Samenvatting Sterke Rekenaars in het basisonderwijs
Hoofdstuk 1 – Sterke rekenaars
In het onderwijs worden vaak de 20% best presterende leerlingen als sterke leerlingen gezien. Deze
leerlingen scoren 80% of meer goed op de methodegebonden toetsen en behalen een hoge A-score
(of I-score, bij de nieuwe teling). Maar als je kijkt naar sterke rekenaars, zijn dit niet altjd de
rekenaars met de hoogste scores.
Typen sterke rekenaars
Er zijn drie typen sterke rekenaars:
De snelle rekenaar
o Wil te snel
o Snelle koppeling oude en nieuwe kennis
o Snelle, maar incorrecte oplossingsstrategiën
o Hoog werktempo slordigheidsfoutjes
De createve rekenaar
o Groot inzicht
o Veel interesse en plezier in rekenen doorzetnsvermogen
o Grote denkstappen
o Werktempo vaak wat trager
o Denkt te moeilijk moeite met CITO
De goede rekenaar
o Goede prestates rekent snel en foutloos
o Veel rekenplezier en interesse
o Hoge scores
o Angst om te falen
o Kiest eerder makkelijke opgaven dan moeilijke
In de praktjk is een leerling vaak een combinate van verschillende typen sterke rekenaars.
Bovendien kan het zo zijn dat hij/zij bij één onderwerp een snelle rekenaar is en bij het andere
onderwerp juist een goede rekenaar.
Snelle rekenaar
De snelle rekenaar is snel van begrip. Er is vaak sprake van een onderliggend rekentalent. Nieuwe
kennis wordt razendsnel gecombineerd met bestaande kennis. De snelle rekenaar maakt grote
denkstappen en past nieuwe kennis snel toe in vergelijkbare situates. De leerling wil vaak te snel,
waardoor ze snelle, maar incorrecte oplossingsstrategieën gebruiken. De taak van de leerkracht is om
dit snel op te merken en tjdens de instructe veel controlevragen te stellen. Daarnaast is inoefening
noodzakelijk!
Snel begrip gaat meestal samen met een hoog werktempo. De snelle rekenaar wil graag als eerste
klaar zijn. Er zijn hierdoor vaak veel ‘slordigheidsfoutjes’ in het gemaakte werk van een snelle
rekenaar. Oplossing: compacten van de basisstof en daarna pluswerk. Denk er wel om dat de basis
juist is en dat de leerling dit voldoende beheerst!
Creatieve rekenaar
De createve rekenaar heef een heel groot inzicht op het gebied van rekenen. Hij is met deze aanleg
geboren, want zelfs op jonge leefijd is dit al zichtbaar. Doordat de createve rekenaar zoveel inzicht
heef, weet hij gemakkelijk verbanden te leggen. Naast het grote inzicht heef de createve rekenaar
ook veel interesse in rekenen. Hij gaat enthousiast en geconcentreerd aan de slag met
,rekenproblemen en toont hierbij een groot doorzetngsvermogen. De createve rekenaar maakt
grote denksprongen. Deze leerlingen zien lesdoelen als een beperking, het einddoel. Het is bij deze
leerlingen belangrijk dat je een lesdoel hebt, maar daarnaast een plusdoel. Op deze manier bevorder
je de creatviteit.
De createve rekenaar is vaak wat trager, omdat hij snel is afgeleid, doordat zijn hersenen uitstapjes
maken naar andere (reken)onderwerpen. Of een leerling denkt veel te moeilijk na over een relatef
simpele opdracht. Dit is ook de reden dat deze leerlingen vaak moeite hebben met CITO, omdat dit
redelijk oppervlakkig is.
Goede rekenaar
De goede rekenaar is een leerling met aanleg voor rekenen. De leerling behaalt goede prestates.
Deze leerlingen zijn vanaf jongs af aan al geïnteresseerd in getallen en vormen. Ze hebben
rekenplezier en hebben een groot doorzetngsvermogen. Goede rekenaars kunnen de instructe
goed volgen. Ze zijn actef betrokken en beantwoorden de vragen vanuit de leerkracht juist. Tijdens
het zelfstandig werken nemen ze de strategieën vanuit de instructe zo over, zonder zich te
verdiepen in de efciënte hiervan. Ze rekenen de sommen snel uit en beheersen de strategie snel.
Een goede rekenaar is vooral te herkennen aan hoge scores. Dit is ook belangrijk, want uit deze hoge
scores beleef deze leerling plezier en het vergroot zijn zelfvertrouwen. Het is hierbij wel belangrijk
dat de goede rekenaar ervaart dat hij zich ervoor moet inspannen. Te eenvoudig werk leidt tot
demotvate. Te uitdagende opgaven zijn echter ook niet gepast. Ze willen namelijk veel
succeservaringen met een (in hun ogen) realistsch einddoel. De angst om te falen is namelijk
behoorlijk groot. Oplossing: compacten van de leerstof.
Hoofdstuk 2 – Signaleren van sterke rekenaars
In hoofdstuk 1 is al gezegd dat sterke rekenaars niet altjd te herkennen zijn door hoge scores. Maar
hoe zijn ze dan wel te herkennen? Dit kun je onderzoeken met meerdere bronnen: observates,
onderzoek, scores, stmuleren van het rekentalent en gesprekken met leerling en ouders.
Bij leerlingen waarvan wordt vermoed dat ze een ontwikkelingsvoorsprong hebben, wordt vaak een
intelligenteonderzoek afgenomen. Hieruit rolt een verslag. Dit verslag levert veel bruikbare
informate voor de leraar. Er staat bijvoorbeeld veel in over de werkhouding en taakaanpak van het
kind. Daarnaast kun je zien op welke gebieden de leerling een voorsprong heef en op welke
gebieden juist niet. Bovendien staan er in de meeste verslagen adviezen en concrete
handelingssuggestes, waarmee je als leerkracht verder kan.
Het is niet zo dat leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong een snelle, goede of createve
rekenaar zijn, maar ze hebben zeker de potente om één van deze drie te worden!
Om sterke rekenaars te signalen is een rijke leeromgeving nodig, waarin een leerling zich maximaal
kan ontwikkelen.
Signaleringsmethoden:
Observates van leerlinggedrag (mag ook via opnamebeelden)
Je kijkt hierbij naar het gedrag tjdens de instructe, het zelfstandig werken, de taakaanpak,
rekenvaardigheid, werkhouding en het maken van toetsen. Deze informate moet je eerst
analyseren en interpreteren. In een gesprek met een duo-collega, de leerling en de ouders
wordt nagegaan of ze de interpretate herkennen.
Prestates
De resultaten van de toetsen geven natuurlijk ook een indicate. Een goede rekenaar scoort
op alle rekenonderdelen wel redelijk goed, maar het komt zelden voor dat leerlingen alle
onderdelen even goed beheersen.
Stmuleren rekentalent
, Je kunt rekentalent stmuleren door open opdrachten te geven, waarbij leerlingen zelf de
inhoud en vorm van de uitkomst bepalen. Dit wordt ook wel opdracht zonder ‘plafond-efect’
genoemd: een leerling die meer kan, kan dat met zo’n opdracht ook echt laten zien.
Een andere manier om rekentalent te stmuleren is het stellen van prikkelende vragen tjdens
de instructe. Zo zet je leerlingen aan het denken.
Gesprekken met de leerling
Door een goede sfeer te scheppen, de juiste vragen te stellen en zorgvuldig te luisteren,
wordt duidelijk wat een leerling van rekenen vindt en wat nodig is om hem op zijn niveau te
laten rekenen.
Gesprekken met de ouder(s)
Ouders kunnen goed aangeven hoe een kind zich thuis gedraagt en wat een kind thuis
vertelt. Je kunt op deze manier het gedrag thuis van een leerling thuis te weten komen.
Intuïtte
Als leerkracht heb je zelf ook veel ervaring met verschillende leerlingen. Je weet welke kennis
en vaardigheden passen bij de leefijd van de leerling.
Van talent naar presteren
Goede rekenaars zijn wel te herkennen aan hoge scores. Snelle en createve rekenaars scoren vaak
lager dan je met hun potente zou verwachten. Hoewel ze wel in staat zijn om goede scores te
behalen, komt dit er op een of andere manier niet uit. Hoe kan dit? Het Multfactorenmodel van
Heller laat zien waar blokkades kunnen ziten, maar ze geven ook aan waar oplossingen te vinden
zijn.
Aan de linkerkant zie je talenten, hieronder valt ook het rekentalent. Deze talenten
(begaafdheidsfactoren) komen pas tot uitng in prestatedomeinen, wanneer de
omgevingskenmerken en de niet-cogniteve persoonlijkheidskenmerken optmaal meewerken. Als
deze factoren allemaal meewerken, komen de talenten tot uitng. Werken ze niet mee, kan er sprake
zijn van onderpresteren.
Onderpresteren
Onderpresteren = wanneer talent niet omgezet wordt in prestates