- Vak behaald met een 8 - Alles voor week 4 van het vak Inkomstenbelasting voor het MKB 2018/2019. Bestand bevat:
1) De uitwerking van het hoorcollege, inclusief jurisprudentie en relevante sheets. Niet woordelijk meegetypt want in dit vak was er veel ruis en extra informatie die je niet nodig hebt...
Staking Bron houdt op te bestaan. Het is een “sfeerovergang”: overgang van ene fiscale regime
algemeen naar andere regime. Gebaseerd op feiten, ondernemersmening maakt niet uit.
Staken Geheel of gedeeltelijk ophouden winst te genieten uit de objectieve bron omdat die niet
meer voor rekening van de belastingplichtige wordt gedreven.
Voor rekening
van
Variant I: Liquidatie van een onderneming.
Liquidatie De bron droogt op: organisatie houdt op te bestaan.
! Altijd stakingswinst
Variant II: Reële overdracht van een (aandeel in de) onderneming.
Overdracht
Overdracht aan een ander/derde (kan ook bijv. werknemer) (art. 3.8 Wet IB
2001)
Overdracht aan eigen BV (art. 3.8 Wet IB 2001)
Inbreng in samenwerkingsverband
Overdracht versus liquidatie: zit hem in de goodwill (alleen bij overdracht).
! Altijd stakingswinst
Variant III: Fictieve overdracht van een onderneming. (Staking wordt aangenomen)
Fictieve
Emigratie ondernemer (art. 3.61 Wet IB 2001)
overdracht
Echtscheiding ondernemer (art. 3.59 Wet IB 2001)
Overlijden ondernemer (art. 3.58 Wet IB 2001)
Verplaatsing onderneming (art. 3.64 Wet IB 2001)
Indien samenloop fictieve overdracht versus reële overdracht/liquidatie: reëel gaat
voor.
Tenzij bij fictieve overdracht de identiteit hetzelfde blijft afrekenen over stakingswinst.
Staken Geheel of gedeeltelijk ophouden winst te genieten uit de objectieve bron omdat die
niet meer voor rekening van de belastingplichtige wordt gedreven.
Geheel of
gedeeltelijk Belang van gedeeltelijk staken = toepassing stakingsaftrek (art. 3.79 Wet IB 2001) geldt
alleen voor geheel staken. Is niet meer zo relevant als vroeger.
Discussiepunt: heb ik gedeeltelijk gestaakt of heb ik een deel van mijn activa
verkocht/afgestoten? Vroeger was dit relevant omdat a) op stakingswinst een lager
inkomstenbelastingstarief van toepassing was versus reguliere winst en b)
herinvesteringsreserve mag wel voor boekwinst maar niet voor stakingswinst. Dit
verschil is ook niet al te groot, zie art. 3.74 Wet IB 2001 (ondernemersaftrek).
Wanneer is sprake van gedeeltelijk staken?
Zelfstandig onderdeel afstoten. (Als je 2 zelfstandige onderdelen hebt binnen 1
onderneming en je stoot 1 van de 2 af, bijv. apotheek/huisarts stoot het
, apotheekdeel af.)
Duurzame blijvende inkrimping van de onderneming.
o Krimp vindt plaats binnen een korte periode (HR: 6 maanden); en
o Krimp van 70% of meer van de omzet (bij boer soms hoeveelheid
land/vee).
Gevolg: het deel van de afstoting is stakingswinst en geen ondernemingswinst.
Staken Geheel of gedeeltelijk ophouden winst te genieten uit de objectieve bron omdat die
niet meer voor rekening van de belastingplichtige wordt gedreven.
Objectieve
bron De onderneming is de objectieve bron.
Of de onderneming eindigt of niet hangt af van de vraag “Is de identiteit van de
onderneming gewijzigd?”
Ja: dan is de oude bron tenietgegaan en is er een nieuwe gekomen, dus
staking.
Nee dan is nog dezelfde objectieve bron in gebruik, geen staking.
HR 21 Identiteitscriteria objectieve onderneming I:
Feiten:
o Move 1: Boerenbedrijf ingebracht in zijn eigen BV. Dat is dus een reële
overdracht. Hij verzoekt inspecteur: “Mag ik gebruik maken van de faciliteit
geruisloze inbreng?” (Art. 3.65 Wet IB 2001) Als je hiervan gebruik maakt
van word je geacht niet te hebben gestaakt.
o Move 2: Vervolgens emigreert de boer, dat zou fictieve overdracht zijn
maar hij is geen ondernemer meer omdat zijn onderneming is
overgedragen aan de BV.
o Gevolg: Als de boer zijn onderneming niet had ingebracht in de BV, dan
had hij bij zijn emigratie belasting moeten betalen (want stakingswinst
afrekening), dat hoeft nu dus niet.
Inspecteur: “Ik vind dat jij toen jij je onderneming inbracht in de BV al van plan
was te gaan staken. Dan mag je geen beroep doen op de faciliteit van art. 3.65
Wet IB 2001.”
Rechtsvraag = Mag de boer gebruik maken van die faciliteit? Dus: was de
emigratie staking van de onderneming?
HR geeft gezichtspunten om de identiteit van een agrarische onderneming te
bepalen (rov. 3.4.2)
Tentamen: Toetsen of de identiteit gewijzigd is en je argumentatie op maat maken
voor de specifieke onderneming.
Geen staking Verhuur van een onderneming (BNB 1955/216) verhuur is
ondernemingsactiviteit
Verkoop tegen een winstrecht (BNB 1957/266) zie WG, dan draag je de
onderneming over en krijg je gedurende een periode een percentage van de
winst.
Soms ook huurverkoop (BNB 1981/143) huurverkoop is dat je de
onderneming verhuurt en bij het betalen van de laatste huurtermijn gaat de
onderneming over naar de huurder. Hieraan is nog een voorwaarde toegevoegd:
, bij huurverkoop moet een gerede kans zijn dat de onderneming weer terugkomt
bij de oorspronkelijke onderneming (als de huurkoper niet meer voldoet aan de
betaalverplichting. Als er een gerede kans is dat dat gebeurt, dan is het geen
staking).
Deze arresten zitten niet in de bundel. Ken op het tentamen wel de uitzonderingen,
maar niet de hele arresten.
Stakingswinst Staken van een onderneming betekent belasting betalen (afrekenen) over alle nog niet
eerder in de belastingheffing betrokken voordelen uit de onderneming (totaalwinst).
Winst behaald met of bij het staken (vgl. art. 3.79, eerste lid, Wet IB 2001).
Elementen van de stakingswinst zijn:
Stille reserves (art 3.8 Wet IB 2001) = MET
Goodwill (art 3.8 Wet IB 2001) = MET
Vrijval fiscale reserves (art 3.53 Wet IB 2001) = BIJ
Desinvesteringsbijtelling (art 3.47 Wet IB 2001 = BIJ
Op het stakingsmoment moet je deze reserves voor kosten die je misschien ging
betalen maar nu door het staken niet hoeft te betalen terugnemen en daar winst over
betalen.
De waarde in het economische verkeer van het pand bedraagt € 500.000.
(Meerwaarde 200.000)
De goodwill bedraagt € 200.000.
Tot het eigen vermogen behoort een oudedagsreserve van € 100.000.
Hoeveel bedraagt de stakingswinst?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtsgeleerdheidenfiscaal. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.