Samenvatni Gedraisbeïnvloedgni
Deel 1 – Waarom doe je wat je doet?
Hoofdstuk 1 – Denken in termen van nurture
Gedrai bepaald door nature (ienen) of door nurture (opvoedgni/leerprocessen)?
1.1
Een mensbeeld bevat gdeeën over hoe je denkt dat mensen gn elkaar zgten.
Heef consequentes voor de mate aaargn je ieloof dat iedrai beïnvloedbaar gs.
Het bepaald iedrai.
Beïnvloed je beoordelgni van jezelf en anderen.
Genetisch gedetermineerd = ienen zgjn bepalend bgj het tot ugtni komen van egienschappen
omievgni heef hger ieen, of gn zeer beperkte mate gnvloed op.
Genetische prediipoiite = gemand heef aanleig voor bepaalde egienschappen (bgjv.
depressgef aorden) omievgni heef hger gnvloed op.
In aelke mate aordt iedrai door ienen of door opvoedgni aordt bepaald hanit af van je
eigen gedrag, het geloof in de beïnvloedbaarheid van het gedrag van anderen en de manier
waarop het gedrag van anderen geïnterpreteerd en beoordeeld wordt.
1.2
Inscremental theory = een ieloof dat gets (bgjv. IQ) te ontagkkelen gs.
Entty theory = een ieloof dat gets (bgjv. IQ) vaststaat en dus nget ontagkkeld kan aorden.
De gncremental theory en entty theory hebben gnvloed op hoe je teienover het testen van
bepaalde egienschappen zal staan, hoe je de testsgtuate ervaart en hoe je de resultaten van
de test gnterpreteert.
1.3
Op basgs van het antaoord op de vraai gn hoeverre egienschappen of iedrai beïnvloed
kunnen aorden, kan gnieschat aorden gn hoeverre beïnvloedgnispoignien succesvol zullen
zgjn en kan beoordeeld aorden of het opzeten van bgjv. een campaine of een tragngni het
ield en de moegte aaard zal zgjn.
Om dgt te kunnen gnschaten zgjn ieievens nodgi over beïnvloedbaarhegd van bepaalde
kenmerken, zoals: lgchamelgjke kenmerken, persoonlgjkhegd en coingteve capacgtegten.
Lischamelijke kenmerken lgiien al irotendeels vast bgj de concepte en hger heb je dus
aegngi gnvloed op bgjv. ael spgeren kunnen ontagkkelen, je lgchaamsieagcht
veranderen of door zgekten bepaalde lgchaamsafagjkgnien kunnen krgjien.
Perioonlijkheid gs moeglgjk bgj te sturen maar gs ael moielgjk mensen aorden
ieboren met bepaalde egienschappen, maar aat ze kunnen leren door ervargni gs de
moielgjkhegd om controle over deze egienschappen ugt te oefenen.
o Nget persoonlgjkhegd veranderen, maar iedrai gn concrete sgtuates.
, Cogniteve scapasciteiten飀 bgj het IQ gs er sprake van een aanieboren potenteel aat
ontagkkeld moet aorden, of je volledgi iebrugkmaakt van het aanieboren potenteel,
hanit af van de moielgjkheden de je krgjit aat betref onderagjs en opvoedgni de
hersenen zgjn tragnbaar; hoe vaker je gets doet, hoe iemakkelgjker het zal iaan.
o Delibrerate prasctsce (=beauste oefengni) theory = verschgllen tussen experts
en amateurs kunnen voliens Ergcsson aorden verklaard dor het verschgl gn het
aantal uren beauste oefengni mgngmaal 10.000 uren om expert te aorden.
Hoofdstuk 2 – Leren
Intellgiente en gnnovate komt nget van zelf, hgervoor moet veel ieleerd aorden.
2.1
Leren = proces aaarbgj een ervargni legdt tot ander iedraig gn de toekomst.
Aanpassgnisproces aan de omievgni.
Door leren adequater reaieren op omievgni en omievgni (actef) naar egien hand
zeten.
Spreken gn termen van verander iedrai als consequente van een leerproces, aant
een leerproces legdt nget altjd tot verbetergni.
2.2
Bgj klaiiieke sconditonering (Pavlov) aordt een neutrale itmului vlak voor of teielgjkertjd
met een ongesconditoneerde itmului aanieboden. De neutrale stmulus aordt op deze
manger iekoppeld aan de oniecondgtoneerde stmulus, aaarna de reacte op de neutrale
stmulus hetzelfde aordt als de reacte op de oniecondgtoneerde stmulus. Zodra deze
koppelgni tot stand gs iebracht aordt de neutrale stmulus een gesconditoneerde itmului
ienoemd, deze brenit dan dezelfde reacte teaeei als de oniecondgtoneerde stmulus dat
deed.
Gecondgtoneerde reactes kunnen ook aeer iedecondgtoneerd aorden, als gs het
soms met de nodgie moegte extnscte/uitdoving (= vermgnderen of verdagjnen).
Generaliiate = als er op een ngeuae stmulus, dge lgjkt op de orgignele,
iecondgtoneerde stmulus, op dezelfde manger iereaieerd aordt als dat er op de
iecondgtoneerde stmulus iereaieerd zou aorden.
Diiscriminate = het proces aaarbgj je onderschegd leert te maken tussen taee stmulg
dge op elkaar lgjken.
2.3
Operante sconditonering (Skinner) = leren door bekrachtien en strafen; leren dat iedrai
bepaalde consequentes heef.
Operant gedrag = spontaan optredend iedrai.
Bekraschtgen = er aordt ieleerd dat het een posgteve consequente heef.
o Poiiteve bekraschtging = als er een belongni plaatsvgndt het toedgenen van
een aaniename stmulus na een respons, aaardoor de kans toeneemt dat dge
respons zgch herhaalt.
o Negateve bekraschtging = een veraachte straf dge achteraeie blgjf, of
aeiienomen aordt het aeihalen van een vervelende stmulus na een
respons, aaardoor de kans toeneemt dat dge respons zgch herhaalt.
, Beitraf = er aordt ieleerd dat het een neiateve consequente heef.
o Poiiteve itraf = een straf dge ieieven aordt het toedgenen van een
vervelende stmulus na een respons.
o Negateve itraf = een veraachte belongni dge nget iekreien aordt het
aeihalen van een aantrekkelgjke stmulus na een respons.
Toedgenen van een belongni gs efectever dan het toedgenen van een straf:
1. Mensen raken meer iemotveerd door het ontvanien van belongnien dan door het
ontvanien van strafen.
2. Bgj het ieven van een belongni aordt het ieaenste iedrai iedemonstreerd.
Shaping = het prgjzen van iedrai dat gn de rgchtni komt, aaardoor dat iedrai versterkt
aordt aaarop je verder kunt bouaen.
Wanneer je posgtef iedrai nget constant beloont, maar slechts af en toe, gs het iedrai beter
bestand teien extnscte het sterkst als het op agllekeurgie momenten aordt aanieboden.
Partiële bekraschtging = aanneer belongni nget telkens meer volit op ioed iedrai.
2.4
Sosciaal (of obiervatoneel) leren = het na-apen/gmgteren van iedrai van anderen doordat
anderen voordoen hoe gets moet, kun je complexe iedraignien al vrgj snel onder de knge
krgjien.
Motoneie = het iedrai aaarbgj moeders hun kgnderen op overdugdelgjke agjze voordoen
hoe gets moet handelgnien lanizaam ugtvoeren, vaak pauzeren en vaak herhalen om een
kgnd te leren hoe de handelgni ugtievoerd moet aorden.
Het onbeaust kopgëren van iedrai:
Bgjv. als gemand moet iapen moet de ander ook iapen.
Mensen beschgkken over ipiegelneuronen (mirror neuroni), deze zgjn actef bgj het
ugtvoeren van iedrai en bgj het zgen van iedrai dat door een ander ugtievoerd aordt
herseniebgeden dge actef zgjn bgj het ugtvoeren van iedrai, kunnen actef aorden
als je een ander dat iedrai zget ugtvoeren.
Imgteren van iedrai iaat vrgjael automatsch motorgsche iedraignien aorden
iekopgeerd, maar ook emotes aorden onbeaust van anderen overienomen
(emoton scontagion = emotebeimetng).
Spgeielsysteem aordt ieassocgeerd met socgaal leren, met het gnterpreteren van
emotes en iedrai van anderen nn met het ervaren van een verbgntengs met anderen
doordat je hetzelfde doet.
Het beaust kopgëren van iedrai factoren dge een rol spelen bgj het beaust en
gntentoneel kopgëren van iedrai zgjn: het gnschaten van de opbrenisten van het iedrai, de
haalbaarhegd van het iedrai, de herkenbaarhegd van het rolmodel en de status van het
rolmodel.
Inschatni van het iedrai: haalbaarhegd en opbrenisten