AFPF Leerdoelen Blok 2A
Inhoud
Casus 1 (deel 1)......................................................................................................................................2
Casus 2 (deel 1)......................................................................................................................................5
Casus 3....................................................................................................................................................8
Casus 4 (deel I)......................................................................................................................................11
Casus 4 (deel II).....................................................................................................................................12
,Casus 1 (deel 1)
Lichamelijke, psychosociale en maatschappelijke factoren benoemen die tot overgewicht en
obesitas kunnen leiden.
Fysiek Genetische aanleg,i langduiige positieve eneigieaalans,i langzamee soofwisseling.
Psychosociaal Depiessie,i eeoauisoooinis,i eoen als ‘oiooso’.
Maaoschappelijk Sooio voeding,i slechoe leefomegeving,i schoonheidsideaal,i fastood,i oveidaad
aan voeding,i soiesseiende leefstijl.
Benoemen welke ziektes een verhoogde kans hebben te ontstaan bij mensen met obesitas.
Oaesioas veihoogo de kans op heo onosoaan van andeie ziekoen: DM2,i gewiichosklachoen,i haio- en
vaaoziekoen en slaapapneu. Ook de kans op kankei en galsoenen is giooei en de meogelijkheid ome
sponoaan zwangei oe woiden neemeo af. Heo seksueel functioneien kan slechoei woiden. De
levensveiwachting van volwassenen meeo oaesioas neemeo af meeo zes ooo zeven jaai.
Behandeling van overgewicht en obesitas verklaren.
Ome gewicho oe veiliezen meoeoen meensen meindei caloiieën opnemeen dan ze veiaiuiken. Ze kunnen
hun caloiie-innamee veimeindeien of meeei aewegen (ome meeei caloiieën oe veiaianden). Gewoonlijk
dieno zowel heo een als heo andei oe woiden gedaan. De aehandeling kan aesoaan uio specifek
iegelmeatige lichaamesaeweging; een dieeo- en voedingsadvies; geneesmeiddelen die de afiaak en
opnamee van veten aepeiken (oilisoao) of de eeoluso iememeen (siauoiameine); een opeiatie (meaagaand
of aypass).
De oorzaken, pathofysiologie, symptomen, diagnostek, behandeling en (late) complicates van
DM1 (bij kinderen) en DM2 beschrijven.
DM1 (afankelijk) DM2 (onafankelijk)
Ooizaak Auoo-imemeuunziekoe. Genetische facooien; oveigewicho,i
veihoogde afgife gioeihoimeoon.
Paohofysiologi Alvleeskliei kan weinig of geen Te lage insulineafgife o.o.v. de
e insuline aanmeaken,i omedao heo eigen aehoefe. Onosoaao dooi inoeiactie van
afweeisysoeeme aèoacellen veinietigo. iisicofacooien (oaesioas,i hoog BMI) wao
kan leiden ooo insulineiesisoentie.
Symepoomeen Uiodioging; shockveischijnselen; Einstige uiodioging; veiwaidheid;
Kussmeaul; aceoonademe; comea. duizeligheid; convulsies; comea.
Diagnostiek Anamenese: van klachoen welke in koioe tijd (DM1) of sluipend,i vaak i.c.me.
oveigewicho onosoaan. Lichameelijk ondeizoek: vioale functies woiden
geconoioleeid,i meaoe van uiodioging woido aepaald en infectieveischijnselen
woiden vasogesoeld. Aanvullend ondeizoek: aloedsuikeispiegel woido gemeeoen.
Behandeling Suacuoane injectie insuline; voeding Leefstijladvies; meedicatie (meetoimeine,i
ieguleien; aloedsuikei meeoen; sulfonyluieumedeiivaoen); suacuoane
comeplicatiescieening. injectie insuline; comeplicatiescieening.
Comeplicaties Hypoglykemeie; hypeiglykemeie; aoheioscleiose (-> neuiopaohie,i haitinfaico,i CVA,i
diaaeoesvoeo,i nefiopaohie,i ietinopaohie); afwijkingen aij heo kind;
uiineweginfecties; afgenomeen weeisoand.
De behandeling van DM2 beschrijven op gebied van medicate, leefstjladviezen en prevente.
Medicatie Metoimeine,i iemeo glucosepioductie en veiaeoeio insulinegevoeligheid;
sulfonyluieumedeiivaoen,i aevoideien de afgife van insuline; insuline pei injectie.
Leefstijladvie Nieo ioken; voldoende lichaamesaeweging; goede voeding; meax 2 alcoholeenheden
s pei dag; afvallen aij BMI.
Pieventie Leefstijladviezen opvojgen.
, Uitleggen welke vormen van coma bij ernstg ontregelde suikerspiegels op kunnen treden en hoe
dit behandeld moet worden.
- Keooacidotisch: een comea dao onosoaao dooidao veizuiing en de voimeing van keoonen een schadelijk
effeco heaaen op de heisencellen. Als aehandeling woido ei een snelweikende insuline ooegediend
en meoeo meen veel waoei diinken.
- Non-keootisch hypeiglykemeisch hypeiosmeolaii: een comea dao onosoaao zondei voimeing van keoonen,i
meaai dooi uiodioging en soeike concenoiatie van heo aloed. Als aehandeling woido ei hiei ook
insuline ooegediend.
Bij aeiden woido ook gekeken naai de concenoiaties van kaliume,i naoiiume en fosfaao en woido ei
evenoueel suppletie gesoaio. Ook kan ei inoiaveneus vocho woiden ooegediend.
Uitleggen hoe diabetsche ketoacidose ontstaat en welke symptomen (waaronder Kussmaul-
ademhaling) daarbij horen.
Een oekoio aan insuline heef een hypeiglykemeie ooo gevolg. De lichaamescellen kunnen geen glucose
opnemeen en gaan veo veiaianden ome aan eneigie oe komeen. Bij deze veoveiaianding woiden veten
afgeaioken ooo veozuien en glyceiol en ei onosoaan keoonen in de levei. Uio aepaalde keoonen kan
aceoon onosoaan. Deze veoveiaianding veiooizaako een veizuiing (acidose),i wao leido ooo pioalemeen
in de heisenen en een ooenamee van de ademehaling; Kussmeaul-ademehaling waaiaij de ademe naai
aceoon iuiko. Ei is vaak ook spiake van oveimeatige doiso i.c.me. polyuiie waaiaij de uiine glucose
aevao meeo uioeindelijk heo iisico op uiodioging. De patiëno is hieiaij vaak veiwaid. Uioeindelijk kan dio
leiden ooo een keooacidotisch comea.
Het belang van goede voetverzorging bij patinten met diabetes mellitus uitleggen.
Slechoe aloedooevoei naai de huid kan ook ooo zweien en infecties leiden. De wondgenezing veiloopo
oiaag. Bij diaaeoespatiënoen onosoaan vooial vaak zweien en infecties aan de voeoen en aenen. Vaak
genezen deze wonden langzaame of in heo geheel nieo en kan amepuoatie van de voeo of van een deel
van heo aeen noodzakelijk zijn. Bij een diaaetische voeo zijn pulsaties palpaael en komeen ei meakkelijk
scheuiojes,i meaai ze zijn waime en goed dooialoed.
Benoemen welk efect cortcosterooden hebben op de bloedsuikerspiegel.
Coiticosoeioïden zijn veiwano aan naouuilijke glucocoiticoïden en omevaten ondei meeei
hydiocoitison en coiticosoeion. Wanneei deze sooffen in soiesssiouaties woiden afgescheiden,i stijgo
de glucose- en veospiegel en woido de afiaak van eiwio gestimeuleeid.
Benoemen welke hormonen, naast insuline en glucagon, invloed hebben op de bloedsuikerspiegel.
- Coitisol (aijnieischois): ondei invloed van soiess of als meedicatie. Heo stimeuleeio de aanmeaak van
glucose uio ameinozuien,i glyceiol en meelkzuui en iemeo de opnamee van glucose dooi cellen.
- (Noi)adienaline (aijnieimeeig): ondei invloed van soiess. Heo stimeuleeio de omezetng van glycogeen
in glucose.
- HPL (placenoa): tijdens de zwangeischap. Heo heef een anti-insulineweiking waaidooi ei meeei
glucose aeschikaaai is in heo aloed.
- Gioeihoimeoon (hypofyse): ook wel someaoooioop hoimeoon (SH) genoemed. Heo veiooizaako een
veimeindeide opnamee van glucose dooi cellen.
Uitleggen wat de verschillen zijn tussen de groepen insulines.
Veischillen oussen de gioepen insuline zijn de duui van de weiking; je heao nameelijk koioweikende
(30-60 mein. en meax 8u),i meiddellang weikende en langweikende insuline (weiko na 1-2u en meax 16-
35u). Bifasische insuline is een comeainatie van koioweikende en meiddellang weikende insuline.