Gedrag in organisates
‘Persoonlijkheid’
- Weten waarom we GIO bestuderen;
- Aspecten van persoonlijkheid kennen;
- Hoofdkenmerken van de Big-Five benoemen;
- De gevolgen van persoonlijkheidskenmerken voor managers inzien;
- Je eigen persoonlijkheid beschrijven aan de hand van onderzoek.
a) Persoonlijkheid; de unieke combinates van psychologische kenmerken, we een persoon
beschrijven.
b) Waarneming; zintuigelijke indrukken organiseren en interpreteren.
c) Attitudes; evaluerende uitspraken, positeve of negateve, over zaken, mensen of
gebeurtenissen.
a) Persoonlijkheidseigenschappen: horen echt bij jou, veranderen nooit.
De stabiele wijze waarop iemand zich van anderen onderscheidt.
Inzicht krijgen in persoonlijkheid:
- Cogniteve intelligente;
- Emotonele intelligente.
IQ = intelligenteeuotint
- IQ is de gangbare maat voor het meten van intelligente;
- Score is afgeleid van gangbare tests om cogniteve vaardigheden vast te stellen;
- IQ ontwikkelt tot het 18e jaar.
Emotonele intelligente = EQ
Een verzameling van niet-cogniteve vaardigheden en capaciteiten die invloed hebben op iemands
vermogen om te gaan met wat de omgeving vraagt.
Vijf aspecten:
- Zelfewustzijn;
- Zelfeheersing;
- Zelfmotvate;
- Empathie;
- Sociale vaardigheden.
Openheid: createf/ niet-createf
Vernieuwend/ behoudend
Consciëntieus: voorzichtg/ roekeloos
Nauwgezet/ slordig
Extravert: prikkels/ rust
Sociaal/ teruggetrokken
,Aardig: goed met iedereen/ in zichzelf
Geloof in mens/ achterdochtg
Nuchter: stressgevoelig/ stressbestendig
Kwetsbaar/ gehard/ emotoneel stabiel
= OCEAN = BIG – 5.
, ‘Waarneming’
- Uitleggen waarom kennis over waarneming van belang is voor je studie en je (toekomstge)
werk.
- Verschillende factoren benoemen die zintuigelijke waarneming beïnvloeden.
- Oorzaken en gevolgen van gedrag door verschil in waarneming benoemen en herkennen.
- Beoordelingsfouten bij waarnemen van mensen benoemen en herkennen en toelichten
a.d.h.v. de attributietheorie.
- Gedrag leren beïnvloeden.
Percepte = waarneming
Het proces waarbij mensen betekenis geven aan hun omgeving door hun zintuigelijke indrukken te
organiseren en interpreteren.
Zintuig is een orgaan waarmee je prikkels kunt waarnemen: horen, ruiken, zien, voelen, proeven.
5 aanvullende persoonlijkheidskenmerken die specifek gedrag voorspellen:
1. Locus of control: externe locus of control: weer/ scheids
Interne locus of control: zelf fout gemaakt.
2. Machiavellisme: over lijken gaan, hoe nuchter kun je ergens in staan.
3. Eigenwaarde:
4. Zelfmotivatie (controle): in hoeverre in staat om jezelf te controleren.
5. Risicobereidheid:
Waarnemingsproces:
3 fasen:
Fase 1: waarneming (selecte)
- Je neemt ‘iets’ zintuigelijk waar.
Fase 2: organisate
- Je organiseert/ verwerkt dit in je hoofd.
Fase 3: interpretate
- Je interpreteert het en geef betekenis aan de waarneming.
Beïnvloed door:
- De waarnemer zelf:
Ervaring, interesses, moteven, verwachtngen, persoonlijkheid, waarden, houding/attitude,
fysieke zintuigelijke eigenschappen.
- De situate:
Fysiek (licht/ donker; koud/warm; kleur, lawaai)
Sociaal (werk, familie, vrienden, studie)
Organisatorisch (tjdstp, rollen/posites van individuen in situates)