaat het
niet (meer), behalve als naam die als scheldwoord wordt gebruikt.
Vervolgens was de vorm/het uiterlijk van ieder mens als een geheel rond, hebbend/met
rug en zijden in een cirkel, 10 en hij had vier armen, en benen evenveel als de armen en
twee gezichten op een cirkelvormige hals, in alle opzichten gelijk; (hij had) één schedel
op beide gezichten, die in tegengestelde richting keken, en vier oren, en twee
geslachtsdelen, en al het andere zoals iemand (op grond) hiervan zou kunnen afleiden.
1
Man-vrouw
2
De naam wordt als scheldwoord gebruikt, voor verwijfde mannen
3
Aristophanes laat veel details van de beschrijving aan de luisteraars over
, c. De drie geslachten en hun herkomst (Symposium 190a4-c1)
1 Ἐπορεύετο δὲ καὶ ὀρθὸ ν ὥσπερ νῦν, 4ὁποτέρωσε βουληθείη· καὶ
ὁπότε ταχὺ ὁρμήσειεν θεῖν, ὥσπερ οἱ κυβιστῶντες καὶ εἰς ὀρθὸ ν
τὰ σκέλη περιφερόμενοι κυβιστῶσι κύκλῳ, ὀκτὼ τότε οὖσι τοῖς
μέλεσιν ἀπερειδόμενοι ταχὺ 5ἐφέροντο κύκλῳ.
5 Ἦν δὲ διὰ ταῦτα τρία τὰ γένη καὶ τοιαῦτα, 6ὅτι τὸ μὲν ἄρρεν ἦν
τοῦ ἡλίου τὴ ν ἀρχὴ ν ἔκγονον, τὸ δὲ θῆλυ τῆς γῆς, τὸ δὲ ἀμφοτέρων
μετέχον τῆς σελήνης, ὅτι καὶ ἡ 7σελήνη ἀμφοτέρων μετέχει·
περιφερῆ δὲ δὴ ἦν καὶ 8αὐτὰ καὶ ἡ πορεία αὐτῶν διὰ τὸ τοῖς
γονεῦσιν ὅμοια εἶναι.
10 Ἦν οὖν τὴ ν ἰσχὺ ν δεινὰ καὶ τὴ ν ῥώμην, καὶ τὰ φρονήματα μεγάλα
εἶχον, ἐπεχείρησαν δὲ τοῖς θεοῖς, καὶ ὃ λέγει 9Ὅμηρος περὶ
Ἐφιάλτου τε καὶ Ὤτου, περὶ ἐκείνων λέγεται, τὸ εἰς τὸ ν οὐρανὸ ν
ἀνάβασιν ἐπιχειρεῖν ποιεῖν, ὡς ἐπιθησομένων τοῖς θεοῖς.
1 Hij ging én rechtop zoals nu, naar welk van beide kanten hij wilde; én (telkens)
wanneer hij snel begon te rennen, zoals degenen die over de kop duikelen en gestrekt
hun benen ronddraaien, rondbuitelen in een cirkel, bewogen zij, door zich af te zetten
met hun ledematen, die er toen acht (in getal) waren, zich snel in een cirkel voort.
5 Daarom waren er drie geslachten en (waren ze) zodanig/dergelijk, omdat het
mannelijke oorspronkelijk een afstammeling was van de zon, het vrouwelijke van de
aarde, en wat deelhad aan beide van de maan, omdat ook de maan deelheeft aan beide;
dus zowel zij zelf als hun manier van zich voortbewegen waren bolvormig doordat zij
gelijk waren aan hun ouders.
10 Zij nu waren geducht wat betreft hun kracht en sterkte, en zij hadden grote trotse
plannen, en zij vielen de goden aan, en (dat) wat Homerus zegt over Ephialtes en 10Otus,
wordt over hen gezegd, namelijk dat zij de hemel probeerden te beklimmen, met de
bedoeling om de goden aan te vallen.
4
Hier wordt mee bedoeld, naar voren of naar achteren.
5
Het imperfectum wordt gebruikt om te benadrukken dat het een gewoonte is van de mens om te rennen. Met
dit woord wordt het iteratieve aspect van de eerdere optativus onderstreept.
6
Aristophanes vertelt hier hoe de mens uit hemellichamen zijn gekomen.
7
De maan heeft haar positie tussen aarde, een vrouwelijk wezen, en de zon, een mannelijk wezen; vandaar dat
zij androgyn werd gedacht.
8
Namelijk de drie geslachten.
9
Hij vergelijkt hier met Homeros
10
De beide broers Ephialtes en Otus waren Giganten, kinderen van Gaea, die de bergen Ossa en Pelion op
elkaar hadden gestapeld om de Olympus te bestormen en de goden te verdrijven. Met behulp van Heracles kon
Zeus samen met de andere goden hen verslaan. Apollo of Artemis trof Otus en Ephialtes met hun pijlen. Ze
werden onder vulkanen bedolven. -=