Observeren en interpreteren
1. Onze waarneming is gekleurd
2. Er wordt verwacht dat er objectee word geobserveerd
3. Systematsch observeren bewust te zijn van je eigen reeerentekader
Observate = cognitee en emotoneel gestuurd proces van ineormateverwerking
Verbaal = alles wat de persoon in woorden uitdrukt
Non-verbaal = alle signalen die je niet in woorden uitdrukt, zoals gezichtsuitdrukking,
oogcontact, lichaamshouding, gebaren en bewegingen en stemgebruik.
Waarnemen = het opnemen van prikkels via de zintuigen (het zicht, het gehoord, de reuk-
tast- en smaakzin.) Ook innerlijke gewaarwordingen horen hierbij (pijn, jeuk, warmte)
Proeessioneel observeren = bewust en met doelgerichte aandacht via de zintuigen
waarnemingsprikkels in zich opnemen en verwerken.
3 doelen van observatee
1. Je verwerf ineormate over anderen, waarmee je al dan niet direct communiceert
2. Je verwerf ineormate over relates en situates, waarbij je al dan niet betrokken bent
3. Je verwerf ineormate over jezele, voornamelijk d.m.v. zeleobservate en zogeheten
‘aegeleide’ observate
Zeleobservate = de waarneming van je eigen gedrag en innerlijke prikkels (gevoelens en
gedachten)
Aegeleide observate = jouw waarneming van hoe anderen zich tegenover jou verhouden,
waaruit jij gaat ‘afeiden’ wat zij over jou denken en voelen.
Spiegelneuronen = hersencellen die actee worden door het observeren van wat iemand
anders doet. Ze ‘spiegelen’ dus de handelingen van anderen alleen door observate, ook al
handel je zele niet. Ze dragen dus bij tot je inlevingsvermogen.
Attribute = het automatsch toekennen van betekenis aan en het zoeken naar verklaringen
voor het gedrag van anderen en jezele.
Alledaags observeren = het voortdurend en ongemerkt waarnemen, verwerken en
interpreteren van zintuiglijke prikkels.
Hoewel wordt gestreeed naar een zo objectee mogelijke observate is het belangrijke te
besefen dat de observate onderhevig is aan subjectviteite
Subjectviteit komt onder andere door selectviteit van waarnemen en andere
waarnemingseouten
1
,Selectviteit van de waarneming = dat wat je bewust waarneemt altjd een ongemerkt
gekozen gedeelte is van alle prikkels die je zintuigen bereiken.
Subjectviteit van de waarneming = betekent dat de verdere bewerking van de prikkels in je
brein gebeurt volgens je gebruikelijke denk- en voelwijzen, ervaringen en belevingen.
Werkelijkheid is jouw percepte
Percepte = de verdere bewerking van de zintuiglijke prikkels oe gewaarwordingen door het
brein tot zinvolle gehelen.
Het impliciete oe niet-declarateve geheugen = zorgt voor ineormateopslag zonder dat je je
daarvan bewust bent.
Het expliciete oe declarateve geheugen = laat je toe opgeslagen kennis bewust op te roepen
Doel observerene ineormate verzamelen overe de ander, relate tussen anderen, jezele
(zeleobservate)
Wat is het belang van o&i binnen de TP? Je leert proeessioneel observeren (= met gerichte
aandacht, bewust waarnemen)
Alledaags observeren vs proeessioneel observerene
Overeenkomstene allebei waarnemen met objecteve prikkels (stmuli)
Verschile proeessioneel doe je bewust en systematsch
Alledaags Professionele
Doele ineormate inwinnen over mensen, Doel: ineormate inwinnen zoals bij
objecten, interacte, relates, situates alledaags ob, er wordt echter beoogd
betrouwbare en valide ineormate in te
winnen
Er wordt geen bewuste methode gebruikt Methode: erkennen, identiceren, bewust
zijn van bias. Objectee en wetenschappelijk
mogelijk
Proces onderhevig aan vertekeningen en Proces ook proeessionele observate is
bias menselijk proces = subjectee onderhevig aan bias. Getracht wordt dit
hier zoveel mogelijk te verkleinen door o.a.
systematsche observate
Rapportagee proeessionele observate
kenmerkt zich door rapportage, wat je met
de observategegevens gaat doen.
2
, Componenten van professionele observate:
- Bewust opnemen van ineormate
- Focus van de aandacht
- Bewustzijn van mogelijkheden en beperkingen van zintuigen
- Bijhouden/registreren van ineormate op wetenschappelijke wijze
1. Wat is het verschil tussen verbaal en non-verbaal gedraag?
Verbaal gedrag is alles wat een persoon in woorden uitdrukt en non-verbaal zijn juist
alle signalen die een persoon niet in woorden uitdrukt, zoals lichaamstaal,
oogcontact etc.
2. Geee de basisdeinite van waarnemen
Waarnemen is het opnemen van prikkels via de zintuigen (het zicht, het gehoord, de
reuk- tast- en smaakzin.) Ook innerlijke gewaarwordingen horen hierbij (pijn, jeuk,
warmte)
3. Noem drie hooeddoelen van observerene
- Je verwerf ineormate over anderen, waarmee je al dan niet direct communiceert
- Je verwerf ineormate over relates en situates, waarbij je al dan niet betrokken bent
- Je verwerf ineormate over jezele, voornamelijk d.m.v. zeleobservate en zogeheten
‘aegeleide’ observate
4. Waartoe dient ‘aegeleide’ observate?
Dat is jouw waarneming van hoe anderen zich tegenover jou verhouden, waaruit jij
gaat ‘afeiden’ wat zij over jou denken en voelen.
5. Wat is het nut van de ‘eerste indruk’ in het leven van alledag?
6. Welk risico houdt de eerste indruk in voor proeessioneel observeren?
7. Geee de twee belangrijkste gelijkenissen tussen alledaags en proeessioneel
observeren
- Allebei waarnemen met zintuiglijke prikkels en proces is allebei onderhevig aan bias
8. Bespreek de 3 eundamentele verschillen tussen alledaags en proeessioneel
observeren
- Bij alledaags observeren wordt geen methode gebruikt
- Bij alledaags observeren wordt er geen rapportage van gemaakt
- Alledaags is subjectee waarnemen en proeessioneel is objectee waarnemen
9. Op welke manier draagt de selectviteit van de waarneming bij tot observatebias?
Ongemerkt kies je gedeeltes die je gaat waarnemen
10. Hoe kan de subjectviteit van de waarneming leiden tot een vertekende observate?
3