Geschiedenis TV5 t/m 10 + alle HC’s
Inhoudsopgave
Historische Context..............................................................................................................................25
Voorbeeld 1: Luther verschijnt voor de Rijksdag in Worms (1521)...............................................27
Voorbeeld 2: instelling van de drie Collaterale Raden (1531).......................................................28
Voorbeeld 3: instelling van de Bloedplakkaten (1550)..................................................................28
Voorbeeld 1: het ontzet van Leiden (1574)...................................................................................30
Voorbeeld 2: de Alterate van Amsterdam (1578)........................................................................30
Voorbeeld 3: Willem van Oranje en propaganda..........................................................................30
Voorbeeld 1: Coen verplaatst het bestuurscentrum van de VOC naar Batavia (1619)..................32
Voorbeeld 2: Johan van Oldenbarnevelt wordt onthoofd (1619).................................................33
Voorbeeld 3: de Hoogduitse synagoge (Grote Sjoel) en Portugese synagoge...............................33
Voorbeeld 1: Conferente van Berlijn (1884-1885).......................................................................36
Voorbeeld 1: Spartacusopstand (1919).........................................................................................38
Voorbeeld 2: de Rijksdagbrand (1933)..........................................................................................38
Voorbeeld 1: ingebruikname concentratekamp Dachau (1933)..................................................40
Voorbeeld 2: Neurenberger rassenweten (1935)........................................................................40
Voorbeeld 3: Conferente van München (1938)...........................................................................40
Voorbeeld 1: Atoombom op Hiroshima (1945).............................................................................42
Voorbeeld 2: Marshallplan (1947).................................................................................................43
Voorbeeld 3: Redevoering senator McCarthy over communisten in de Verenigde Staten (1950)43
Voorbeeld 1: Bestorming van Felix Merits in Amsterdam (1956).................................................44
Voorbeeld 2: ‘Ich bin ein Berliner’-toespraak van president Kennedy in Berlijn (1963)................44
Voorbeeld 1: Praagse Lente (1968)...............................................................................................46
Voorbeeld 2: SALT 1 ondertekend (1972).....................................................................................46
Voorbeeld 3: Demonstrate tegen kernwapens in Amsterdam (1981)..........................................46
1
,Tijdvakken:
Tijdvak 5: de tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600). Periode:
vroegmoderne tijd.
Kenmerkende aspecten:
- Het begin van de Europese overzeese expansie.
- Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin
van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
- De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
- De protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-
Europa tot gevolg had.
- Het confict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een
Nederlandse staat.
Erfgoed = wat is geërfd van eerdere generaties.
Hervorming = beweging in de 16e eeuw die de roomse kerk wilde veranderen,
waarbij een splitsing in de kerk ontstond (synoniem: Reformatie).
Mensbeeld = het idee dat mensen hebben van de mens.
Nederlandse Opstand = opstand in de Nederlanden tegen Filips II die leidde tot
de vestiging van een onafhankelijke Nederlandse staat.
Protestantisme = geloofsleer van kerkgemeenschappen die zich losmaakten
van de roomse kerk in de 16e eeuw.
Reformatie = beweging in de 16e eeuw die de roomse kerk wilde veranderen,
waarbij een splitsing in de kerk ontstond (synoniem: Hervorming).
Renaissance = vernieuwing van de Europese cultuur van de 15 e eeuw met een
herboren belangstelling voor de Grieks-Romeinse cultuur (letterlijk:
wedergeboorte).
Wereldbeeld = het idee dat mensen hebben van de mens en de wereld.
KA: Het begin van de Europese overzeese expansie
West-Europeanen hebben een beperkt wereldbeeld. Alleen Europa, Noord-Afrika
en de Arabische wereld zijn bekend.
Europese overzeese expansie vanaf de 15e eeuw: Spanje en Portugal beginnen
hiermee.
Columbus ontdekt in 1492 Amerika. Hij denkt dat hij India heeft gevonden, wat
ook zijn doel was, dus hij noemt de inwoners indianen.
Redenen voor de overzeese expansie
- Handel: specerijen, zijde, goud en zilver, enzovoort.
- Veroveren van een groot rijk.
- Verspreiding van het christendom.
- Nieuwsgierigheid en zucht naar avontuur.
2
,Spaanse veroveraars koloniseren de rijken van de Azteken en de Inca’s.
Gevolgen hiervan zijn dat indianen sterven massaal door Europese ziektes,
indianen werden massaal gekerstend (bekeerd tot christendom), indianen
werden gedwongen tot arbeid.
Er kwam protest tegen de slechte behandeling van de indianen, vooral van
katholieke priesters. Zij hadden de indianen net tot christen bekeerd en vonden
dat de medechristen niet zo behandeld mocht worden. Dit had als gevolg in 1542
de trans-Atlantische slavenhandel: import van Afrikaanse slaven vormt het
begin van de driehoekshandel.
KA: Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het
begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling + KA: De
hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
Noord-Italiaanse stadstaten maakten zich los van de Duitse keizer en de paus. Er
kwam een groeiende handel met Midden-Oosten en rijke Vlaamse handelssteden.
Noord-Italië groeit zo uit tot het rijkste gebied in Europa.
Er kwam een nieuw mensbeeld voor bovenlaag van rijke handelaren:
- In de middeleeuwen was het mensbeeld: Momento mori (gedenk te
sterven). Dus denk eraan dat je op een dag dood gaat. En als je dood gaat
komt de dag des oordeels: ga je naar de hemel of de hel? Dit vonden ze
niet een erg gezellig mensbeeld.
- Nu kwam er een nieuw mensbeeld: Carpe diem (pluk de dag). Oftewel,
geniet van het leven. Het leven op aarde is ook belangrijk.
Nieuwe belangstelling voor klassieke erfgoed uit de tijd van de Grieken en
Romeinen. Er was een renaissance (wedergeboorte) voor klassieke erfgoed. De
bouwstijl, beeldhouwkunst en schrijfstijl kwam weer terug. De architectuur en
kunst was weer op basis van de klassieke vormentaal.
In die renaissance kwam het humanisme opzetten. Humanisten zijn stromen
van geleerden die de klassieke cultuur bestudeerden. Ze gingen teksten uit de
tijd van de Grieken en Romeinen en de tijd toen naast elkaar leggen en de
veranderingen weer ongedaan maken zodat het weer in oorspronkelijke staat
kwam. De humanisten hadden dus een erg kritische denkhouding, ze wilden alles
weer maken zoals het was. De humanisten vonden dat je moest leven als
universele mens, dus dat je van alles verstand moest hebben (Leonardo Da
Vinci). De humanisten zorgden ervoor dat er nieuwe wetenschappelijke
belangstelling kwam. Ze probeerden de wereld te verklaren op een rationele
manier, wat de Griekse flosofen ook deden.
KA: De protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in
West-Europa tot gevolg had
Als Constantinopel door de moslims wordt veroverd, trekken veel christenen naar
West-Europa, vooral naar Noord-Italië, omdat ze daar handelscontacten mee
hebben. Die christenen nemen veel Griekse schriften mee en dat is fjn voor de
humanisten, en van daaruit kan het humanisme zich gaan verspreiden over de
rest van Europa.
Er komt een toenemende kritiek op de geestelijkheid:
3
, - Er komt kritiek op het streven naar wereldlijke macht door de Paus.
- Er komt kritiek op het luxeleven, corruptie en rijkdom van de hoge
geestelijkheid.
- Er komt kritiek op slechte opleidingen van de parochiepriesters, sommige
konden geen eens Latijns lezen, de taal van de Bijbel.
Mensen die afweken van de katholieke leer werden vervolgd door de inquisitie
(kerkelijke rechtbank die niet-katholieken/ketters opspoort en veroordeelt).
Vanaf de 15e eeuw kon kritiek op de geestelijkheid snel verspreid worden via de
nieuwe uitgevonden drukpers. Gevolg hiervan was het begin van de
kerkhervorming of reformatie: protestbeweging tegen misstanden en
manieren van geloven in de katholieke kerk.
De katholieke kerk vond dat de kerk de geloofsregels bepaalt en dat de
geestelijkheid nodig is voor contact tussen God en gelovigen.
Erasmus was een christelijke humanist/wetenschapper. Hij maakte een nieuwe
vertaling van het nieuwe testament, want het Vulgaat (oude vertaling) zat vol
fouten. Hij was een voorloper van de reformatie.
Erasmus, Luther en Calvijn waren humanisten die tegen de paus waren. Ze
vonden alle drie dat de kerk niet bezig was met het geloof maar met bijgeloof,
rijkdom en macht. De bijbel is de basis van het geloof. Dit zorgde voor een breuk
in het christendom. Erasmus wilde niet uit de kerk gezet worden dus hij bleef de
katholieke kerk en paus trouw. Maar Luther en Calvijn werden het niet meer eens
met de paus dus zouden uit de kerk stappen. Dit betekende het begin van
katholiek en protestant in het christendom.
Katholieken:
- Paus is de leider van de kerk.
- Alle ambten in de organisatie van de kerk worden vervuld door de
geestelijken.
- Geestelijken mogen niet trouwen.
- In de kerkdienst staat de eucharistieviering centraal.
- Geestelijken en heiligen zijn nodig als bemiddelaars tussen de gewone
mens en God.
Protestanten:
- Er is geen aparte leider van alle protestantse groeperingen samen.
- Alle taken in de kerk worden door leken vervuld, behalve het ambt van
predikant.
- Predikanten mochten trouwen.
- In de kerkdienst staat de preek van de predikant over een Bijbeltekst
centraal.
- Geestelijken en heiligen zijn niet nodig, iedereen kan zelf zijn weg naar
God vinden.
Er waren wel nog verschillen tussen Luther en Calvijn.
Luther:
- Vereringen van relikwieën en heiligen is bijgeloof.
4
, - Alleen door oprecht te geloven komt men in de hemel.
- “Wiens gebied, diens gebed”: vorst mag het geloof voor zijn onderdanen
bepalen.
Calvijn:
- Verering van relikwieën en heiligen, branden van kaarsen en orgelspel is
bijgeloof.
- Predestinatie: God heeft al bepaald of jij naar de hemel gaat.
- Gelovige mag zelf zijn geloof bepalen. Als een vorst dit niet toestaat, mag
de gelovige in opstand komen.
Gevolgen van de reformatie:
- Godsdienstenoorlog in het Duitse rijk > 1555 Vrede van Augsburg: vorsten
mogen zelf bepalen of hun gebied katholiek of protestant is.
- Contrareformatie door de katholieke kerk > bestrijding van het
protestantisme en verbetering van de misstanden in de katholieke kerk.
- Godsdienstenoorlog in Frankrijk tussen katholieken en hugenoten (Franse
calvinisten) > 1598 Edict van Nantes: Frankrijk was een katholiek land
maar hugenoten hadden ook rechten.
KA: Het confict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van
een Nederlandse staat
Vanaf 1515 behoren de Nederlanden tot het Spaans-Habsburgse rijk, met als
keizer Karel V. in 1555 geeft Karel V het grootste deel van zijn gebieden door aan
zijn zoon, Filips II.
De Nederlanden bestonden uit 17 gewesten met eigen regels en wetten. Aan het
hoofd van die gewesten stond een stadhouder, die hield namens de vorst
toezicht in de verschillende gewesten. Ook de adel en de steden hebben nog
privileges. Er kwam een toenemende invloed van het calvinisme. En aan al die
zaken probeerde Karel V en later Filips II iets te doen. Karel V gaat de
Nederlanden centraliseren. Karel V en Filips II zijn fanatieke katholieken en gaan
het protestantse geloof bestrijden doormidden van inquisitie. Dat centralisatie en
inquisitie zorgden voor veel onvrede in de Nederlandse gewesten.
Fanatieke protestanten gingen in katholieke kerken beelden vernielen
(beeldenstorm). Filips II reageert hierop furieus en hij besluit dat het tijd is om
de hertog van Alva te sturen, hij moet de beeldenstormers aanpakken en orde
brengen. En daarom richt Alva de raad van Beroerten, ook wel de bloed raad op
en een centrale belasting: de tiende penning.
Willem van Oranje besluit te vluchten naar familie in het Duitse rijk. Samen met
zijn broers smeedt hij een plan om Alva uit de Nederlanden te krijgen. Willem van
Oranje wordt de leider van de Nederlandse Opstand (1568-1648). Dit was de
tachtigjarige oorlog.
- 1568: slag bij Heiligerlee. Begin Nederlandse Opstand.
- 1572: Geuzen nemen Den Briel in, dit was de eerste verovering van de
opstandelingen.
- 1576: Spaanse furie, de Spaanse soldaten kregen geen loon meer en
gingen de handelssteden bij Vlaanderen plunderen, hierdoor keerde alle
5