1A AFPF Leerdoelen per casus
CASUS 1
- Een beschrijving geven van de complexiteitsniveaus van structuren in het lichaam
Atomen - Moleculen - Cellen - Weefsel - Orgaan - Orgaanstelsel
Cel Kleinste eenheden in de onafhankelijke levende materie.
Weefsel Groep cellen die overeenkomen in vorm en functie.
Orgaan Verschillende soorten weefsels voor een specifieke functie samengesteld.
Orgaanstelsel Aantal organen en weefsels die samen bijdragen aan één of meerdere vitale functies.
Anatomie De leer van de bouw van het lichaam en de fysieke relaties tussen lichaamsdelen
Fysiologie De leer van de werking van de systemen en de vele manieren waarop ze door
samenwerking het leven en de gezondheid van het individu in stand houden.
Pathologie De leer van de afwijkingen.
Pathofysiologie De wijze waarop afwijkingen het normale functioneren van het lichaam aantasten
(ziekte)
- Een definitie geven van de begrippen ‘milieu intérieur’ en ‘homeostase’
Milieu intérieur Wat er om onze cellen heen zit (interstitiële- of weefselvloeistof).
Adsorberen zuurstof en voedingsstoffen uit de omgevende interstitiële
vloeistof.
Homeostase Het vermogen van een organisme om het milieu intérieur constant te houden
Celmembraan heeft selectieve permeabiliteit (celplasma controleert welke stoffen in en uit de cel
gaan).
- Negatieve en positieve feedbackmechanismen met elkaar vergelijken
Negatieve feedbackmechanismen Mechanismen die zorgen voor een tegengestelde reactie.
Als een variabele stijgt laat het mechanisme het dalen en
andersom.
Positieve feedbackmechanismen Mechanismen die zorgen dat de prikkel wordt versterkt.
Als een variabele stijgt laat het mechanisme het nog meer
stijgen.
Detector Pikt de prikkels op
Controlecentrum Interpreteert de prikkel
Effector Uitvoerende partij van de prikkel
- De functies van de transportsystemen in het lichaam beschrijven
Er zijn verschillende transportsystemen in het lichaam:
→ Het bloed
Het bloed bestaat uit:
1. Plasma Water met opgeloste stoffen zoals:
- Voedingsstoffen
- O2
- Chemische verbindingen (hormonen)
- Afvalproducten van alle lichaamscellen (excretie)
2. Bloedcellen
- Erytrocyten (rode bloedcellen) vervoeren O2 en CO2 tussen longen en lichaamscellen
- Leukocyten (witte bloedcellen) beschermen tegen infecties en xenobiotica (lichaamsvreemde
stoffen)
- Trombocyten (bloedplaatjes) rol bij bloedstolling.
Kleine cellen (celfragmenten)
1
, → Het cardiovasculair systeem
Het cardiovasculair systeem bestaat uit een netwerk van bloedvaten en het hart:
1. Bloedvaten
- Arteriën (slagaders), van het hart af: zuurstofrijk bloed.
- Venen (aders), naar het hart toe: zuurstofarm bloed.
- Capillairen (haarvaatjes), verbinden arteriën en venen.
Hierin vindt de uitwisseling van stoffen tussen het bloed en de weefsels plaats.
Bloedvaten vormen een netwerk dat bloed transporteert naar:
1. De longen (longcirculatie), O2 opgenomen uit de lucht en CO2 afgescheiden vanuit het bloed.
2. De cellen in andere delen van het lichaam (grote of lichaamscirculatie)
Het hart Een spier met 4 kamers die het bloed door het lichaam pompt en de bloeddruk op
peil houdt.
→ Het lymfoïde systeem
Het lymfoïde systeem bestaat uit een aantal lymfevaten.
De structuur van de lymfevaten lijkt op die van de venen en capillairen maar heeft alleen grotere
poriën.
Lymfe Weefselvloeistof dat materiaal bevat van weefselruimten, zoals plasma-eiwitten en
soms bacteriën of celafval.
Lymfeklier Ophopingen van lymfeklieren waar lymfe gefilterd wordt en microben en andere
stoffen worden verwijderd.
Het lymfoïde systeem zorgt ook voor de productie en rijping van lymfocyten (witte bloedcellen).
- De functies van het zenuwstelsel en het endocriene stelsel van interne communicatie
samenvatten
Het zenuwstelsel is een snelwerkend communicatiesysteem.
→ Het centrale zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit:
- De hersenen (in de schedelholte)
- Het ruggenmerg (loopt van de schedelbasis tot de lumbale streek (onderrug))
→ Het perifere zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit zich vertakkende zenuwvezels:
- Sensorische of afferente zenuwen Doorsturen signalen van het lichaam naar de hersenen.
- Motorische of efferente zenuwen Doorsturen signalen van de hersenen naar effectorganen
(spieren en klieren).
De somatische zintuigen bestaan uit gespecialiseerde sensorische receptoren op de uiteinden van
zenuwvezels in de huid en zijn:
1. Pijn
2. Tast
3. Warmte
4. Koude
Communicatie langs zenuwvezels gebeurt in de vorm van elektrische impulsen die ontstaan door
prikkeling van de zenuwuiteinden.
Zenuwen communiceren door de chemische stof: neurotransmitters.
Reflex Snelle, buiten de wil om verlopende en meestal beschermende motorisch antwoord op een
specifieke stimuli.
2
, → Het endocriene stelsel
Het endocriene stelsel bestaat uit een stelsel van afzonderlijke klieren die verspreid door het lichaam
liggen. Deze klieren scheiden hormonen af in het bloed.
Hormonen Stimuleren doelorganen die betrokken zijn bij metabolische processen en
cellulaire activiteiten.
Hormoonspiegels Worden vaak gereguleerd door negatieve feedbackmechanismen.
Klieren Behouden een primaire endocriene functie (reageren op gehalte in het bloed).
Weefsels Behouden een secundaire endocriene functie.
- In hoofdlijnen beschrijven hoe het lichaam stoffen absorbeert
Het lichaam neemt verschillende stoffen op, zoals:
- Zuurstof
Zuurstofgehalte buiten is ongeveer 21% en O2 wordt gebruikt voor chemische reacties waarbij
energie vrijkomt uit voedingsstoffen.
Alveoli: longblaasjes, dunne luchtzakjes omgeven door een netwerk van capillairen (haarvaatjes).
Een ademhaling:
Lucht komt bij het ademen via de bovenste luchtwegen in de longen terecht → passeert hierbij de
pharynx, larynx (strottenhoofd), trachea, hoofdbronchiën en een aantal kleinere bronchiën → alveoli
(longblaasjes) → uitwisseling van de vitale gassen tussen de longen en het bloed.
Stikstof 80% in lucht, maar lichaam haalt nuttige stikstof uit eiwithoudend voedsel zoals vlees en vis.
- Voedingsstoffen
Voedingstoffen zijn nutriënten zoals: koolhydraten, water, eiwitten, vetten, vitaminen en mineralen.
Deze zijn onmisbaar voor:
- Handhaving van vochtbalans in het lichaam
- Toevoer van energie
- Toevoer van de bouwstenen voor synthese van grote en complexe moleculen
Het spijsverteringsstelsel breekt voedsel af en verteerd het om het geschikt te maken voor absorptie
in het bloed en gebruik door de lichaamscellen.
- Het maag-darmkanaal
Begint in de mond – pharynx – slokdarm – maag – dunne darm – dikke darm – rectum – anus.
- Bijhorende organen
Speekselklieren en alvleesklier synthetiseren en scheiden spijsverteringsenzymen af: afbraak voedsel.
Lever scheidt gal af: komt in het maag-darmkanaal via kanalen.
Metabolisme Het geheel van chemische processen in het lichaam.
1. Anabolisme Opbouw of synthese van grote en complexe stoffen.
2. Katabolisme Afbraak van stoffen om energie vrij te maken en om grondstoffen te vormen voor
anabole processen naast afvalstoffen die kunnen worden uitgescheiden.
Voornaamste energiebronnen: koolhydraten en vetten en bij tekort eiwitten.
3
, - De afvalstoffen noemen die door het lichaam worden verwijderd
De afvalstoffen die door het lichaam worden verwijderd zijn:
- CO2
Voornamelijk verwijderd door uitademing.
- Urine
In de nieren wordt urine gevormd (water, afvalproducten en eiwitten), handhaven vochtbalans door
hormonen en de blaas in een opslagplaats.
- Feces
Afvalproduct wordt bij de stoelgang geloosd als feces, bestaat uit onverteerde voedingsresten.
- Activiteiten benoemen die een individu onderneemt ter overleving en ter bescherming
1. Epidermis; opperhuid samengesteld uit verschillende lagen cellen.
Vormt barrière tussen het vochtige milieu intérieur en de droge atmosfeer van de buitenwereld.
2. Dermis of lederhuid; bevat zweetkliertjes met afvoerbuisjes naar huidopp. Het is een groot orgaan
die het centrale zenuwstelsel voorziet van sensorische input vanuit lichaamsoppervlak en speelt een
belangrijke rol bij handhaving van lichaamstemperatuur.
Bescherming: de huid vormt een barrière tegen ziekteverwekkers, chemicaliën en uitdroging.
- Opperhuid → kiemlaag → zon stimuleert cellen uit kiemlaag.
- Lederhuid → zweetkliertjes → speelt grote rol bij lichaamstemperatuur.
- Onderhuids bindweefsel → vetcellen
Verdediging: aspecifieke verdedigingsmechanismen:
- Macrofagen: doden alle ziekteverwekkers en hebben niet 1 bepaalt soort type bacterie die ze
doden.
- Slijm: hier plakken alle ziekteverwekkers aan vast.
Specifieke verdedigingsmechanismen:
- Lymfocyten B en T : reageren op 1 bepaalde soort antigenen.
Antigenen: vreemde stoffen. Zoals bacteriën en virussen, kankercellen, stuifmeel van bloemen en
planten. Je wordt ook steeds meer immuun voor veel antigenen.
Er zijn specifieke en aspecifieke verdedigingsmechanismen;
1. Aspecifiek; effectief tegen alle soorten indringers. Bv slijm, dat houdt microben en
ander vreemd materiaal vast. Sommige lichaamsstoffen bevatten antimicrobiële
stoffen, zo dood het zoutzuur in maagsap de meeste microben.
2. Specifiek; lichaam reageert op elke lichaamsvreemde stof (antigeen)die binnendringt.
- Een opsomming geven van mechanismen die vaak tot ziekte leiden
Het lichaam reageert op elke lichaamsvreemde stof die binnendringt met een specifieke
immuunrespons.
Vreemde stoffen zijn antigenen.
- Stuifmeel van bloemen en planten
- Bacteriën en microben
- Kankercellen of cellen van getransplanteerd weefsel
Vaak na een blootstelling aan antigen geldt levenslange immuniteit.
Allergische reactie: abnormaal heftige immuunrespons tegen een antigen dat gewoonlijk niet
echt gevaarlijk is voor het lichaam.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophykevankouterik. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.